Wie was Herman Boerhaave
Algemeen
Zijn motto was “Simplex sigillum veri”, oftewel eenvoud is het kenmerk van het ware. Zijn naam komt heel veel voor in de Nederlandse steden en 65 Nederlandese straten zijn naar hem vernoemd. Hij heeft zelfs een eigen standbeeld. Zijn leerlingen (en tijdgenoten) noemden hem “praeceptor Europe” oftewel leermeester van Europa. Iedereen heeft zijn naam wel eens gehoord, maar wie was nu eigenlijk Boerhaave.
Herman Boerhaave
Op 31 december 1668 wordt om één uur in de ochtend in Voorhout Hemanus Boerhaave geboren. Zijn Grootouders waren afkomstig uit het Franstalige gedeelte van Vlaanderen. Zijn vader, de calvinistische dominee, Jacobus is geboren in Leiden. Zijn moeder is Hagar Daelder.
Wanneer Herman 5 jaar was overlijdt zijn moeder. Zij was de tweede vrouw van zijn vader, en dit huwelijk heeft maar 10 jaar geduurd. Een jaar later hertrouwd zijn vader met Eva Dubois die een goede moeder werd voor de jongen.
Omdat zijn vader dominee was, kreeg hij van zijn vader onderwijs. Toen hij naar school ging, ging hij naar de 4e klas van de Latijnse school. De Latijnse school was bedoeld voor kinderen van de gegoede klasse en bereidde hun leerlingen voor op een studie aan de universiteit. Hier ontpopt hij zich tot een zeergoed lerende student die altijd de hoogste van zijn klas is.
In diezelfde periode krijgt Herman een hardnekkige ontsteking op zijn linker been. Deze is pas na 5 jaar geheel verdwenen. De vele bezoeken aan doktors leverden vaak pijnlijke behandelingen op. Het wordt aannemelijk geacht dat Herman hier zijn interesse voor de geneeskunst opdeed. Deze ervaring bracht ook mee dat hij zich beter in zijn patiënten en hun pijn kon inleven.
In 1722 wordt hij weer ziek en moet hij het rustiger aan gaan doen.
Boerhaave familieman
Rijke koopmansdochter Maria Drolenvaux is zijn bruid op 14 september 1710. Het paar krijgt vier kinderen, alleen dochter Joanna Maria (geboren op 19 maart 1712) blijft in leven. De andere drie kinderen sterven op jonge leeftijd.
De geneeskunde
Vader Boerhaave had de wens geuit dat zijn zoon theologie zou gaan studeren. Dat deed Herman ook, maar daarnaast studeerde hij ook natuurfilosofie en wiskunde. Dit deed hij aan de universiteit van Leiden. In 1682 overleed zijn vader en kon Herman alleen verder studeren door de giften van anderen. In 1690 promoveert hij tot doctor in de wijsbegeerte.
Hierna volgt een studie geneeskunde. Deze volgt hij in Harderwijk (waarschijnlijk vanwege de kosten). In 1693 promoveert hij tot doctor in de medicijnen en gaat terug naar Leiden om zich daar als arts te vestigen.
Leerstoelen
Enkele jaren na zijn promotie in de medicijnen krijgt hij een benoeming aan de universiteit van Leiden. In 1701 wordt hij lector (docent aan de universiteit, nog net geen hoogleraar). Zijn jaarsalaris bedraagt dan 400 gulden. Acht jaar later (1709) wordt hij hoogleraar in de botanie en geneeskunde, ook aan de universiteit van Leiden. Na de dood van Govert Bidloo in 1714 volgt hij hem op als rector magnificus (hoogleraar directeur) aan dezelfde universiteit waar hij reeds als lector aan verbonden was. Deze promotie betekende dat hij hoogleraar praktische geneeskunde werd. Vanaf dit moment begint hij met het introduceren van het nieuwe instituut van de klinische les. Ook wordt hij in 1714 benoemd als arts in het St. Augustinus ziekenhuis van Leiden. Hier werden twee maal per week leerlingen toegelaten om het vak uit de praktijk te leren. Daarnaast krijgt hij een benoeming als hoogleraar scheidkunde in 1718, wanneer Jacob le Mort overlijdt. In 1722 volgt hij de overleden Frederik Dekkers op als eerste professor praktiserende medicijnen.
