Instructie is meer dan doelen stellen

Hoeveel meer?

Lerares geeft lesIn drie andere artikelen maakte ik duidelijk dat instructie gaat over het realiseren van een aantal doelen. Het hoogste doel aan instructie is het realiseren van zelfstandigheid. Het secundaire doel dat moet bijdragen aan het creëren van zelfstandigheid is het creëren van structuur in de chaos. Die structuur realiseer je door dat wat belangrijk, noodzakelijk en leuk is op te delen naar wat iemand moet weten, kunnen en willen. Maar nu heb je alleen nog maar de doelen voor een instructie geformuleerd. Hoe krijg je nu die belangrijke, noodzakelijke en leuke kennis in de hoofden van de onwetende?

Instructie is meer

Iedere instructie heeft tot doel het creëren van een zelfstandige of dat nu een zelfstandige beroepsbeoefenaar is of een geëmancipeerde deelnemer aan de maatschappij maakt niet zoveel uit. Dat doet instructie door de chaos van een beroep of de maatschappij te structureren. Die structuur krijg je door wat iemand moet weten, kunnen en willen in te delen naar wat belangrijk is, noodzakelijk, leuk en overbodig. Maar het enige wat je dan bereikt hebt is dat je doelen hebt in de vorm van:

  • De leerling weet hoe de Nederlandse overheid is samengesteld.
  • De leerling kan de onderdelen van de Nederlandse Staten Generaal benoemen.
  • De leerling kan na deze training een persoonlijke keuze maken uit alle partijen die meedoen aan de verkiezingen voor de tweede kamer van de Staten Generaal.
  • De leerling wil na deze cursus meedoen aan de verkiezingen voor de gemeenteraad.

Maar hoe krijg je de kennis en houding die hoort bij deze doelen in het hoofd van de deelnemer. Daarvoor moet je niet alleen doelen kunnen stellen, maar ook weten hoe het brein van de mens werkt.

Het menselijk brein

Laten we beginnen met te stellen dat het menselijk brein een product van van miljoenen jaren selecteren op basis van wat het beste werkt in een bepaalde situatie. Het brein is dus een instrument gericht op het doorgronden van de omgeving van een levend wezen om zo de overlevingskansen van de wezen te vergroten. In zekere zin is het brein dus niets meer en niets minder dan een instrument, net zoals de maag, de longen, klauwen of spieren.

Het doel van het brein is dan ook niet anders dan het doel van de longen of de darmen, namelijk bijdragen aan het overleven van het levende wezen waar onderdeel van uitmaakt. Het feit dat levende wezens een brein hebben heeft dan ook te maken met het feit dat een brein door zijn lerende vermogen de kansen op overleven vergroot. Daarnaast heeft het brein een coördinerende functie, zodat een levend wezen kan overleven. Hoe werkt dat leren van het brein dan?

Het lerende brein

Er zijn een paar manieren waarop het brein leert. Het meest basale model van leren is herhalen. Dit is bijvoorbeeld de manier waarop mensen leren lopen en eten. Het herhalen gaat zelfs zover dat ons brein handelingen die vaak herhaald worden en die bij elkaar horen groepeert, waardoor we de handelingen sneller kunnen uitvoeren. Een voorbeeld van dit groeperen is taal. Bepaalde woorden die experts gebruiken zijn samenvattingen van teksten die vele pagina’s kunnen beslaan. Zo weet iedere arts wat een hartinfarct is, maar zou hij of zij meerdere zinnen nodig hebben om precies te beschrijven wat er gebeurt bij een hartinfarct.

Nadoen

Een volgend systeem van leren is nadoen. Het brein bezit voor dit nadoen neuronen die reageren op bewegingen van andere levende wezens. Deze zogenaamde spiegelneuronen, zorgen ervoor dat het eigen lichaam instaat is Docent en leerling in veiligheidskledingbewegingen van andere levende wezens na te doen. Spiegelneuronen spelen bijvoorbeeld een rol bij het leren praten, lachen of gapen.

Fantaseren

Een volgend systeem van leren is fantaseren. Het brein bezit bijvoorbeeld de mogelijkheid om gedrag dat het in een bepaalde situatie gebruikt, bijvoorbeeld pakken, te vertalen naar een andere situatie. Zo kun je bijvoorbeeld pakken veranderen in reiken of aanwijzen, waardoor iemand anders iets voor je pakt. Of je kunt gooien met de hand veranderen in gooien met een werpstok, waardoor je een steen of speer verder en harder kunt gooien dan met de hand. Nog een systeem om te leren is herkennen van mogelijkheden en oefenen. Zo zal de steen als hamer waarschijnlijk ontdekt zijn door een mens die zag dat een steen lawine het breken van stenen veroorzaakt. Waarna die persoon op het idee kwam om zelf met een steen te gaan slaan.

