Landschapselement: Hakhoutwallen en hakhoutbossen
Grienden
Al heel lang geleden zijn er hakhoutbossen, ook wel grienden genoemd ontstaan. Deze waren nodig om een houtopbrengst te krijgen, die altijd voorradig was. Door deze hakhoutbossen aan te planten kon men van de voortdurende brandhoutproduktie vrij zeker zijn.
Er waren verschillende soorten bomen die daarvoor werden gebruikt zoals Eik, Wilg, Essen en Iepen. De bomen werden afgezet op een niet al te hoge hoogte. Het afzetten van hout, betekend, dat elke keer het opgaande hout wordt afgekapt. Bij ons is de meest bekende vorm van deze manier van afzetten, nog de knotwilg, die ons hollands landschap nog rijk is.
Eikenhouten hakhout wal
Met name eikenhout werd op de veluwe in wallen aangeplant. Dit maakte het kappen handiger. En de lijnen in het landschap gaven een breking van de wind.
Het doel van de grienden
Deze bosjes met een houtopstand van verschillende soorten hout. Konden dienst doen als geriefhout. Dat is hout, dat gebruikt werd voor gebruiksvoorwerpen zoals gereedschappen. Ook het hout voor de bereiding van houtskool werd op die manier gekregen. Ook de schors van deze grienden werd gebruikt voor de leerlooierijen. En voor brandhout diende ze uiteraard allemaal. De soorten die werden opgekweekt hing af van het einddoel dat voor ogen was. Zo kon het zijn, dat in de ene regio hele andere grienden stonden als in de andere regio. Waarbij ook de grondsoort meespeelde in de keuze van de houtsoort. Op de veluwse zandgronden, stonden eikenhouten grienden, maar ook veel Eiken houten hakhoutwallen. Op de nattere gronden gedijen de wilgen goed, dus die stonden daar, samen met de Essen en Iepen.
Niet meer nodig ?
Inmiddels is de oude functie waarvoor de grienden bedoeld waren, verloren gegaan. Door de tegenwoordige grootschaligheid, gebruikt niet meer elke boer, zijn eigen hout, om bijvoorbeeld een steel voor zijn schop te maken. En de kachel brand ook niet meer op hout. Ook kwamen er andere producten op de markt, die voor veel gebruiksvoorwerpen geschikt waren en door de mindere arbeid op den duur ook voordeliger. En de houthandel leverde de produkten op maat af. Een economisch nut was er dus niet meer.
Het gevolg op het landschap
De grienden en hakhoutwallen, hadden in het landschap een waarde gekregen, die jaren is onderkent. Er was rondom de grienden en houtwallen, een bijzondere flora en fauna ontstaan. Doordat de structuur van het hakhout elke keer veranderde, werden ook elke cyclus weer andere vogels aangetrokken. Ook hadden bijvoorbeeld de Eiken een grote invloed op op de waarde van de grond. De eiken verarmden de grond. En waren daardoor mede verantwoordelijk voor de schrale grond en het uiterlijk die de Veluwe nu heeft. Juist de grote heide velden hebben deze schrale grond nodig. Dit verschralen van de grond, kwam doordat de het blad voortdurend onder de bomen vandaan waaide. Daardoor kon er geen humus laag gevormd worden voor de voeding. Terwijl de eiken wel de voeding uit de grond bleven halen.
Nieuwe functie
In de huidige vorm van natuurbeleid, is de landschappelijke waarde van deze grienden en hakhoutwallen weer erkent. Bij veel gemeentes of provincies zijn er subsidiemogelijkheden, om deze vergeten bosjes en wallen weer terug te kunnen planten Een tijd lang is aan deze landschappelijke waarde geen aandacht geschonken. Maar met het huidige natuurbeleid.