Hoe pak je pesten op school aan
Inleiding
Om pesten op school aan te pakken is het opstellen van een pestprotocol een eerste goede stap. In dit pestprotocol spreken de schoolleiding, leraren, vertegenwoordigers van ouders en leerlingen regels af hoe te handelen in het geval van pesten en is er ook veel aandacht voor het onderkennen van pestgedrag en het voorkomen van pesten. Uiteraard helpt een pestprotocol alleen niet. In het geval van pesten moeten de kinderen, volwassenen, leerkrachten elkaar aanspreken in het geval zich ongewenste situaties voordoen en moeten er ook adequate maatregelen getroffen worden om verder pesten in de toekomst te voorkomen. Daarnaast is het stimuleren van wederzijds respect een belangrijk middel om pesten te voorkomen. In voorkomende gevallen kan de vertrouwenspersoon worden ingeschakeld.
Voorwaarden goed pestbeleid
Belangrijke voorwaarden voor een goed pestbeleid zijn met andere woorden:
- Pesten moet echt als probleem worden gezien door alle direct betrokken partijen: leerlingen (gepeste kinderen, pesters en de zwijgende groep), leerkrachten en de ouders.
- De school moet proberen pestproblemen te allen tijde voorkomen. Pesten moet bespreekbaar worden gemaakt met de kinderen, de af te spreken regels moeten ook door de kinderen worden nageleefd.
- Als pesten zich voordoet, moeten leerkrachten (in samenwerking met de ouders) dat kunnen signaleren en duidelijk stelling nemen.
Wanneer pesten ondanks alle inspanningen toch weer de kop opsteekt, moet de school beschikken over een directe aanpak.
- Wanneer het probleem niet op de juiste wijze wordt aangepakt of de aanpak niet het gewenste resultaat oplevert dan is de inschakeling van een vertrouwenspersoon nodig. De vertrouwenspersoon kan het probleem onderzoeken, deskundigen raadplegen en de schoolleiding adviseren.
- Op iedere school is een vertrouwenspersoon aangesteld.
Signalen van pesten
Pesten is te herkennen aan een veelheid van signalen:
- Altijd een bijnaam, de persoon nooit bij de eigen naam noemen.
- Zogenaamde leuke opmerkingen maken over die persoon.
- Een klasgenoot telkens weer ergens de schuld van geven.
- Briefjes doorgeven.
- Beledigen.
- Opmerkingen maken over kleding.
- Isoleren en negeren.
- Na schooltijd opwachten, schoppen of slaan.
- Op weg naar huis achterna rijden.
- Naar het huis van de gepeste gaan.
- Bezittingen afpakken.
- Schelden of schreeuwen.
- Pesten via msn.
Pestprotocol
In het pestprotocol wordt voor de school een aantal regels opgesteld waaraan iedereen zich dient te houden. De regels moeten eenduidig zijn en moeten periodiek aan de orde worden gesteld in de klas. De regels moeten ook worden aanvaard door de leerlingen. Een lastig probleem is altijd het aangeven van pestgedrag. Klikken móet in dit geval. Wanneer een leerling bij de leerkracht pesten aangeeft, moet hier direct op worden ingesprongen en moet de oplettende leerling zonodig in bescherming worden genomen. Iedere leerling heeft de verantwoordelijkheid pesten aan te geven. Zonodig moet de leerkracht in overleg met wederzijdse ouders naar een oplossing zoeken om het pesten te stoppen. Het is niet de bedoeling dat ouders los van de school het probleem eigenhandig oplossen. Om pesten te voorkomen kan verder gedacht kan worden aan een set duidelijke regels.
- Wij luisteren naar elkaar.
- Wij blijven van elkaar en van elkaars spullen af.
- Wij bedreigen elkaar niet
- Wij letten niet zoveel op elkaar en roddelen niet over elkaar.
- Wij schelden niemand uit.
- Wij spelen en werken samen. Iedereen hoort erbij.
- Wij denken eerst na voor we iets doen.
- Wij spugen niet.
- Wij lachen niemand uit.
- Wij doen niet iets bij een ander dat we zelf ook niet prettig vinden.
De regels worden liefst door de leerlingen opgesteld en vervolgens in de klas goed zichtbaar opgehangen. Deze regels maken onderdeel van het ‘formele’ pestprotocol, dat door de schoolleiding, de vertegenwoordigers van ouders, leerlingen en leraren wordt opgesteld en ondertekend. Het pestprotocol kan op de schoolwebsite worden geplaatst en op een goed zichtbare plaats in het schoolgebouw.
Aanpak bij pesten
In het pestprotocol wordt opgenomen wat te doen in het geval van pesten. Wanneer gesignaleerd wordt (door gepeste leerling zelf, ouders, andere leerling of leerkracht) dat een leerling wordt gepest, brengt de leerkracht de pester en de gepeste leerling bij elkaar voor een gesprek om zicht te krijgen op het pestgedrag en probeert hij of zij samen met hen de pesterijen op te lossen en (nieuwe) afspraken te maken. In het geval van voortdurend pestgedrag, neemt de leerkracht duidelijk stelling en houdt hij of zij een bestraffend gesprek met de leerling die pest. Betrokken ouders worden op de hoogte gebracht van het pestgedrag. Leerkracht en ouders werken samen aan een oplossing om het pesten te stoppen. Bij aanhoudend pestgedrag kan deskundige hulp worden ingeschakeld zoals de Schoolbegeleidingsdienst, de schoolarts van de GGD of schoolmaatschappelijk werk.