Wat zijn elasticiteiten in de Economie
Prijselasticiteit
Het berekenen van prijselasticiteiten wordt gebruikt door producenten. Het wordt berekent om de gevolgen van een prijsverandering te kunnen overzien. Kan een producent zonder gevolgen zomaar de prijs van een product verhogen of verliest hij hierdoor een grote omzet? Om dit te berekenen wordt er gebruik gemaakt van prijselasticiteiten.
Elasticiteiten
Voor een producent is het heel belangrijk dat hij informatie heeft over het gedrag van zijn concurrenten en van zijn klanten. Hij wil o.a. weten hoe de vraag naar zijn product verandert onder invloed van:
- een prijsverandering van zijn goederen
- een prijsverandering van andere goederen
Het berekenen van elasticiteiten helpt de producent bij het beantwoorden van deze vragen. Elasticiteiten worden in de economie gebruikt om de sterkte tussen twee procentuele veranderingen aan te geven. Als algemene regel geldt bij elasticiteiten:
Elasticiteit: procentuele verandering van gevolg gedeeld door procentuele verandering van oorzaak.
In de economie is er sprake van 4 verschillende elasticiteiten namelijk:
de prijselasticiteit van de vraag = relatieve verandering van de gevraagde hoeveelheid ÷ de relatieve verandering van de prijs
de prijselasticiteit van het aanbod = de relatieve verandering van de aangeboden hoeveelheid ÷ de relatieve verandering van de prijs
de kruiselingse prijselasticiteit van de vraag = de relatieve verandering van de gevraagde hoeveelheid van goed A ÷ de relatieve verandering van de prijs van goed B.
de prijselasticiteit van reclame = de relatieve verandering van de aangeboden hoeveelheid A ÷ de relatieve verandering van de vraag naar goed B
de prijselasticiteit van het inkomen = de relatieve verandering van de inkomens van consument A ÷ relatieve verandering van de van de vraag naar product B
Δ% Oorzaak | Δ% Gevolg | Elasticiteit |
Prijs van product X | Vraag naar product X | Prijselasticiteit van de vraag |
Prijs van reclame x | Vraag naar product X | Prijselasticiteit van reclame |
Prijs van product X | Vraag naar product Y | Kruislingse elasticiteit |
Inkomens van de Consument | Vraag naar een product | Inkomenselasticiteit |
Prijs van Product X | Aanbod van product X | Prijselasticiteit van het aanbod |
Prijselasticiteit: elastisch of inelastisch?
Elasticiteit: Epv
Volkomen inelastische vraag: Epv= 0
Bij een volkomen inelastische vraag reageert de vraag niet op een verandering van de prijs. Het maakt niet uit hoe groot de prijsverandering is, de uitkomst zal altijd 0 zijn. Een producent kan dus de prijs verhogen zonder consumenten te verliezen.
Relatief inelastische vraag: -1< Epv < 0
Bij een relatief inelastische vraag bestaat een zwak negatief verband. De vraag reageert nauwelijks op de prijsverandering. De producent zal bij prijsverhoging dus enkele klanten verliezen, maar zal per saldo toch meer omzet maken.
Relatief Elastische vraag: Epv < 1
Indien de waarde van de prijselasticiteit kleiner is dan 1 bestaat er een sterk negatief verband. De vraag reageert sterk op de prijsverandering. Als een producent zijn prijs verhoogt zal hij dus veel klanten kwijtraken en zo verlies maken.
In de volgende afbeelding wordt dit schematisch weergegeven.
p= Prijs van het product
Qv= Vraag naar het product
Hoe horizontaler de lijn loopt hoe elastischer de vraag is. In de afbeelding wordt ook gesproken van noodzakelijke en luxe goederen. Onder noodzakelijke goederen verstaan we goederen die ieder mens nodig heeft zoals brood en water. Een prijsverandering zal weinig invloed hebben op de vraag. Onder luxe goederen verstaan we goederen als een auto of mp3-speler. Deze goederen zijn niet noodzakelijk en de vraag zal sneller toenemen bij een daling van de prijs.
Voorbeeld
Stel: De vraag naar een fles cola stijgt van €2,00 naar €2,20. Als gevolg van deze prijsstijging daalt de vraag van 200.000 flessen naar 150.000 flessen. De producent vraag zich nu af of deze prijsstijging positieve of negatieve invloed heeft op zijn omzet. Dit berekent u als volgt:
procentuele verandering gevraagde hoeveelheid
Prijselasticiteit: ---------------------------------------------
procentuele verandering prijs
de prijs stijgt met 10% en de vraag daalt met 25%.
-25%
prijselasticiteit: ------ = -2,5
10%
Deze uitkomst van -2,5 betekent dat een prijsdaling van bijvoorbeeld 1% zal leiden tot een stijging van de gevraagde hoeveelheid met 2,5% (want -2,5 * -1% = 2,5%).
Er is in dit voorbeeld dus ook sprake van een Elastische vraag, want het is kleiner als -1.