Hoe installeer ik een tuinlamp
Wanneer je een tuin hebt, is het leuk als je ook ‘s avonds (of wanneer het donker is) wat te zien hebt in je tuin vanuit je huis. Hiervoor zal je verlichting aan moeten leggen. Dit kun je laten doen door een tuinman of elektricien, maar je zult zien dat je dit ook heel goed zelf kunt doen met het volgende stappenplan.
Stap 1. Bepaal een verlichtingsplan
Net als in huis is een verlichtingsplan voor de tuin onontbeerlijk als je optimaal wilt kunnen genieten van wat de tuin ook ’s avonds te bieden heeft.
-
Pak hiervoor een potlood en papier en maak een plattegrond van je tuin zoals deze er van bovenaf uitziet (of zoals je wilt dat deze eruit komt te zien).
-
Stel je zelf een aantal vragen die betrekking hebben op wat je verlicht wilt zien; wil je meerdere lampen naast een looppad, wil je de borders juist verlicht hebben of heb je een mooie boom die je juist uit wilt lichten. Bepaal dan lichtpunten die voor jou belangrijk zijn en teken deze op de kaart.
Denk hierbij niet alleen aan sfeerverlichting maar ook aan lampen die reageren op beweging. Deze lampen zijn handig zodat je zelf geen licht aan hoeft te doen (bijvoorbeeld als je je fiets in de schuur zet) maar is ook een afschrikmiddel tegen eventuele inbrekers.
Soort verlichting
Waar je in deze stap ook een keuze in moet maken is in de spanning/ lichtintensiteit. Je kunt je verlichting aansluiten op het reguliere lichtnet/netspanning (230 volt) of gebruik maken van laagspanning (12 volt) daarnaast kun je natuurlijk ook kiezen voor zonaangedreven verlichting.
Lichtnet (230 volt)
De voordelen van aansluiting op het lichtnet is dat je een hogere lichtintensiteit hebt en dit maakt het geschikt om grotere lichtbundels te geven. Daarnaast is het geschakeld aan je reguliere stroomnet en kun je met een druk op de knop je lampen bedienen. De lampen die geschakeld staan op je netspanning zijn goed dimbaar. Houd bij het aanleggen van dergelijke lampen wel rekening met de spanning (elektriciteit/stroom; haal deze er dus eerst af) en leg de kabels minstens 50 centimeter diep in de grond!
Laagspanning (12 volt)
Het voordeel van 12 volt is dat je niet aangesloten bent op het reguliere lichtnet (je hier dus geen stroomstoot van kunt krijgen) en dat je de kabels niet heel diep in de grond hoeft te leggen. De intensiteit van de verlichting is wel minder dan bij reguliere netspanning. Het totale bereik van de kabels is 80 meter; hier is dus wel een limiet aan.
Zonne-energie
Als je lampen wilt neerzetten die op zonne-energie werken, hoef je hier vaak niet meer voor te doen dan deze neerzetten of in de grond prikken. Dit is al een groot voordeel. Daarnaast heb je geen stroomkosten. De nadelen zijn dat deze weinig lichtintensiteit hebben, of helemaal geen licht geven als de zon een tijdje niet geschenen heeft.
Als je al deze lichtpunten hebt aangegeven en soort verlichting hebt uitgekozen, kun je gaan bepalen welke materialen je hiervoor nodig hebt.
Stap 2. Materialen bepalen
De materialen die je nodig hebt, hangen vooral af van de locatie en de spanning (volt).
230 volt
Houd er rekening mee dat als je draden in de grond gaat leggen dat je hiervoor een grondkabel gebruikt met een stalen buitenmantel en dat je deze minstens 50 centimeter diep in de grond plaatst. Dit is om te voorkomen dat je onder stroom komt te staan wanneer je een keer net iets te diep spit als je er iets plant.
Zorg ervoor dat al je materiaal een IP-certificering van IP44 heeft. Deze codering geeft aan in hoeverre iets geschikt is voor een vochtige omgeving. Gebruik dus ook spatwaterdichte lasdozen/contactdozen. Deze zijn geschikt voor allerlei (Hollandse) weersomstandigheden.
12 volt
Om 12 volt verlichting geschikt te maken om aan te sluiten op de netspanning heb je een transformator nodig. De transformator sluit je aan op reguliere netspanning en deze transformeert de hoogspanning naar laagspanning.
Bereken hoeveel lichtpunten, en dus hoeveel meter kabels, je nodig hebt. Let er hierbij op dat het totaal aan spanning van de lampjes opgeteld, het voltage van de transformator niet mag overstijgen. De transformator plaats je op een plek dichtbij een ‘netspannings-punt’ waar het droog is.
Het aanleggen van 12 volt lichtpunten is een koud kunstje; je kunt gemakkelijk alle punten met elkaar verbinden.
Materialen
Indicatie van materialen waar je aan moet denken (afhankelijk wat je aan gaat leggen en waar). Voor gereedschappen kan je terecht op Gereedschapcentrum.nl
-
lampen
- tuinspots
-
steenboor/ boormachine
-
spade
-
schroeven en pluggen (6 mm)
-
kabels 3 en 4 aderig (geschikt voor buiten/ grond)
-
lasklemmetjes
-
kabelzadels (wanneer je een contactdoos of kabels aan de muur of steen moet bevestigen)
-
schroevendraaiers (spanningzoeker)
-
spatwaterdichte schakelaars
Stap 3. Het aanleggen
Nu je het lichtplan hebt gemaakt en de materialen binnen handbereik hebt, kun je beginnen.
Met name bij deze stap is het belangrijk dat je weet waar je mee bezig bent, vooral als je werkt met de 230 volt optie. Haal daarom eerst de stroom van het net op de plek (de stop) waar je je tuinverlichting op aan wilt sluiten.
De aanleg van de 12 voltlampen is eenvoudiger, daar zij geschakelde opties hebben, je alle kabels via de transformator laat lopen en je niet met hoogspanning werkt.
-
Plaats de lampen op de plekken waar jij ze hebben wilt.
-
Bepaal hoeveel meter kabel je hiervoor nodig hebt en rol dit tussen te lichtpunten.
-
Knip de kabels op maat.
-
Maak geulen voor de kabels (indien nodig voor 230 volt optie).
-
Boor een gat van 16 mm in de muur (van binnen naar buiten en schuin naar beneden; zo heb je minder last van inregenend water) vanwaar de stroomdraad naar buiten gaat.
-
Plaats een spatwaterdichte contactdoos of lasdoos pp de buitenmuur (met aardedraad).
-
Werk vanuit deze lasdoos vanuit je beginpunt (3-aderige kabel). De 3-aderige buitenkabel zet je met kabelzadels vast op de muur.
-
Breng dan een 4-aderige kabel aan van de lasdoos naar het lichtpunt (je lamp) en vanuit de lasdoos naar de schakelaar.
-
Verbind de kabels in de lasdoos.
-
Maak alle kabels op je muur vast met kabelzadels.
-
Zet de stroom er weer op.
-
Doe de lamp aan en geniet!
Als je een aantal ‘doe-het-zelf-programma’s’ hebt gevolgd, voel je je wellicht wat zekerder. Ook op Youtube zijn veel filmpjes te vinden die je kunnen begeleiden bij het aanleggen van elektriciteit. Schroom niet om hier de tips en trucs te leren! En ben je bewust van het feit dat je met elektriciteit aan het werk bent, dit kan gevaarlijk zijn als je er onzorgvuldig mee om gaat.