Het huis van de toekomst
Inleiding
Steeds worden er weer nieuwe apparaten ontwikkeld. Iedereen wil die in zijn huis hebben. Maar er zijn ook mensen, die dit soort technische snufjes mijden. Zij zijn van mening dat ze slecht voor het milieu zijn en niet duurzaam. Naarmate de ontwikkelingen vorderen, dringt de vraag zich aan steeds meer mensen op. Gaat al die techniek wel samen met onze duurzame doelstellingen?
Probleemstelling
Kunnen we het permitteren om al die elektronica te gebruiken in een steeds duurzamere maatschappij? Met dit soort interessante kwesties ga ik me dan ook bezig houden in dit essay. Ook in de toekomst willen wij mensen nog steeds een woning hebben. Die moet leefbaar en comfortabel zijn, maar zal ook moeten voldoen aan eisen van duurzaamheid. Daar schijn je tegenwoordig niet meer omheen te kunnen. We gaan kijken naar hoe zo’n huis van de toekomst er het beste uit kan zien. Zit het vol met elektronica en software, of is het lekker ouderwets en niet geautomatiseerd?
Duurzaam?
- Voordat we het gaan hebben over huizen in de toekomst, is het handig om het eerst over het woord ‘duurzaam’ te hebben. Het wordt tegenwoordig zo vaak (terecht en onterecht) gebruikt, dat we daar eens duidelijkheid over moeten hebben. De VN-commissie Brundtland omschreef een ‘duurzame ontwikkeling’ ooit als: ontwikkeling die aansluit op de behoeften van het heden zonder het vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen. Dit heeft als gevolg dat iets duurzaams rekening houdt met schaarste van ruimte en goederen.
• Ook probeert een duurzame ontwikkeling een goede balans te vinden in verschillende belangen. Men denkt dan aan ecologische, economische en sociale belangen. Uit deze definitie blijkt dat we de techniek niet noodzakelijk af hoeven te zweren om een duurzaam leven te kunnen lijden.
Energie
- Als we dus willen dat ons huis duurzaam is, dan moeten we op van alles letten. Het knelpunt waar vandaag de dag het meeste over gesproken wordt, is energie. Elk huishouden heeft energie nodig. Die komt bijvoorbeeld uit gas, om het huis te verwarmen en om te koken.
- Daarnaast hebben de meeste mensen ook allerlei apparaten en machines die elektriciteit nodig hebben om te kunnen functioneren. Brandstof voor auto’s laat ik hier even buiten beschouwing, omdat ik het over huizen wil hebben. Het winnen van aardgas en het opwekken van elektriciteit hebben een grote invloed op het milieu. Bovendien is het lang niet altijd duurzaam te noemen. De gasvoorraad raakt op en elektriciteitscentrales stoten in een te hoog tempo koolstofdioxide uit.
- Tot zover is het het beste om alle techniek af te zweren. Anders wordt wonen nooit duurzaam. Duurzame energie kan een uitweg bieden. Het maakt gebruik van onuitputtelijke energiebronnen en is daarmee niet schadelijk voor de omgeving. Enkele duurzame energiebronnen zijn zonne-energie, aardwarmte, windenergie en waterkracht. Toch kent elke vorm weer zijn eigen nadelen. Ze hebben wel degelijk negatieve invloed op hun omgeving. Een stuwdam kan bijvoorbeeld heel schadelijk zijn voor vispopulaties. Maar met een beetje vertrouwen in de wetenschap vind ik dat je er vanuit kan gaan dat deze technieken geoptimaliseerd zullen worden. Zo kan er in de toekomst gebruik worden gemaakt van duurzame energie, en is er geen reden om onze apparaten op te geven.
Het ideale huis
Er zijn simpelweg twee manieren om een energiezuiniger huis te krijgen. In beide gevallen blijft het belangrijk dat de bewoners zich beheersen wat overbodige luxe betreft.
- De eerste is het afschaffen van alle luxe apparaten en elk energie-kostend voorwerp. Voor sommigen is dit dé manier om terug te keren naar de essentie van het bestaan. Voor de meerderheid zal het (helaas) al moeite kosten om een paar dagen zonder zijn computer, elektrische tandenborstel, mobieltje of wekker te leven. Zij zijn in de loop der jaren afhankelijk geworden van deze apparaten. Ik denk dan ook dat het niet realistisch is om te verwachten dat iedereen zich van die gemakken zal ontzien.
- De tweede manier is om het huis juist volledig te automatiseren. Alles wordt geregeld door een centrale computer. Op deze manier is het mogelijk om het energieverbruik zo laag mogelijk te houden. De software zal er voor zorgen dat de verwarming geen seconde te lang aan staat en de deur zo kort mogelijk open. In samenwerking met airconditioning, warmtepompen, aardwarmte, zonneboiler, windturbine enzovoorts kan een computer een huishouden aardig duurzaam maken. Mij lijkt het wel wat om in deze variant van het huis van de toekomst te wonen.
