Ronde van Vlaanderen toertocht: Heroïsche Hoogmis

'''Daags voor de Ronde van Vlaanderen vierden de liefhebbers hun Hoogmis. Muur van Geraardsbergen, Koppenberg, Paterberg, Oude Kwaremont, Berendries en Bosberg. Heilige grond voor de wielertoeristen, die ondanks het slechte weer massaal afreisden naar Vlaanderen.''' Tak. Tak. Tak. Tak. Tak. Psssst. Een vreemd geluid om wakker van te worden. Ik kijk op de klok: 6.00 uur. Het geluid herhaalt zich. In de slaapkamer boven ons worden banden opgepompt. Ook buiten neemt het rumoer toe. Het gekletter van wielerschoenen op Vlaamse keien. Een walm van massage- en kettingolie hangt op de gang. Als ik uit het raam kijk zie ik honderden wielrenners door het koude en vochtige stadshart van Brugge slenteren. Het is de dag voor de Hoogmis, de Ronde van Vlaanderen. '''Nervositeit''' Voor wielertoeristen is het vandaag al dé dag van het jaar. Er worden 16.000 mensen verwacht, ze kunnen kiezen uit meerdere afstanden.Ze komen vanuit alle zijstraten de Markt oprijden. Twee Spanjaarden discussiëren bij het startpodium over de te nemen hellingen. Koppenberg, Muur van Gerardsbergen, Oude Kwaremont. Ze kunnen de namen amper uitspreken, maar kennis van zaken hebben ze wel. Eentje van hen heeft een papiertje op zijn stuurpen gekleefd met daarop de hellingen, kilometrages én stijgingspercentages. Niet iedereen is zo goed voorbereid. '''Gefoeter''' Op het plein staat iemand nerveus zijn tandwielen te verwisselen, want er moest toch een lichtere versnelling gekozen worden. Zijn drie metgezellen staan hem uit te foeteren. ‘Dat had ge toch veel eerder moet’n doen. Ge weet toch al de ganse week dat de Koppenberg er nat bij ligt’. Toch overheerst de kalmte en gemoedelijkheid op deze koude en bovenal vroege zaterdagochtend. Een stel Britten poseert nog voor de foto, vlak voor vertrek. In totaal vertrekken 3.000 toerrijders vanuit Brugge om de hele route van 260 kilometer te doen. De overige 13.000 deelnemers starten in Meerbeke, daar waar ook de aankomst ligt. '''Slingerende slang''' Boven Meerbeke hangt een imposant wolkendek. Regen kan niet uitblijven en de wind maakt het klimaat onprettig. Het is een drukte van belang in het Village Départ. Het is een komen en gaan van renners die zich voorbereiden op hun tocht. Van 75 of 140 kilometer, enkelen kiezen de mountainbikeversie. Echt gezellig is het niet aan het vertrek. Daarvoor is het weer te guur. Een microfonist maakt flauwe grappen en romantiseert de aankomende prestaties van de toerders. ‘Helden, klaar om de apocalyptische omstandigheden te overwinnen.’ '''Alessandro Ballan''' Toch maken de meeste renners zo snel mogelijk dat ze wegkomen. Hier dezelfde taferelen als in Brugge. Sommigen zijn ontspannen en stappen brullend van het lachen op hun bolide. Anderen zijn bloednerveus en frunniken aan hun remmen en versnellingen. Zelf heb ik mijn materiaal beter voor elkaar. Ik fiets vandaag namelijk op de fiets die vorig jaar met Alessandro Ballan de Ronde won, de Wilier Le Roi in Cunegostijl. Aan het materiaal zal het dus niet liggen! '''Noodweer''' Bij het uitrijden van Meerbeke sluiten we, fietsvriend Jacob Jan ‘Ekimov’ Ekema en ondergetekende, aan in een enorm lint, dat zover het oog reikt als een slang over de wegen slingert. De grote inhaalslag is begonnen. Door het naderende slechte weer besluiten we zo snel mogelijk richting de heuvelzone te rijden, in de hoop die droog te bereiken. Ekimov voert het commando en we rijden bijna constant op de linkerrijbaan van de slechte macadamwegen. Op deze manier schieten we honderden collega’s voorbij. Die haastige spoed mag niet baten. Het begint met licht gespetter maar het mondt al snel uit in slagregens en noodweer. Dat alles bij slechts vijf graden maakt het erg koud en onbehaaglijk op de fiets. Vooral niet stoppen en flink doortrekken, tot de eerste helling. '''Molenberg''' Ze lijken uit het niets op te duiken, die Vlaamse hellingen. Zo koers je op een ogenschijnlijk vlak plateau, het volgende moment draai je van de weg af en sta je plotseling voor een muur. Eentje die doorgaans zeer slecht gemetseld is. Zo ook de Molenberg. Met een veel te grote versnelling draaien we dit karrenspoor op. Te laat om nog te kunnen schakelen. Dan maar vol doortrekken. Met een hoop lompe kracht, lawaai in de fiets en een enorme snelheid sleuren we ons naar boven. De lastigheid van dit soort hellingen is dat je niet alleen moet zorgen dat je de pedalen rond blijft draaien, ook is het goed uitkijken naar gaten en kuilen in de weg. Als een acrobaat balanceren, terwijl je hartslag richting de 190 jaagt. '''Erik Zabel''' Gelukkig is het op deze eerste helling niet zo druk, waardoor we redelijk vrij ons eigen traject kunnen kiezen. Voor Erik Zabel bleek dat een dag later lastiger, hij deed door een opstopping ongeveer drie minuten langer over deze kleine 400 meter. Het is meteen duidelijk waarom het voor de profs zo verschrikkelijk