De Nederlandse Politie

De Nederlandse Politie.

Centred text

Wat is de Nederlandse Politie?

Dat klinkt als een organisatie. Maar is het inderdaad een organisatie, of is de Politie een verzameling van instanties die belast zijn met dezelfde taken?

Na het in 1994 inwerking treden van de Politiewet 1993, bestond er geen Rijkspolitie of gemeentepolitie meer. De Nederlandse Politie bestaat sinds die tijd uit 26 politiekorpsen, waaronder het KLPD (Korps Landelijke Politiediensten).

De politiemensen worden betaald door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en worden voor een deel ook door dit Ministerie aangestuurd. Anderzijds leggen de Korpschefs verantwoording af aan het (regionale) college.

De hoofdtaken van de Politie

De Politie heeft de volgende taken:

  • het verlenen van hulp
  • preventie
  • handhaven van orde en rust
  • het oplossen van misdrijven

Kortgezegd staat de Politie voor: het helpen van mensen en het vangen van boeven.

Functies binnen de Politie

Algemeen

Binnen de Politieorganisatie zijn heel veel verschillende functies. De mensen die wij in het politieuniform op straat tegenkomen, vormen maar een deel hiervan. Er zijn ook mensen nodig om de gebouwen en voertuigen te onderhouden, aangiftes op te nemen, de vele telefoontjes af te handelen en om zaken op te lossen (recherche).

De Meldkamer

Alle werkzaamheden die de Politie op straat uitvoert, worden aangestuurd door de Meldkamer. Op de Meldkamer komen de telefoongesprekken van 112 binnen. De Meldkamer heeft overzicht waar alle politiemensen zich bevinden en sturen ze zo snel mogelijk naar de plekken waar ze nodig zijn. De Meldkamer gebruikt daarvoor het portofoonsysteem C2000. Alle politiemensen op straat hebben een portofoon en kunnen op die manier met de Meldkamer communiceren. De Meldkamer werkt in de meeste gevallen nauw samen met de Meldkamer van de Brandweer en de ambulancevoorziening. Zo kunnen de hulpverleningsdiensten heel goed met elkaar afstemmen als er bijvoorbeeld een grote brand is. Daarvoor heb je immers brandweer nodig om te blussen en mensen te redden, politie om de wegen af te zetten en een of meerdere ambulances om de gewonden naar het ziekenhuis te brengen.

Verkeerspolitie

Niet alle politiemensen hebben dezelfde taken. Zelfs niet de agenten die we op straat zien. Zo zijn er agenten die zich vooral bezighouden met verkeerstaken. Die letten erop of iedereen zich aan de verkeersregels houdt. Zij houden regelmatig grote controles en letten dan op bijvoorbeeld snelheid, verlichting of kijken of bestuurders van auto's en vrachtwagens hun gordel dragen.

Noodhulp

De politiemensen die altijd paraat staan om naar incidenten toe te gaan, noemen we de noodhulp. Elk gebied heeft altijd een of meerdere noodhulpvoertuigen paraat. Op zo'n noodhulpvoertuig zitten twee agenten, hoofdagenten of brigadiers, die zijn opgeleid om dit speciale werk te doen. Natuurlijk hebben deze politiemensen ook verstand van verkeer en kunnen eventueel verkeer regelen of een bekeuring uitschrijven, maar hun hoofdtaak ligt bij het oplossen van incidenten. Daarbij valt te denken aan (huiselijke) twist, maar zij gaan ook ter plaatse bij brand, vechtpartijen, inbraken of overvallen.

"Toeters en bellen"

Om snel op plaats van bestemming te kunnen komen, mogen politiemensen de verkeersregels overtreden. Daarvoor is nodig dat er spoed is bij de melding die zij hebben gekregen en zij moeten dit veilig doen. Als er een prioriteit 1 melding is en zij hebben toestemming, mogen zij in bepaalde gevallen ook de sirene en de zwaailichten van hun voertuig aanzetten. In deze gevallen hebben de politiemensen voorrang op alle andere verkeersdeelnemers. We noemen een voertuig dat met zwaailichten en sirenes rijdt ook wel een voorrangsvoertuig.

Samenvatting

We hebben nog niet alle politietaken besproken. Maar de meest in het oog lopende kun je in dit artikel vinden.