De belangrijkste tennis regels

Enkelspel en dubbelspel

In het enkelspel gebruik je een kleinere baan dan in de dubbel. De zogenaamde tramrails tellen in de singel niet mee. Als de bal daarin wordt gespeeld zonder dat hij de binnenste lijn raakt wordt de bal uit gegeven. Bij het dubbelspel telt de tramrails wel mee.

Service

Er is altijd een ontvanger en een serveerder. Degene die de bal opslaat is de serveerder. Degene die de bal ontvangt is de ontvanger. Degene die serveert heeft zich aan een aantal regels te houden. Bij het serveren sla je schuin naar de overkant binnen het servicevak. Je staat dus cross op de baan. Als je de bal buiten het vak slaat waar de bal in moet is de bal uit. De bal moet in het zogenaamde servicevak komen. Je hebt twee keer een service. De serveerder mag tijdens de service niet lopen of met de voet over de lijn komen voordat hij de bal geslagen heeft. Daarna mag hij dit uiteraard wel. Als de serveerder toch met zijn voet over de lijn komt voordat hij de bal heeft geslagen, heet dit een voetfout. Als de serveerder twee keer de bal fout heeft geslagen, is het een dubbele fout en wordt het volgende punt gespeeld. Het eerste punt is dan verloren. Als de serveerder met het frame de bal aanraakt maar niet slaat, is het punt verloren. De serveerder moet bij de service de bal echt raken met de snaren.

Degene die begint met serveren wordt aan het begin van de wedstrijd bepaald. Door bijvoorbeeld een munt op te gooien met kop of munt. In de singel wordt er om de beurt gewisseld met de service. Dit betekent dat beide spelers een game serveren. Dit wordt steeds afgewisseld. Met een dubbel gaat dit hetzelfde alleen heb je dan vier spelers. Bij de dubbel wordt aan begin van elke set bepaald wie er begint met serveren. Het paar dat begint mag beslissen wie er als eerst van de twee begint met serveren. Het andere paar beslist dat ook als zij aan de beurt zijn. Bij de derde game serveert de partner van de eerste serveerder. In de vierde game de partner van de tweede serveerder. Dit gaat een set zo door. Bij het begin van de tweede set mogen de twee teams weer opnieuw beslissen wie er begint met serveren.

De serveerder mag pas serveren als de ontvanger klaar staat om te ontvangen. Als de ontvanger nog niet klaar staat, maar wel probeert de bal te slaan en hij slaat mis, dan is het punt alsnog voor de serveerder. Slaat de ontvanger de bal niet omdat hij nog niet klaar stond wordt het punt opnieuw gespeeld. De ontvanger mag pas de bal slaan als de bal gestuiterd heeft in het servicevak. De bal mag altijd maar een keer stuiteren. Als de bal twee keer of meer heeft gestuiterd is het punt verloren. De bal mag niet geslagen worden zonder dat hij eerst gestuiterd heeft. Als de bal op de lijn is wordt dat beschouwd als in.

De telling

Als er een punt is gemaakt, staat de stand 0-15 of 15-0. Als de serveerder een punt heeft gemaakt staat het 15-0, als de ontvanger een punt heeft gemaakt staat het 0-15. Je rekent altijd vanuit de positie van de serveerder. Die slaat de eerste bal. Bij het tweede punt kan het 30-0 worden, 0-30 of 15-15 als de spelers allebei een punt hebben gemaakt. Daarna volgt de telling 40-0 of 0-40 of als de serveerder op een stand van 15-15 een punt maakt, wordt het 30-15 of als de ontvanger een punt maakt wordt het 15-30 enz. Als het 40-40 staat (deuce), wordt er daarna in voordeel of nadeel verder geteld. Dat bekijk je weer vanuit het punt van de serveerder. Voordeel staat het als de serveerder op deuce een punt heeft gemaakt en nadeel als de ontvanger een punt heeft gemaakt. Daarna is het game. Bij 6 gewonnen games met twee games verschil heb je een set gewonnen. Een set bestaat dus uit 6 gewonnen games. Als het in de set 6-6 in games wordt, wordt er een tie-break gespeeld.

Tie-break

Een tiebreak wordt gespeeld als het in de set 6-6 staat. Dit is een puntentelling tot de 7. Ook hierbij moeten er twee punten verschil zijn. Dan is de set gewonnen bij bijvoorbeeld een stand van 7-5. Daarna begin je weer opnieuw met het tellen van games. Degene die in de tie-break begon met serveren, is de ontvanger in de tweede set.

Gedrag

Er wordt er vanuit gegaan dat je je netjes gedraagt op de baan. Niet schelden en niet met je racket gooien. Dit is voor sommige spelers erg moeilijk. Ook is het belangrijk dat je een goede sfeer op de baan houdt. Dit voor jezelf maar ook voor de kijkers. Het ziet er toch leuker uit om mensen te zien lachen op de baan dan te zien schelden.

Uiteindelijk gaat het erom dat je de bal netjes binnen de lijn speelt. Of je nou een dubbelspel of een enkelspel speelt, de bal moet binnen de lijnen. Je netjes aan de regels houden, zou geen probleem moeten zijn. De regels zijn heel makkelijk. Hoe meer je tennist hoe beter het gaat en hoe sneller je de regels kent.