In 1728 wordt hij gekozen in de Academie Française, een officiële instelling die gespecialiseerd is in de Franse taal. Hier werd toezicht gehouden op de Franse woordenschat en de grammatica. Alsmede het bevorderen van de Franse taal wereldwijd. Er zijn maximaal 40 leden. Anno 2010 is onder andere Valéry Giscard d'Estaing lid van deze academie.
Dan volgt in 1730 zijn verkiezing aan de Londense Royal Society. Voluit heet deze academie “The Royal Society of London for the Improvement of Natural Knowledge”. Deze academie rijkt de oudste wetenschapsprijs aller tijden uit; “the Copley Medal”. Darwin, Einstein en Pasteur hebben deze medaille ooit mogen ontvangen. Een ander bekend lid van deze academie was onder andere Christiaan Huygens.
Hortus Botanicus
Naast zijn vele functies aan de Leidse Universiteit, was Boerhaave ook directeur van de Hortus Botanicus. Dit werd hij automatisch toen hij benoemd werd als hoogleraar botanica. Hier breidde hij de hele collectie verschillende plantensoorten uit, waarvan hij ook indexen maakte. Kon hij een plant hier niet kwijt, dan verdween deze naar zijn buitenhuis Oud Poelgeest.
Medicus
Als medicus heeft Boerhaave onder andere “het syndroom van Boerhaave” een scheur (ruptuur) in de slokdarm als gevolg van hevig braken.
Herman introduceerde de klinisch pathologische conferenties. Deze zijn heden ten dage nog een belangrijk onderwijs middel. Twee van zijn werken zijn decennia na zijn dood standaardwerken binnen de geneeskunde gebleven.
Bij zijn leerlingen bleef hij erop hameren dat geneeskunde valt en staat met grondige basiskennis van natuurwetenschappen (natuur- en scheikunde). Zoek de oorzaak van de ziekte. Hij onderwees zijn leerlingen onder andere in het Caecilia ziekenhuis, waar 12 bedden beschikbaar waren. Tegenwoordig staat dit ziekenhuis in het Boerhaave museum in Leiden.
Ziekte en dood
Als arts heeft hij na zijn ziekte in 1722 bij zichzelf lambago rheumatica geconstateerd. Dit betekende dat hij zijn gezondheid zeer in acht moetst gaan nemen. Om rust te kunnen nemen koopt hij in 1724 zijn buitenhuis Oud Poelgeest. Wanneer de ziekte weer terugkomt, besluit hij zijn leerstoelen Botanica en Scheikunde op te geven, maar blijft wel lesgeven. Op 28n april 1729 gaat hij met pensioen wat betreft zijn professorschap Botanica en Scheikunde. Tot 1738 blijft hij lesgeven in praktische geneeskunde en klinische geneeskunde.
Herman sterft in zijn Leidse woning aan de Rapenburg 31 op 23 september 1738 tussen vier en vijf uur in de ochtend, bijna 70 jaar oud. Hij is begraven in de St. Pieterskerk van Leiden.
Publicaties
Naast zijn vele werk heeft Herman Boerhaave ook nog tijd gevonden om te schrijven en publiceren. Zijn indrukwekkende lijst met boeken ziet er als volgt uit:
- 1707; Instituiones medicae; verandert in 1708 in Aphorismi de cognoscendis et curandis morbis
- 1710; Index stirpium in horto academico
- 1719; De materia medica, et remediorum formulis liver
- 1720; Alter index stirpium, & c.adornes with plates, and containing twince de number of plants of the former
- 1722; Epistola ad cl. Ruischium, qua sententiam Malphighianam de glandulis defendit
- 1724; Atrocis nec prius descripti morbid historia illustrissimi baronis Wassenariae
- 1725; Opera anatomica et chirugica Andreau Vesalii; with the lif of Vesalius
- 1727: De materia medica, et remediorum formulis liver, 2e editie
- 1728; Altera atrocis tarissimique morbid marchionis de Sancto Albano historia
- 1731; Aretaei Cappadocis nova edition
- 1732; Elementa Chemiae
- 1734; Observata de argento vivo, ad Reg. Soc. et Acad. Scient.