Hoe wordt geld gemaakt

Inleiding

Voor ons is geld iets heel gewoons geworden. We zien het dagelijks en we geven het continu uit en verdienen het weer. Geld is voor ons zo gewoon dat we niet meer nadenken over het ingewikkelde en bijzondere proces van het geld-maken. Hoog tijd dus om je kennis hierover wat op te frissen!

Biljetten   

Bankbiljetten. De eurolanden hebben biljetten van 5, 10, 20, 50, 100, 200 en 500 euro. Omdat biljetten door een bepaalde bank worden gemaakt, heten het bankbiljetten. De bank die in Nederland de biljetten maakt is De Nederlandsche Bank. Deze bank laat de biljetten weer maken bij het bedrijf Koninklijke Johan Enschedé. Dit gebeurt al zo vanaf 1814.

Biljetten worden op een andere manier gemaakt dan ‘’normaal’’ papier. Bankbiljetten moeten namelijk andere eigenschappen hebben dan het normale papier. Zo moet voorkomen worden dat de briefjes kapot gaan als ze nat worden en er moet een watermerk in het papier gedrukt kunnen worden. Hier zijn speciale processen voor nodig.

De grondstof voor papiergeld zijn de pluizige zaden van de katoenplant. Wanneer deze zaden met water vermengd worden ontstaat er pulp, een brei. Daarna wordt er water aan het mengsel onttrokken, en hierdoor ontstaat het papier dat nodig is.

Het papier wordt opgerold tot een enorme rol. Deze rollen hebben soms wel een diameter van twee meter. De lange stroken papier worden nu door een drukpers gehaald. Het papier wordt in die machines met de juiste afbeelding bedrukt. Ook worden hier echtheidskenmerken als het watermerk aan het papier toegevoegd. Hierdoor is geld moeilijk te vervalsen. Als laatste stap wordt het papier nauwkeurig gecontroleerd op minuscule foutjes en op de juiste maat gesneden. Daarna kan het geld naar de banken vervoerd worden.

Muntgeld

De eurolanden hebben muntstukken van 1, 2, 5, 10 en 50 cent en munten van 1 en 2 euro. Muntgeld wordt gemaakt van metaal. Onder andere metalen als nikkel en koper worden hiervoor gebruikt.

Nadat de benodigde metalen zijn gewonnen, worden ze in hoogovens omgesmolten en vervolgens in metaalfabrieken verwerkt tot grote platen. Die platen worden in smallere stroken gesneden en uit die stroken worden uiteindelijk platte rondjes gesneden. Deze rondjes heten rondellen. De rondellen zijn glad en er staan nog geen afbeeldingen op.

Bij het bedrijf De Koninklijke Munt in Utrecht worden alle Nederlandse euromunten ‘’bedrukt’’, ofwel geslagen. Dit gebeurt door middel van stempels. Zogenaamde modelleurs graveren geheel met de hand de afbeelding die op de munt moet in een gipsplaat. Deze gipsplaat met ontwerp wordt in een reduceermachine geplaatst. Het eerste wat deze machine doet is het nauwkeurig ‘’aftasten’’ van de afbeelding in het gips. Vervolgens graveert de machine, met behulp van de net verkregen informatie, de afbeelding in een stalen plaatje. Dit is de uiteindelijke stempel waarmee de munten bedrukt zullen worden.

Een rondel wordt tussen twee stempels gelegd. Een machine drukt de stempels krachtig op de rondel zodat de afbeelding erin staat. De euromuntjes zijn gemaakt!

Handige links

● Website van De Nederlandsche Bank

● Website van Koninklijke Johan Enschedé

● Website van De Koninklijke Munt

Conclusie

Papiergeld wordt gemaakt van katoen. Hierdoor bevat het papier bijzondere eigenschappen: het valt niet uit elkaar wanneer het nat wordt en er kan een watermerk in gedrukt worden.

Muntgeld wordt gemaakt van metaal. Het metaal wordt omgesmolten en verwerkt tot gladde ronde schijfjes. Daarna worden er stempels krachtig op de schijfjes gedrukt zodat er afbeeldingen, zoals het hoofd van onze koningin Beatrix, op komen te staan.

Bronnen afbeeldingen: Wikimedia Commons, Lionel Allorge