Gevoelens

Verder leert het brein met behulp van gevoelens. Bepaalde ervaringen geven zo’n goed gevoel, dat we ze zonder problemen onthouden. Dit is bijvoorbeeld de oorzaak voor het feit dat mensen verslaafd raken. Terwijl andere ervaringen ons zo’n slecht gevoel geven, dat we ze uit alle macht proberen te vermijden.

Verder leren veel baby’s en peuters bepaald gedrag wel en ander gedrag niet te vertonen. Simpelweg omdat het ene gedrag wel een reactie oproept bij hun ouders en ander gedrag niet. De reactie van de omgeving bevestigt en versterkt het getoonde gedrag, omdat de aandacht een goed gevoel geeft. Terwijl het gedrag dat geen reactie oproept verdwijnt. Weer iets geleerd zegt het brein in zekere zin:

Als ik een reactie wil van mijn omgeving, dan moet ik dit gedrag vertonen.

Zo creëren sommige ouders hun eigen huilbaby. Overigens mag je als ouder nooit de conclusie trekken dat het je eigen gedrag is dat die huilbaby heeft gecreëerd, het kan namelijk ook een lichamelijke oorzaak hebben. Pas als je als ouder hebt uitgesloten dat de oorzaak niet lichamelijk is, mag je gaan denken aan je eigen gedrag als oorzaak.

Ritmes en geuren zijn door hun directe verbinding met onze gevoelens sterke hulpmiddelen voor het leren. Zo zorgen bepaalde geuren en ritmes ervoor dat we iets heel snel kunnen leren. Niet voor niets kennen veel culturen die geen schrift kenden verhalen die ritmisch zijn of die gezongen worden om zo het leren en onthouden te versterken en vereenvoudigen.

Nadenken

Hoewel nadenken lijkt op fantaseren, is het niet helemaal hetzelfde. Nadenken gaat over het bekijken van bepaald gedrag om het te beoordelen en vervolgens conclusies te trekken over dat gedrag. Vervolgens kan met behulp van de fantasie verbeteringen bedacht worden aan het gedrag. Waarna dit nieuw bedachte gedrag uitgeprobeerd kan worden. Kolb vatte dit leren samen met de woorden:

  • ervaren
  • analyseren
  • concluderen
  • uitvoeren

Wat betekenen al deze vormen van leren door het brein voor instructie? Het betekent dat je meerdere mogelijkheden hebt om kennis over te dragen en houding te veranderen.

Geïnstrueerd leren

Het feit dat het brein leert door nadoen, herhalen (oefenen), gevoelens, fantaseren en nadenken, betekent dat een instructie alle vormen van leren moet bevatten. Een instructie moet dus de mogelijkheid bieden om na te denken en te fantaseren, wat betekent dat er rust momenten moeten zitten in de instructie. Het moet gevoelens aanspreken en de mogelijkheid bieden tot nadoen. Het moet momenten van herhalen bevatten.

Daarnaast moet instructie uitdagend zijn, het mag dus niet saai zijn en mag het niet beangstigend zijn. Want angst leidt tot vermijdingsgedrag, wat betekent dat iemand niet leert wat je wilt instrueren. Terwijl verveling leidt tot het zoeken van aandacht van anderen of het zoeken van spanning.

Als het je dus lukt om kennis en houding van wat belangrijk, noodzakelijk en leuk is te koppelen aan herhalen, nadoen, nadenken, fantaseren en gevoelens dan kun je een mens helpen te leren.

Nu kun je eindelijk een instructie gaan creëren die verder gaat dan het stellen van doelen.

Conclusie

Leraar voor schoolbordHet doel van instructie is mensen zelfstandigheid leren. Dat doe je onder andere door structuur te creëren in de chaos. Door binnen de structuur weten, kunnen en willen aan te bieden en ervoor te zorgen dat het brein de kans krijgt om zijn manieren van leren te gebruiken. Dus een instructie moet herhalingen bevatten, de mogelijkheid om na te doen, de lerende moet de kans krijgen om na te denken en te fantaseren. Maar het belangrijkste is wel dat een instructie gevoelens aanspreekt bij de onwetende en dan ook nog de juiste. Want angst en verveling leiden juist tot het leren van de verkeerde zaken, namelijk vermijding en spanning zoeken.

Afbeeldingen