Turnen; een sport voor dames en heren
Inleiding
Turnen is een sport voor zowel dames als heren. Het is onderdeel van de gymnastieksport en is tevens een onderdeel van de Olympische Spelen. Omdat bij turnen gebruik wordt gemaakt van toestellen, wordt de turnsport ook wel aangeduidt als 'toestelturnen'. Bij de Olympische Spelen wordt door zowel de dames als de heren een meerkamp geturnd. Dat wil zeggen dat een serie van verschillende onderdelen/disciplines achtereenvolgens worden opgevoerd en beoordeeld. Deze meerkamp is voor de heren anders en meer uitgebreid dan voor de dames.
Turnen voor heren (Herenturnen)
Er zijn bij het herenturnen 6 disciplines binnen de olympische meerkamp:
Vloer
De vloer is een 12 meter brede en 12 meter lange mat waarop een turnoefening wordt uitgevoerd. Vloer maakt deel uit van de meerkamp turnen op de Olympische Spelen en is zowel een discipline bij het damesturnen als bij het herenturnen. Bij turnen op lagere niveaus wordt vaak in plaat van de vloer een lange mat gebruikt als alternatief. De vloer heeft echter, in tegenstelling tot de lange mat, een ingebouwde vering. Hierdoor kan extra hoogte worden verkregen voor acrobatische elementen en series binnen de turnoefening.
De randen van de vloer zijn gemarkeerd met een lijn, welke op straffe van puntenaftrek, niet door de turner of turnster mag worden overschreden. Tevens moet bij het uitvoeren van de oefening gebruik worden gemaakt van alle hoeken van de vloer. Het is mede hierom dat de acrobatische series over de diagonalen van de vloer geturnd worden. Bovendien moet binnen anderhalve minuut worden volbracht en moet zijn opgebouwd uit diverse elementen:
- Acrobatiek
De verschillende acrobatische elementen worden aaneengeschakeld uitgevoerd en vormen zo acrobatische series. De routine op de vloer dient te beginnen en te eindigen met een serie acrobatische elementen. Ook halverwege de routine zit vaak een acrobatische serie.
- Balans
De balanselementen vormen de statische onderdelen van de vloeroefening waarmee beheersing en controle wordt getoond. Het bekendste en meest opgevoerde balanselement is de handstand of een variatie daarop.
- Lenigheid
De lenigheidselementen worden vaak uitgevoerd in combinatie met of sluitend aan de balanselementen. Hiermee toont de turner of turnster over de lenigheid te beschikken die vereist is voor een complete vloeroefening.
Paard voltige
Het paard voltige is een langwerpig toestel op poten, waarop in het midden twee beugels gemonteerd zijn. Paard voltige is een exclusief onderdeel van het herenturnen. De bedoeling is dat de turner in armsteun allerlei elementen uitvoert. Hierbij mag hij niet met andere delen van het lichaam op het toestel steunen. De routine op het paard voltige vereist zowel een goede balans als een enorme hoeveelheid kracht en beheersing. De basiselementen van het toestel worden gevormd door flanken, scharen en diverse varianten daarop. De oefening op het paard voltige moet worden afgesloten met een afsprong, hetgeen ook wel 'afwenden' wordt genoemd, daar er niet echt sprake is van een sprong.
Ringen
De ringen zijn evenals het paard voltige een exclusief onderdeel van het herenturnen. De oefening bij deze discipline moet worden uitgevoerd op hoog boven de grond- en stilhangende ringen. De routine is opgebouwd uit aantal krachtelementen, een aantal zwaaielementen en een afsprong. Tijdens het uitvoeren van de oefening is het de turner niet toegestaan de ringen te laten zwaaien of de kabels van de ringen te raken. Indien dit wel gebeurt, dan volgt puntenaftrek. Voor dit onderdeel is een enorme hoeveelheid beheersing en kracht nodig om de verschillende elementen uit te kunnen voeren. Ook is een goede timing van essentieel belang, in het speciaal voor de afsprong.
Sprong
Sprong is oorspronkelijk een discipline waarbij over het paard (zonder beugels) wordt gesprongen. Sprong is zowel een discipline binnen de olympische meerkamp bij het herenturnen als bij het damesturnen. De complexiteit van de sprongen is gedurende de jaren almaar toegenomen. Dit heeft ervoor gezorgd dat het authentieke paard als springtoestel, met het oog op de veiligheid, is vervangen door de nieuwere 'Pegases'. De begrippen 'paardsprong', 'pegasessprong' en 'sprong' dekken derhalve dezelfde lading. De turner of turnster mag twee sprongen uitvoeren, waarvan de best uitgevoerde telt. De moeilijkheidsgraad van de sprong, de uitvoering, de techniek en de landing wegen allemaal mee bij de beoordeling door de jury.
