Wat doet een ambulance hulpverlener

Inleiding

Een ambulancehulpverlener is opgeleid om ervoor te zorgen dat een patient een vrije ademweg verkrijgt, zodat er voldoende lucht in de longen kan komen. Hierover moet soms geintubeerd worden, wat inhoudt dat er met behulp van een laryngoscoop (keelspiegel) een flexibele, plastic beademingsbuis via de mond, tussen de stembanden door, in de luchtpijp wordt gebracht. Of in sommige gevallen is een coniotomie noodzakelijk. Hier komt een naald aan te pas om een katheter via de borstkas ingebracht.

==

Een andere ingreep is Intdtraveneuze therapie. Hierbij wordt een naald gebruikt om een katheter in een ader te brengen. Zo kunnen vloeistoffen zoals een zoutoplossing worden toegediend. Een andere mogelijkheid is om met een intraossale naald een vloeistof rechtstreeks in het beenmerg toe te dienen.

Een ambulancehulpverlener kan een harmonitor/defibrillator gebruiken om een elektrocardiogram van een patient te maken. Bovendien kan hij het apparaat gebruiken om te defibrilleren (het toedienen van een stroomstoot om het normale hartritme bij een circulatiestilstand te herstellen) of voor cardioversie (het toedienen van een gereguleerde stroomstoot om een gevaarlijk snelle hartslag omlaag te brengen. Het apparaat kan ook gebruikt worden ale een tijdelijke externe pacemaker om een hart dat te langzaam klopt, sneller te doen kloppen.

Links