Wat is planschade
Planschade is de vermogensschade (waardevermindering van onroerende zaken) of inkomensschade die ontstaat na wijziging van de planologie. De vermogens- of inkomensschade wordt bepaald door de maximale invulling van de oude planologie en de maximale invulling van de nieuwe planologie te vergelijken. Na deze vergelijking kan bepaald worden of er per saldo sprake is van een planologische verslechtering. Aan de hand van criteria uit de jurisprudentie bepaalt een onafhankelijke deskundige de waardevermindering of de geleden inkomensschade als gevolg van de planologische situatie. Op basis hiervan kan een planschadevergoeding worden toegewezen. Planschade is een aparte categorie met zijn eigen spelregels, samenloop met de WOZ-procedure is niet mogelijk. Een argument tijdens een WOZ-bezwaarprocedure gebaseerd op planschade zal daarom altijd afgewezen worden, aangezien dit een aparte voorziening is. Wordt een procedure op basis van planschade toegekend, dan wordt er een schadebedrag toegekend, en wordt zodoende de schade opgeheven, is de uitkomst negatief dan is er geen sprake van (plan)schade geweest.
Oorzaken planschade
Planschade kan men lijden ten gevolge van een artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening procedure (oud: artikel 19 procedure) of een bestemmingsplanwijziging. Zaken in de omgeving van de belanghebbenden kunnen zodanig veranderen dat zij hierdoor benadeeld worden.
Vermogensschade :
Voorbeelden zijn :
- tegenover de woning was planologisch groen uitzicht maar onder het nieuwe regime wordt er een appartementencomplex neergezet;
- toegenomen geluidsoverlast door aanleg of verbreding van een weg of start- c.q. landingsbaan van een vliegveld.
Inkomensschade :
Voorbeelden zijn :
- het niet meer mogen bouwen van een woning of bedrijfspand waardoor een geplande ondernemingsactiviteit niet kan worden opgestart;
- in bovenstaande gevallen ook een mogelijke minderopbrengst bij verkoop van de opstallen of de grond;
- een toegangsweg naar een (horeca)bedrijf, wordt verkeersluw, door de aanleg van een andere weg, waardoor er minder gasten komen.
Onderscheid wordt gemaakt tussen directe planschade en indirecte planschade.
Directe en indirecte planschade
Indirecte planschade heeft betrekking op schade die een eigenaar van een perceel lijdt doordat een bestemmingsplan ongunstige waardedrukkende ontwikkelingen in de naaste omgeving mogelijk maakt. Als voorbeeld kan genoemd worden een naastgelegen perceel met voorheen een agrarische bestemming zonder bebouwingsmogelijkheden die onder het nieuwe bestemmingsplan een woonbestemming met bebouwingsmogelijkheden heeft gekregen. Bij de beoordeling van de schade wordt rekening gehouden met het 'normaal maatschappelijk risico'. Dit is schade die elke burger behoort te dragen. Deze schade is tenminste op 2% van de waarde van de onroerende zaak gesteld, dan wel op 2% van het inkomen ingeval van inkomensderving.
Directe planschade heeft betrekking op schade die een eigenaar lijdt doordat de gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden op zijn eigen perceel worden beperkt. Als voorbeeld kan genoemd worden een perceel met voorheen een gemengde bestemming woon/winkel die onder het nieuwe bestemmingsplan uitsluitend een woonbestemming heeft gekregen.
De meeste planschadeclaims hebben betrekking op indirecte planschade.
Planschadeprocedure
Is men van mening dat er sprake is van planschade, dan kan men een planschadeprocedure opstarten. Per 1 juli 2008 is een nieuwe wet op de ruimtelijke ordening (Wro) van kracht geworden. Een van de doelen van deze wet is om de planschadeprocedures in tijd gemeten te bekorten. Tot die tijd duurde zo een procedure al gauw vijf jaren. Of dit een haalbare kaart zal zijn moet afgewacht gaan worden, een van de grootste problemen wordt gevormd door het feit dat veelvuldig adviescommissies worden ingeschakeld, vanwege hun deskundigheid, maar deze commissies hebben geen tijdslimiet waarbinnen ze hun advies moeten uitbrengen.