Wat is Montessori onderwijs
Wat is Montessori onderwijs
Montessori onderwijs is gebaseerd op de methode van dr. Maria Montessori. Montessori onderwijs wordt vanaf 1914 op de kleuterschool aangeboden en vanaf 1930 ook in het voortgezet onderwijs. Inmiddels zijn er rond de 160 basisscholen die via deze methode lesgeven en meer dan 20 scholen voor voortgezet onderwijs. Wat houdt Montessori onderwijs precies in?
Hoe is het Montessori onderwijs ontstaan
Om te weten hoe Montessori onderwijs is ontstaan, moet je weten wie de bedenkster van de methode is; Maria Montessori. Maria Montessori werd in 1870 geboren in het stadje Chiaravalle te Italië. Na de middelbare school studeerde ze geneeskunde. Dat was voor die tijd uniek, ze was een van de eerste vrouwelijke geneeskunde studenten en ook de eerste vrouwelijke arts. In Rome stichtte ze in opdracht van de Italiaanse regering de “Casa dei bambini”, een kinderopvang voor kinderen van ouders die beiden werkten. Terwijl zij deze kinderopvang startte, bedacht Maria Montessori een opvoedsysteem voor kinderen met een leerhandicap. Deze nieuwe methode zorgde ervoor dat de leerlingen met een leerhandicap even goede resultaten behaalde als gewone leerlingen. Uiteindelijk paste ze de methode op alle kinderen toe. De methode hield met name in dat men meegaat in de keuzes van het kind. Het werd zo’n groot succes dat verschillende scholen in verschillende landen de methode gingen toepassen. Om haar methode te vertegenwoordigen reisde Maria Montessori veel en overleed uiteindelijk in1952 in Nederland te Noordwijk.
Ben je fan van Maria Montessori? Dan kan ik je dit aanraden, met daarin niet alleen haar levensloop beschreven, maar ook hoe haar ideeen in het hedendaagse onderwijs passen.
Wat houdt de Montessori methode in
Elk kind is uniek is een belangrijk uitgangspunt. Het individu bepaald het eigen leerproces. Ieder kind krijgt de mogelijkheid zich te ontwikkelen in zijn eigen tempo. De leerkracht ondersteunt dit proces met behulp van speciaal Montessorimateriaal.
Nu is het niet zo dat het kind steeds kan doen wat ie zelf wil, de methode is een combinatie van vrijheid en discipline. Ook wel vrijheid in gebondenheid genoemd door Maria Montessori. Het houdt eigenlijk in dat er wel een aantal taken vaststaan, zoals rekenen, taal en spelling, maar dat het kind een keuze mag maken welke taak het uitvoert naar persoonlijke belangstelling. Dat betekent dat het ene kind liever aan taal werkt en de ander liever aan rekenen. Op deze wijze reguleert het kind zijn eigen ontwikkeling. Ook is een standpunt dat de leergierigheid per onderwerp in de tijd verandert, waardoor het kind ieder onderwerp toch behandelt.
Er wordt dus niet klassikaal lesgegeven, maar de leerlingen werken in groepjes of alleen aan eigen activiteiten terwijl de Montessorileerkracht toezicht houdt en ondersteuning biedt. Dit betekent dat er geen dagelijkse roosters zijn, geen lesboeken en dat de kinderen allemaal hun eigen niveau hebben in de verschillende vakken.
Gaat het echter mis en kan een kind niet goed met de vrijheid omgaan, dan wordt deze bijgestuurd en gestimuleerd door de leerkracht. Dit gebeurt echter zo min mogelijk, want het is juist de bedoeling dat de leerkracht op de achtergrond blijft. Dit zou een positief effect op het verantwoordelijkheidsgevoel van het kind moeten hebben. Discipline zou van binnenuit komen. “Help mij het zelf te doen” is dan ook een goede samenvattende zin om de methode mee te omschrijven. Laat de kinderen de voor hen juiste keuzes maken op een verantwoordelijke manier.
Een andere kern van het Montessori onderwijs is respect. De school werkt als een soort maatschappij waarbij leerlingen die goed zijn in bepaalde taken andere kinderen helpen. Zo leren de kinderen dat ze elkaar nodig hebben. De klassenindeling is dan ook niet hetzelfde als in het reguliere basisonderwijs. Zo kan een kind uit groep 8 bijvoorbeeld een ander kind uit groep 6 helpen met lezen of worden er soms taken samen gemaakt.
Een laatste belangrijk punt bij het Montessori systeem is het omgaan met de omgeving. Hoe behandel je het milieu en alles om je heen met respect. Ieder kind heeft iets om te verzorgen, zoals een eigen plant. Daar zorgen ze het hele jaar voor. Ook houden de kinderen de omgeving van de school bij en ruimen ze op. Dat kan betekenen dat het schoolplein wordt opgeruimd, maar het kan ook betekenen dat de kinderen punten slijpen van potloden of dat er kwasten van het verven worden schoongemaakt. Op deze manier krijgen de kinderen meer verantwoordelijkheid binnen de school en respect voor spullen van anderen en de omgeving.
Indeling van de groepen in het Montessori onderwijs
Montessori scholen hebben een andere klassenindeling dan het regulier basisonderwijs. Zo zitten de kinderen van groep 1 en 2 bij elkaar en vormen de onderbouw, groep 3, 4 en 5 vormen de middenbouw en als laatst is er de bovenbouw met de groepen 6, 7 en 8.
Dit heeft verschillende voordelen. Zo kunnen kinderen elkaar helpen en leren van de meer ervaren kinderen. Daarnaast kunnen kinderen die sneller werken dan hun huidige groep aansluiting vinden bij kinderen van een hogere groep. Doordat er verschillende taken en activiteiten zijn, kan er gevarieerd worden met indelingen in groepjes, zo wordt voorkomen dat een kind altijd de jongste of de oudste, de minste of de beste van een groep is. Dit zou de sociale ontwikkeling van het kind ten goede komen, omdat het met allerlei verschillende kinderen leert omgaan.
Nadelen van het Montessori systeem
De overgang van de groepen is niet hetzelfde zoals op de reguliere basisschool. Zo gaan er soms maar één of twee kinderen door naar de volgende groep, waardoor je eigenlijk de groep waar je vrij lang inzit ineens kwijtraakt. Als je van groep wisselt, verander je ook van leerkracht. Enerzijds is dit een nadeel, anderzijds kun je op deze manier wel een goede band met je leerkracht opbouwen.
Een ander nadeel is dat de onderwijsinspectie tegenwoordig hogere eisen stelt dan een aantal jaar geleden. Zo nemen ook Montessori scholen CITO toetsen af. Dit past echter niet helemaal bij het gedachtegoed van Maria Montessori. Het kind wordt wel vrijgelaten, maar geacht te voldoen aan een bepaald niveau. Voordeel hiervan is dat de aansluiting met het voortgezet onderwijs dan weer soepeler verloopt.
Tot slot
Sommige mensen zijn gecharmeerd van het Montessori systeem en anderen vinden het teveel vrijheid voor het kind. Kinderen die veel structuur nodig hebben, kunnen de vrijheid niet aan, terwijl anderen zich juist optimaal ontplooien. Kies de school die je het best bij jezelf en je kind vind passen. Er is keuze genoeg.