Handige tips voor uw tuin

Inleiding

De tuintips zijn onderverdeeld in een aantal hoofdstukken. Dit zijn tips voor:

• planten in bakken en potten
• aanslag en onkruid
• zaaien
• bollen
• eenjarige en tweejarige planten
• water in de tuin
• rotstuin
• groenten en kruiden

Planten in bakken en potten

Tip 1:

Kuipplanten moet je altijd in een pot zetten met een wijde bovenkant. Mocht je in de toekomst de plant namelijk in een andere pot willen zetten dan lukt dit niet met een pot met een nauwe bovenkant omdat dan de kluit met de wortel er niet meer uit kan.

Tip 2:

Als je planten in een bloembak zet heb je altijd nieuwe potgrond nodig. Bij potgrond die al gebruikt is kunnen er ziekten in de grond zitten.

Tip 3:

Gebruik bij planten in een bloembak ook geen aarde uit de tuin omdat die aarde niet genoeg water vasthoudt en de plant dus de kans heeft om te verdrogen.

Aanslag en onkruid

Tip 1:

Gebruik een hogedrukspuit bij het verwijderen van aanslag. Hierdoor blijft het langer schoon.

Tip 2:

Onkruid weghalen bij voorkeur in de ochtend. Eerst in de ochtend schoffelen, overdag kan het onkruid dan verdrogen en vervolgens ’s avonds weghalen.

Zaaien

Tip 1:

Veengrond is weer goed voor heide, azalea’s en rododendrons.

Tip 2:

Om net geplante zaadjes te beschermen tegen vogels kun je fijnmazig gaas gebruiken.

Tip 3:

Kleigrond is goede grond voor bijvoorbeeld koolsoorten en fruitbomen.

Bollen

Tip 1:

Sommige bollen kunnen eerst in huis staan om vervolgens in de tuin te worden geplant. Voorbeelden hiervan zijn krokussen en narcissen.

Tip 2:

Bij het plaatsen van bollen gaas er overheen doen. Nadat de bollen opkomen mest aan de bollen toevoegen.

Eenjarige en tweejarige planten

Tip 1:

Voordat de eenjarige plant geplant wordt in de grond moet u eerst zorgen dat de kluit met de wortel erin voldoende water heeft. Het is verstandig om deze plant eerst in een bak water te zetten. U kunt zien of de kluit genoeg water heeft opgenomen doordat er geen luchtbellen meer omhoog komen.

Tip 2:

Een tweejarige plant bloeit het jaar nadat ze zijn geplant. Nadat de plant heeft gebloeid is het verstandig om deze niet te laten staan maar deze meteen te knippen zodat zaadvorming wordt tegengegaan. Sommige planten breiden zich namelijk wel heel sterk uit door zaad. Een voorbeeld hiervan is het vingerhoedskruid.

Water in de tuin

Tip 1:

Drijvende waterplanten bij voorkeur niet in een vijver met fontein. Dit is omdat het water dan beweegt en dat is niet goed voor deze planten.

Tip 2:

Pas op met algengroei in de vijver. Zorg dat de vijver diep genoeg is en genoeg planten heeft. Zorg dat er niet te veel vissen in zwemmen en dat er geen bladeren van bomen in de vijver waaien. Indien u zich hieraan houdt is de kans op algengroei het kleinst.

Rotstuin

Tip 1:

Tussen de rotsplanten moet je steenslag strooien ter voorkoming van het feit dat de regen niet wegspoelt waardoor dus ook de planten minder snel uitdrogen. Bovendien hebben ook slakken en onkruid zo minder kans.

Tip 2:

Rotsplanten kunnen beter niet verplaatst worden omdat ze wortels hebben die heel diep gaan zitten. Verplanten betekent bijna altijd beschadiging.

Groente en kruiden

Tip 1:

Wat groenten vooral nodig hebben is zonlicht, dus niet planten op een plaats waar veel schaduw is.

Tip 2:

Kruiden niet verplanten, maar gelijk goed planten.

Tip 3:

Kruiden moeten ondiep worden geplant in grond die goed losgemaakt is.

Tip 4:

De meeste kruiden verdragen vol zonlicht goed. Voorbeelden zijn rozemarijn, lavendel en tijm.

Tip 5:

Heb je eenmaal kruiden geplant dan is het soms lastig te zien wat onkruid en wat kruid is. Een oplossing is om uit een kleine pot (als de plant niet zo groot zal worden) de bodem eruit te halen en zodanig in de grond te graven dat het randje zichtbaar is. Alles wat daarom heen groeit, kan dan dus verwijderd worden.