Steeds zuiniger
- Het mooie van wetenschappelijk onderzoek is dat het de techniek steeds weer vooruit helpt. Of je nou kijkt op het gebied van comfort of op het gebied van duurzaamheid. De onderzoekers vinden steeds weer wat nieuws, zodat bestaande producten kunnen worden verbeterd of nieuwe systemen kunnen worden ontwikkeld. Als voorbeeld neem ik even computers. Dankzij de verbetering van (de productiemethode van) chips zijn onze pc’s steeds kleiner geworden. En door baanbrekend onderzoek naar nieuwe beeldschermen kennen we nu het LCD-scherm en het plasmascherm.
• Het is een verkeerde gedachte dat een huishouden pas duurzaam is na het afschaffen van alles dat energie kost. Er is namelijk een goede reden om aan te nemen dat apparaten steeds energiezuiniger worden. Kijk bijvoorbeeld naar de ontwikkeling van auto’s. De eerste modellen slurpten liters benzine, maar nu bestaan er voertuigen die zuinig rijden en biobrandstof gebruiken. Zo zijn er nog veel meer voorbeelden te noemen, en zo zal het ongetwijfeld in de toekomst ook gaan.
- Er is nog een valkuil in de weg naar duurzaamheid. Als er steeds weer nieuwe machines en elektronica worden bedacht, kunnen ze nooit in het begin al duurzaam zijn. De verbeteringen voor energiezuinigheid komen immers pas in de loop van de tijd. Voor een deel kunnen we onszelf geruststellen met de gedachte dat techniek vaak voortbouwt op bestaande technologie. Dit betekent dat er steeds weer verbetering optreed. Toch is dit maar de halve waarheid. Bij nieuwe ontwikkelingen zal men soms met een ruimere blik kijken, met het gevolg dat men op een volkomen nieuw gebied kan belanden. Daar zal alles dan van beneden af opgebouwd moeten worden. Toch is dit zeker niet verkeerd, omdat het ook nadelig kan zijn om op de ingeslagen route verder te gaan. Soms blijken andere methodes energiezuiniger of hebben ze meer ontwikkelingsmogelijkheden.
Materialen
Op dit punt staat de duurzaamheid het bouwen van een volkomen geautomatiseerd huis flink in de weg. In het laboratorium wordt de ene na de andere ‘superstof’ ontworpen. Van metalen die heel goed geleiden tot buigzaam plastic dat heel lang mee gaat. Je kunt het zo gek niet bedenken of er is wel iets speciaals voor bedacht. Deze materialen komen natuurlijk goed van pas in een revolutionair huis. Ze kunnen worden gebruikt om de muren te isoleren, meubels van te maken, luchtvochtigheid en temperatuur te meten, enz. Verder spelen deze speciale materialen een belangrijke rol in elektronica. En ook machines om duurzame energie op te wekken kunnen vaak niet zonder. Het probleem van de meeste van deze handige stoffen zit hem in de herkomst van de grondstoffen. Bekend is het verhaal van de oerwouden, die gekapt werden op zoek naar een zeldzaam soort metaal dat in mobiele telefoons verwerkt wordt. Ook is men onzeker over hoe het verder moet met plastic, dat gemaakt wordt van aardolie. Voor zover ik weet is dit het grootste probleem bij het verduurzamen van techniek. Maar positief gezien gaat het wel goed komen: wetenschappers vinden vast wel een manier om minder van de kostbare grondstoffen te gebruiken of ze zelfs te vervangen. Of dit ook zal gebeuren, is lastig in te schatten.
Eco-nomie
Er moet wel worden opgemerkt dat een ontwikkeling niet altijd duurzaam hoeft te zijn. De belangrijkste en mogelijk enige reden waarom bedrijven een nieuw product op de markt te brengen, is het feit dat ze er geld aan kunnen verdienen. Het enige wat eventueel belangrijk zou zijn, is dat een product met label ‘duurzaam’ beter verkocht kan worden. Dit zou een probleem voor duurzame ontwikkeling kunnen zijn, aangezien bedrijven de grootste investeerders van onderzoeksprojecten zijn. Hier staat tegenover dat de overheid een bepaalde mate van duurzaamheid kan eisen van apparaten die op de markt zijn. Denk maar aan de gloeilamp die verboden wordt. In de economie hanteert men gelukkig nog wel die mooie regel: "de klant is koning". Oftewel: uiteindelijk is het de consument die bepaalt wat de ontwikkelingen zijn. Als maar zo veel mogelijk mensen duurzaam ingerichte huizen kopen, zal de vooruitgang op dit gebied ook heel hard gaan.
Tot slot
Duurzaam leven en een volledig geautomatiseerd huis gaan prima samen. Als er maar genoeg mensen bewust kiezen wat ze kopen, zal de techniek grote vorderingen maken. Hierdoor worden duurzame energiebronnen efficiënter en schaarse grondstoffen in kleine mate nodig. Dankzij nieuwe apparaten en automatisering worden huizen energiezuiniger. Dit geeft de bewoners meer comfort. Er blijft zelfs nog ruimte voor luxe apparaten, ook al blijft het zo dat te veel ook niet goed is. Ik denk dat ons een mooi toekomst te wachten staat wat wonen betreft. Voor de wetenschap rest ‘slechts’ de taak om het voor ons te ontwikkelen. Maar daar zijn wetenschappers wel goed in.