Cyberpesten en hoe als ouder hier mee om te gaan
Cyberpesten en hoe als ouder hiermee om te gaan
Inleiding
Internet is voor ouders een virtuele wereld naast de werkelijke wereld. Voor kinderen en jongeren is er maar één wereld. Contacten op internet gaan op school verder. Iemand die ze alleen in de virtuele wereld kennen, is voor hen een vriend. Leer dus ook hun virtuele wereld kennen.
Om te beginnen
- Zet de computer voor kinderen onder de 13 jaar op een zichtbare plaats. Zo heb je meer zicht op het internetgedrag van je kind en ben je in de buurt om te helpen als er iets vervelends gebeurt.
- Installeer een goede virus-scanner en firewall en ververs de bijbehorende virus-database minstens een maal per week.
- Denk erover na of je een filtersoftware programma wilt gebruiken. Deze zorgen ervoor dat het onmogelijk is om naar bepaalde sites te surfen. Soms kun je er ook de gebruikerstijd om te internetten mee begrenzen. Voorbeelden hiervan zijn: YourSafetynet home (dit programma maakt het IP-adres van degene met wie je chat op MSN zichtbaar, er is dus geen sprake meer van anonimiteit), NetNanny, CYBERsitter, CyberPatrol en Safekidszone, MyBee.
Verdiep je in de digitale wereld
- Het internet is voor jou misschien onbekend terrein. Ga zelf chatten, MSN-en, surfen, zoeken en downloaden. Je leert ook zien hoe leuk het internetten voor kinderen is.
- Wil je snel iets meer weten over de techniek achter het internetten? Bekijk de 'Stoomcursus' van Mijn Kind Online. Of lees het handboek voor ouders: Uw kind op internet, Bergvoet & Pardoen. Hierin staat beschreven wat tieners doen op internet, je leert de termen die daarbij horen en op foto's zie je hoe dat er uitziet op het beeldscherm.
Leer de internetwereld van je kind kennen
- Praat over internet. Vertel je eigen ervaringen en vraag je kinderen wat zij allemaal doen en meemaken en hoe ze dat vinden. Als je de internetwereld kent en hier belangstelling voor toont, zal je kind eerder naar je toekomen als dat nodig is. Bouw wederzijds vertrouwen op.
- Heb je zelf niks met computers of internet? Praat er dan toch over met je kind, ook al weet je er niet veel van. Je hoeft bijvoorbeeld niet te weten wat een browser is om met je kind te praten over wat hij of zij meemaakte op internet.
Ook in de internetwereld opvoeden
- Kinderen tussen de 8 en 12 jaar zijn niet zo internetvaardig als je misschien denkt: ze lezen niet goed, klikken waar hun oog op valt, zijn ongeduldig en weten niet hoe ze goed moeten zoeken op internet. Ze kunnen niet goed inschatten hoe betrouwbaar een site is. Het is de taak van ouders om ze dat te leren.
- Begeleid je kind. Leer je kinderen om te gaan met de favorieten-lijst. Zo kom je ook op een natuurlijke manier te weten welke ontdekkingen je kind heeft gedaan. Leer je kind ook om niet zelfstandig spelletjes en programma's te downloaden.
- Maak afspraken met je kinderen over wat ze wel en niet mogen op de computer en hang deze eventueel op naast de computer.
- Zorg dat je kind nooit persoonlijke informatie op internet geeft. Leer je kind om altijd een schuilnaam te gebruiken. Dat is heel gebruikelijk op internet. Leg je kind ook uit om geen namen, telefoonnummers of adres ergens achter te laten, zelfs niet op een eigen homepage. Denk bijvoorbeeld aan de naam van de school, van vriendjes en vriendinnetjes of broers en zussen.
- Wees erbij als je kind lid wordt van een site. Om spelletjes en andere leuke dingen te doen op een site, moet een kind zich soms registreren. Als je er zelf bij bent kun je zien welke gegevens waar naartoe gaan.
Contact met school
Hoewel het cyberpesten vaak thuis achter de computer gebeurt, komen signalen hiervan vaak op school naar voren. Vermoed je dat jouw kind gecyberpest wordt? Neem dan contact op met school en spreek je vermoeden uit. Mocht er sprake zijn van cyberpesten, ga dan met iemand van school om de tafel om na te denken over een goede aanpak. Veel scholen hebben een protocol cyberpesten. Hierin is vastgelegd hoe met cyberpesten omgegaan wordt door school, leerkrachten, ouders en leerlingen.
Cyberouders
Een cyberouder gaat op school aan de slag om leerlingen, ouders en leerkrachten te begeleiden op de digitale snelweg. Hij (of zij) signaleert of er problemen of ‘gevaarlijke’ digitale situaties zijn en gaat in gesprek met de leerlingen en de ouders waarbij hij in nauw contact blijft met de schoolleiding en het team. Hij is een ambassadeur voor meer aandacht voor internetveiligheid op school en thuis. Elke betrokken ouder kan cyberouder worden.
Bronvermelding
www.pestweb.nl