Welke soorten steekproeven zijn er

Steekproeftrekking

Marktonderzoeksresultaten zijn vrijwel altijd gebaseerd op uitkomsten van steekproeven. Om een steekproef te kunnen trekken die een goede dwarsdoorsnede van de populatie vormt, moeten we eerst nauwkeurig de populatie definiëren. Bestaat de populatie bij een enquête naar het koopgedrag uit voorbijgangers, winkelende consumenten of buurtbewoners? En bestaat de populatie voornamelijk uit mannen of vrouwen? Richt je je op een bepaalde leeftijd, welstandsklasse of inkomenscategorie?

Soorten steekproeven

Het bepalen van een populatie is al geen eenvoudige taak, maar het trekken van een steekproef daaruit brengt nog meer voorzichtigheid met zich mee. De eenvoudigste methode is een gemakssteekproef nemen. Het gemak van de onderzoeker is hierbij het belangrijkste criterium. Hieronder staan echter drie betere vormen van steekproeftrekking: de aselecte, gestratificeerde en quotasteekproef.

Aselecte steekproef

Bij een volledig aselecte steekproef heeft iedereen in de populatie precies dezelfde kans om in de steekproef terecht te komen. De aselecte steekproef komt in de praktijk niet veel voor, omdat bedrijven zelden beschikken over een adressenbestand van de totale onderzoekspopulatie. Bestaat dit wel, dan gaat men meestal uit van een lijst, register of kaartenbak van de individuen van de populatie. Uit dit bestand trekt men blindelings of via toevalsgetallen de individuen. Maar zelfs als de gehele populatie bekend en toegankelijk is, is zo'n volledig aselecte steekproef zelden praktisch haalbaar. Denk hierbij aan de reistijden van de enquêteurs in de verspreid wonende respondenten te bezoeken of aan de volgorde waarin producten van een lopende band komen. Veel marktonderzoekers geven dan ook de voorkeur aan een variant op de aselecte steekproef, zoals de gestratificeerde steekproef of de quotasteekproef.

Gestratificeerde steekproef

Bij een gestratificeerde steekproef wordt de populatie eerst op basis van bepaalde kenmerken verdeeld in kleinere groepen. Vervolgens trekt de onderzoeker uit elk van deelpopulaties aselect zoveel personen of bedrijven, dat de uiteindelijke steekproef overeenkomt met de opbouw van de gehele populatie. Voorbeeld: als bijvoorbeeld vrouwelijke studenten 60% van het totaal aantal studenten uitmaken, moet een gestratificeerde steekproef van duizend studenten uit zeshonderd vrouwen en vierhonderd mannen bestaan. Als nu binnen deze gekozen strata de twee steekproeven aselect zijn getrokken, kan het onderzoek gegeneraliseerd worden naar alle studenten.

Quotasteekproef

Een quotasteekproef wordt gebruikt om een aselecte steekproef te imiteren. Eerst bepaal je hoe de steekproef er qua socio-economische kenmerken uit moet zoen. Denk hierbij o.a. aan geslacht, burgerlijke staat of leeftijd. Als richtlijn hierbij geldt de populatie als geheel, zodat je in de steekproef hetzelfde percentage krijgt als in de gehele populatie. De enquêteurs krijgen nu niet precies voorgeschreven wie ze moeten ondervragen, maar de instructie om binnen een bepaalde regio zelf een aantal mensen (het quotum) te zoeken en te ondervragen die aan de kenmerken voldoen. Feitelijk is dit geen aselecte steekproef, maar het voordeel van trekkingsmethode is dat je de grootte van de quota zo kunt bepalen, dat de steekproef representatief is op de kenmerken waarop je quoteert. In principe is een aselecte trekking van de steekproef mogelijk, waarbij de enquêteurs alleen het interview afmaken als in het begin blijkt dat de respondent deel uitmaakt van een categorie die onvolledig is.

Lees ook