Wat is een OTS
Inleiding
Opvoeden van kinderen is niet altijd makkelijk, Soms loopt het zelfs compleet uit de hand, men kan dan de hulp inschakelen van Jeugdzorg. Jeugdzorg kan dan vaak helpen door middel van een OTS uit te laten spreken over uw kind, maar wat is nou een OTS?
Wat is een OTS?
OTS betekend letterlijk: Onder Toezicht Stelling
Een OTS is een kinderbeschermingsmaatregel waarbij ouders tijdelijk hulp en toezicht krijgen bij de opvoeding van hun minderjarige kind(eren). De ouders behouden het (beperkte) gezag en blijven zelf (financieel) verantwoordelijk voor de opvoeding van hun kind(eren). Tevens zijn de ouders verplicht zich te houden aan de (schriftelijke) aanwijzingen van de toegewezen gezinsvoogd. Het doel van een OTS is ervoor zorg te dragen dat een kind veilig kan opgroeien en de beste kansen krijgt zich goed te ontwikkelen. Het is daarbij de bedoeling dat de ouders weer geheel zelfstandig de opvoeding op zich kunnen nemen. Een OTS wordt door de kinderrechter uitgesproken voor hoogstens één jaar. Tegen het einde van de OTS wordt bekeken of verlenging van de OTS noodzakelijk is. In ieder geval eindigt een OTS als een kind 18 wordt.
De gezinsvoogd
De kinderrechter kan na onderzoek door de Raad voor de Kinderbescherming, besluiten dat er redenen zijn om het (de) kind(eren) onder toezicht te stellen. Dit betekent dat er een gezinsvoogd aan het (de) kind(eren) en de ouder(s) wordt toegewezen. Het (de) kind(eren) blijft in eerste instantie thuis wonen. Als het echter in het belang van het (de) kind(eren) is, kan besloten worden door de rechter het (de) kind(eren) in een tehuis of pleeggezin te plaatsen, dit noemen ze een uithuisplaatsing. De gezinsvoogd praat regelmatig met het (de) kind(eren) en de ouders. De gezinsvoogd helpt de ouders om ervoor te zorgen dat zij het (de) kind(eren) op een goede en veilige manier opvoeden. De ouders hebben het dus niet meer alleen voor het zeggen, maar moeten de adviezen van de gezinsvoogd opvolgen.
Plan van aanpak
Binnen 6 weken nadat de gezinsvoogd in het gezin is maakt hij samen met de betrokkenen een plan van aanpak. In dit plan van aanpak staat beschreven wat er goed gaat en wat er moet gebeuren om de situatie thuis te verbeteren.
In dit plan van aanpak staat bijvoorbeeld:
- De reden(en) waarom de Raad voor de Kinderbescherming een OTS heeft aangevraagd.
- Wat er gebeurd is in het gezin.
- De aard van de problemen.
- Wat het (de) kind(eren), de ouders en de gezinsvoogd gaan doen om deze problemen op te lossen.
- De mening van het gezin over de situatie en over de voorgestelde hulp.
De gezinsvoogd betrekt het (de) kind(eren) (als ze ouder dan 12 jaar zijn) en de ouders bij het maken van het plan. Ook kan hij informatie opvragen bij anderen, bijvoorbeeld bij de school, consultatiebureau of de huisarts. De gezinsvoogd bespreekt het plan met zijn leidinggevende van Bureau Jeugdzorg.
Het plan van aanpak vormt de rode draad in alle gesprekken met de gezinsvoogd. Er staat beschreven aan welke problemenhet gezin gaat werken en hoe de gezinsvoogd het gezin daarbij ondersteunt. De gezinsvoogd spreekt met het gezin af hoe vaak en hoe hij contact heeft met het (de) kind(eren) en de ouders. Dat kan een gesprek bij het gezin thuis zijn of via de telefoon. Hij onderhoudt ook contact met andere mensen die betrokken zijn bij het gezin.
Einde van de OTS
- Als Bureau Jeugdzorg vindt dat het goed gaat met het (de) kind(eren), dan wordt er geen verzoek gedaan de OTS te verlengen. De OTS stopt dan.
- Als Bureau Jeugdzorg vindt dat de situatie niet genoeg verbeterd is, dan verzoekt de gezinsvoogd de kinderrechter om de OTS met maximaal één jaar te verlengen. Voordat de kinderrechter daarover een besluit neemt, kunnen het (de) kind(eren) en de ouders hun mening aan de kinderrechter geven. Dit kan schriftelijk gedaan worden of tijdens de bespreking van de zaak op de rechtbank.