Een levenlang leren volgens de overheid

De afgelopen dertig jaar

Data

Met de introductie van de PC en de razend snelle ontwikkeling van informatie en informatieverspreiding, kijk naar het aantal opgeslagen bytes in 2007 300 exabyte (3 * 10²º), kun je niet meer volstaan met je basisopleiding. Eigenlijk zorgt ons steeds hogere opleidingsniveau ervoor dat we steeds langer moeten leren en moeten blijven leren. Dat is ook de boodschap die de overheid de afgelopen dertig jaar heeft verkondigd.

☟ Index

Levenlang leren

Naast de voortdurende toename van beschikbare informatie, heeft ook de toegenomen vervlechting van de wereldeconomie gevolgen voor ons kennis en vaardigheden niveau. Een concurrent zit niet langer in dezelfde straat of wijk of stad of land. Een concurrent kan aan de andere kant van de wereld zitten. Ook de toename van winkels op internet (webshops) veroorzaakt concurrentie die straat-, gemeente-, provincie-, lands- en continentsgrenzen overstijgen. Het gevolg is dat het niet langer voldoende is om te weten wie je concurrent in de
Provincies
straat, gemeente, provincie, land of unie is. Je moet ook weten wat je concurrent twee tijdzones verderop doet, zeker als je een product hebt dat wereldwijd gevraagd is. Maar dat betekent dat je tenminste meer dan je eigen taal moet kennen of anders moet weten wie je de informatie kan geven die je nodig hebt om je concurrent op wereldschaal te kennen.

Maar niet alleen de hoeveelheid informatie en de wereldwijde concurrentie zijn een reden om te blijven leren nadat je je diploma hebt behaald. De toegenomen informatie en concurrentie zorgt voor een razendsnelle verandering op het gebied van de techniek. Wie had zich kunnen voorstellen dat hij vijftien jaar na de explosieve toename van het mobiele telefoongebruik, nu rond zou lopen met een zakcomputer, waarmee je ook kunt telefoneren. Of wat te denken van de steeds slimmere auto, die je vertelt wat de route is naar je bestemming. Als je de maker van de eerste benzineauto, dr. Benz, zou vertellen dat honderd jaar later je auto tegen je praat om je de route te beschrijven, zou hij je een fantast hebben genoemd.

We worden dus door onze eigen ontwikkelingen gedwongen om te blijven leren. Iets wat al werd erkend in de jaren tachtig van de twintigste eeuw. Toen al begon de overheid met te roepen in navolging van pedagogen, didactici en onderwijskundigen dat mensen hun levenlang zouden moeten leren. Dat leidde vervolgens tot het idee dat het zinvoller was om mensen op school te leren leren, dan ze alleen maar vol te stoppen met kennis. Kennis die overigens het moment dat ze hun diploma hadden behaald al weer verouderd en achterhaald zou zijn.

Er blijkt echter één probleem te zijn met de roep om een levenlang te leren.

☟ Index

De overheid en haar beleid

Hoewel de overheid het volledig eens is met iedereen in de maatschappij die zegt dat mensen hun hele leven moeten blijven leren en moeten leren leren is haar beleid anders. Hoewel dat zeg ik verkeerd. Veel van de onderwijskundige vernieuwingen in het onderwijs van de afgelopen dertig jaar: basisvorming, tweede fase, studiehuis; zijn allemaal gericht op het creëren van lerenden. Het probleem met dat beleid is dat het gericht is op het uitvoeringsniveau binnen het onderwijs. Ook het subsidiebeleid van de Nederlandse overheid is niet gericht op het stimuleren van een levenlang leren. Hoewel je zou kunnen stellen dat het jarenlang subsidiëren van opleidingskosten en innovatie je een ander idee kan geven.

Het probleem met dit onderwijskundige vernieuwings- en subsidiebeleid is dat het de verkeerde zaken stimuleert. Wat uit al dit beleid gericht op een levenlang leren blijkt is dat de Nederlandse overheid eigenlijk niet goed weet wat ze wil en bedoelt. Ze gaat er namelijk voortdurend vanuit dat het voldoende is om de omstandigheden te veranderen om dat te realiseren wat ze wil.

Werknemer

Zo hebben bedrijven bijvoorbeeld helemaal geen behoefte aan subsidie van opleidingskosten. Het is wel leuk, maar ze weten allemaal dat het eenmalige bijdrages zijn. Wat bedrijven liever zouden zien is dat de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt verbetert, waardoor ze niet zelf nog eens kosten moeten maken om nieuwe werknemers geschikt te maken. Of wat misschien nog beter zou zijn, nieuwe werknemers die met minimale inzet van het bedrijf zelf instaat zijn om zichzelf van student om te scholen naar werknemer. Of te wel mensen die weten hoe ze moeten en kunnen leren. Dat vraagt echter om een ander soort onderwijs en die verandering zien we in Nederland niet. In plaats daarvan zien we een terugkeer naar ouderwetse ideeën waar het gaat om kennis en nog veel meer kennis. Terwijl je eigenlijk werknemers nodig hebt die snel informatie kunnen opnemen en beoordelen op haar waarde en er vervolgens kennis van kunnen maken die waardevol is voor de werkgever en collega’s.

Helaas stopt de overheid geen geld in dit soort onderwijsvernieuwing. Want dat betekent leerkrachten en docenten anders opleiden. Maar het betekent ook geld vrijmaken om leerkrachten en docenten te blijven opleiden, nadat ze allang aan het werk zijn gegaan. Eigenlijk maakt het mislukken van de basisvorming, de tweede fase en het studiehuis één ding duidelijk, de Nederlandse overheid weet eigenlijk niet veel meer dan het oude systeem van frontaal klassikaal lesgeven in stand te houden. Want echte onderwijsvernieuwing en dus het creëren van lerenden die een levenlang kunnen leren vraagt niet om meer kennisverstrekkers. In plaats daarvan heb je coaches en trainers nodig die lerenden helpen om te ontdekken wat het leuke aan leren is, zodat ze met plezier hun hele leven blijven leren en bereid zijn om te blijven leren.

Eigenlijk wordt het dus tijd dat de overheid zelf begint te leren van haar eigen fouten waar het gaat om haar eigen beleid.

☟ Index

Extra

Afbeeldingen

Data door Normyo

Nederlandse provincies

Werknemer door Sean MacEntee

Index van koppen

◴ De afgelopen dertig jaar
☑ Levenlang leren
☒ De overheid en haar beleid
⚑ Extra
✌ Afbeeldingen
☝ Index van koppen