belangrijk is het traject te kennen. '''Stalen frame''' Terwijl de regen met bakken uit de hemel blijft vallen komen we opmerkelijke deelnemers tegen. Een man, getooid met een puntmuts in de kleuren van de Belgische vlag, werkt het circuit af op een gewone fiets. Niks geen high-tech carbon snufjes of 30 versnellingen, een stalen frame met een simpele terugtraprem. ‘Ik wil proeven van de sfeer maar heb geen geld voor een racefiets. Ik loop de hellingen op en geniet van de aanmoedigingen’, stelt de man gevraagd naar zijn beweegredenen. De Wolvenberg duikt op. Het is een geasfalteerde helling van 600 meter lengte en een maximum stijgingspercentage van 14%. Dat blijkt een eitje, in vergelijking met wat geweest is én wat nog komen gaat. '''Mater''' Van de Wolvenberg naar de Oude Kwaremont, dat is een flink stuk. Zonder hellingen, volgens het routeboek. Dat blijkt relatief. Vlak voor het dorpje Mater snijden we een kasseistrook aan. Eerst lijkt deze vlak, maar hij loopt lichtjes omhoog en de wind blaast in het nadeel. Een enorm lastige passage, die enkele renners om ons heen dan ook volledig onderschatten. Als idioten beginnen ze bij het zien van de eerste de beste kassei te stoempen, om amper een kilometer verderop dan weer volledig stil te vallen. Een vermakelijk tafereel, als je zelf enigszins gecontroleerd de kasseistrook neemt. '''Kwaremont''' Na deze kleine martelgang begint het opnieuw te plensen. Ook bereiken ons geluiden dat door de drukte alle renners op de Paterberg, Oude Kwaremont en Koppenberg te voet naar boven sjokken. Het is geen makkelijke beslissing, maar verkleumd besluiten we deze fameuze hellingen te schrappen en op de Leberg de route weer op te pakken. Vanaf daar is het nog altijd 48 kilometer en zeven hellingen tot de aankomst. '''Johan Museeuw''' Fijne klimmetjes zijn het, de Leberg, de Berendries, de Valkenberg, de Tenbosse en de Eikenmolen. Goed geasfalteerd waardoor je comfortabel je eigen tempo kunt kiezen voor de beklimming. Geen gelaveer tussen te voet staande renners door of gebeuk door kuilen en gaten. Iets minder beroemd misschien, maar toch reed Tom Boonen drie jaar geleden met Leif Hoste weg op de Valkenberg, terwijl Johan Museeuw tien jaar terug een definitieve kloof wist te slaan op Tenbosse, midden in Brakel. '''Tenbosse''' Deze hellingen zijn het terrein waar de Wilier zich het meest prettig voelt. Het vederlichte fietsje gaat gezwind omhoog en elke trap is raak. Enkel halverwege de Berendries hapert hij even, maar dat is toe te schrijven aan de berijder. Die begint iets te enthousiast aan de helling, maar vond in Ekimov zijn betere. Toch is ook deze ‘berg’ in staat enkele renners te voet te stellen. Tenbosse en de Eikenmolen gaan aanmerkelijk makkelijker. Komt misschien ook door het weer, want inmiddels regent het niet meer en heeft mijn lichaam weer een werkbare temperatuur bereikt. '''Chaos''' In gestrekte draf gaat het naar de Muur. We halen zoveel mogelijk medestrijders in om niet in een opstopping verzeild te raken. Tot de voet van de Muur is het al gauw anderhalve kilometer klimmen over een smalle asfaltweg in het stadje. We maken een mooie inhaalslag, maar op de Muur schuift alles als een harmonica ineen. De keien liggen er gelukkig goed bij. Geen grote en rare gaten zoals op eerdere hellingen. '''Slalom op De Muur''' Dat komt goed uit, want we hebben er de handen vol aan om iedereen te passeren. Links dondert een renner van de fiets. Rechts slipt een wiel door. Vlak voor je schakelt iemand verkeerd. Iets verder haken een paar sturen ineen. Het is een hele uitdaging om aangevuurd door het publiek tussen alle gevallenen en haperende fietsers door te slalommen. Het lukt wonderwel, al is de chaos achter ons groot. Even spelen we met de gedachte om te blijven kijken, maar we zijn nog steeds doorweekt en het is koud bij de Kapel. Dat bewaren we voor de volgende keer. '''Keien''' Vanaf hier begint de ultieme finale. Wegen en passages bekend van TV. Elke meter wegdek hier heeft zijn eigen verhaal. Het loopt gemeen omhoog richting Bosberg, maar de beklimming zelf valt mee. Toch bolt het voor geen meter en blijft het werken. De keien liggen niet lekker en de wind waait door het open bos heen. Een afdaling om bij te komen blijft uit. Het gaat lichtjes naar beneden maar bijtrappen is noodzakelijk. Ekimov doet op deze passage weinig onder voor zijn naamgenoot. '''Meerbeke ''' Met een flinke vaart duiken we richting Meerbeke waar het aan de meet al een drukte van belang is. Mensen praten na en schieten een fotootje van de finishboog. Anderen evalueren de tocht en ondanks het gevloek en getier onderweg is het algemene devies. ‘Volgend jaar doen we dit opnieuw’. In de tent waar ook de inschrijvingen gedaan zijn vloeit het bier rijkelijk. ‘Het applaus dat ge overal krijgt, zelfs met dit weer, kippenvel!’ Dat laatste klopt zeker, al kwam het grotendeels door de nattigheid en lage temperaturen.