Brug met gelijke leggers
Brug is een discipline bij het dames- en het herenturnen, zij het wel in twee verschillende vormen. De heren turnen hun routine op een brug met gelijke leggers. De leggers zijn in hoogte en breedte verstelbaar en dienen zo te zijn afgesteld dat de turnen de grond niet raakt bij de verschillende zwaaielementen. De breedte kan op de door de turner gewenste stand worden afgesteld. Tijdens de oefening mogen de hoogte en de breedte van de brug niet worden aangepast. De oefening is opgebouwd uit een aanzet of opsprong, enkele stille elementen en diverse zwaai-, draai-, kiep- en vluchtelementen. De oefening wordt afgesloten met een afsprong. De turner mag gedurende de oefening de grond niet raken, tevens mag de oefening niet worden onderbroken op straffe van puntenaftrek.
Rekstok
De rekstok is weer een exclusief onderdeel van het herenturnen. De rekstok bestaat uit een enkele metalen stok die middels een eenvoudige, doch zeer degelijke, constructie op zwaaihoogte hangt. De turner hangt met beide handen aan het rek, waarbij de voeten geenszins de grond kunnen raken. Aan het rek wordt gezwaaid om vaart op te bouwen voor de elementen die in de routine voorkomen. Dit zijn veelal kiep- en vluchtelementen. De oefening wordt altijd afgesloten met een afsprong en de landing wordt meegenomen in de beoordeling van de gehele routine.
Turnen voor dames (Damesturnen)
Er zijn bij het damesturnen 4 disciplines binnen de olympische meerkamp:
Sprong
Het onderdeel sprong is reeds bij het herenturnen ter sprake gekomen. Bij het damesturnen is het toestel niet veel anders. Er is echter één opvallend verschil. Bij het dames turnen wordt de aanloopfase, nog vóór de afzetfase, afgesloten met een (of meerdere) acrobatisch(e) element(en), alvorens de sprong over het toestel daadwerkelijk wordt uitgevoerd. Bij het herenturnen is dit niet het geval en volgt na de aanloopfase direct de afzetfase en de sprong.
Brug met ongelijke leggers
De dames turnen, net als de heren, op een brug. Er is wel een groot verschil, daar de brug bij het damesturnen is uitgerust met twee ongelijke leggers. Dit is anders dan bij de heren, waar de leggers op dezelfde hoogte zijn afgesteld. Het bijzondere aan de brug met ongelijke leggers is dat er elementen worden uitgevoerd die de turnster van de ene legger naar de andere legger voeren via een 'vlucht'. Een vlucht(element) is een moment waarbij alle contact met het toestel en de grond is verbroken en de turnster als het ware door de lucht vliegt. Dit geeft spectaculaire routines, maar maken het eveneens een zeer lastig onderdeel om onder de knie te krijgen. Timing is het sleutelwoord bij dit onderdeel en de oefening letterlijk maken of breken.
Evenwichtsbalk
Bij de evenwichtsbalk draait het allemaal, zoals het woord eigenlijk al zegt, om het bewaren van het evenwicht. De evenwichtsbalk is een exclusief onderdeel van het damesturnen en wordt vaak gezien en ervaren als de lastigste discipline binnen de olympische meerkamp voor dames. Het repeteren van de oefening gaat vaak met vallen en opstaan. De evenwichtsbalk is namelijk een beklede houten balk met de breedte van iets meer dan een menselijke voet. Ook wordt de balk nog eens door steunen een flink stuk van de grond gehouden. Als u bedenkt dat over die hoge, smalle strook zeer gecompliceerde elementen worden uitgevoerd, is het goed te begrijpen dat bijna elke turnster op enig moment in de carrière, de evenwichtsbalk als meest gevreesde toestel bestempeld.
Vloer
Het onderdeel vloer als zodanig is reeds bij het herenturnen besproken. Bij het damesturnen gelden in principe dezelfde vereisten met daarop één belangrijke aanvulling. De dames turnen dit onderdeel op instrumentale muziek. De oefening op de vloer wordt tussen de diverse elementen elegant opgevuld met bewegingen op de muziek. Deze elementen die proportioneel moeten zijn met de andere elementen, doen denken aan klassiek ballet.
Bronnen en referenties