Het energielabel voor personenauto's

Het energielabel voor personenauto’s

Het energielabel voor personenauto’s is een label dat informatie verschaft over het brandstofverbruik van een auto. Op het energielabel staat informatie over het brandstofverbruik, de CO2-uitstoot en de zuinigheidscategorie van de auto. Het energielabel is in 2001 ingevoerd om het gebruik van energiezuinige auto's te bevorderen. Op iedere nieuw verkochte personenauto is verplicht een energielabel aanwezig.

De indeling in de energielabels is voor 75% gebaseerd op de relatieve zuinigheid en voor 25% op de absolute zuinigheid. Voor het relatieve deel wordt de zuinigheid van een auto afgezet tegen de gemiddelde zuinigheid van andere nieuwe auto’s in dezelfde grootte klasse. Voor het absolute deel wordt de zuinigheid van de personenauto afgezet tegen de zuinigheid van alle nieuwe auto's. Benzine- en dieselauto’s worden hierbij apart behandeld.

Het doel van het energielabel voor personenauto’s

Met het energielabel wilt de overheid bereiken dat consumenten eerder een zuinige auto kopen dan een onzuinige. Dit denkt de overheid te bereiken doordat het energielabel op eenvoudige wijze inzicht geeft in het brandstof verbruik en CO2 uitstoot van een auto en dat de energielabels te vergelijken zijn tussen auto’s in dezelfde grote klasse.

Energielabel in relatie tot de BPM

De overheid is in 2010 begonnen met het introduceren van een milieu component in de autobelasting (BPM, Belasting Personenauto's en Motorrijwielen) . Er is een overgangsregeling gestart. In deze overgangsregeling is de BPM deels afhankelijk van de cataloguswaarde van de auto en deels van de CO2 uitstoot van de auto. Daar waar voorheen enkel de cataloguswaarde de hoogte van de BPM bepaalde. De overheid houdt bij deze overgangsregeling geen rekening met het energielabel, maar kijkt puur naar de CO2 uitstoot van de auto. Vreemd genoeg is er dus geen relatie met het energielabel anders dan dat op het energielabel ook de CO2 uitstoot van de auto vermeld wordt.

Uitleg energielabel voor auto's

Op het energielabel staat het automerk, het model van de auto en de brandstofsoort vermeld. Voor elk model staan ook de volgende gegevens op het energielabel:

  1. Het verbruik volgens opgave van de fabrikant. Dit wordt uitgedrukt in liters brandstof per honderd kilometer.
  2. Het brandstofverbruik in kilometers per liter.
  3. De zuinigheidsklasse. Dit wordt uitgedrukt in de letters A (zeer zuinig) tot en met G (zeer onzuinig).
  4. De CO2-uitstoot in grammen per kilometer.

Brandstof verbruik

Het energielabel geeft aan hoe zuinig een auto is ten opzichte van andere auto’s in dezelfde grote klasse. De tabel hier onder laat zien dat een auto met energielabel D minstens dertig procent meer brandstof verbruikt dan een auto met energielabel A in dezelfde klasse.

Energielabel Zuinigheid t.o.v. gemiddelde auto uit dezelfde grootteklasse
A Minstens 20 procent zuiniger
B 20 tot 10 procent zuiniger
C maximaal 10 procent zuiniger
D maximaal 10 procent onzuiniger
E 10 tot 20 procent onzuiniger
F 20 tot 30 procent onzuiniger
G meer dan 30 procent onzuiniger

Door deze aanpak kan de koper in elke klasse een keuze maken voor een zuinige auto.

Elk jaar strengere eisen

Elk jaar worden de zuinigheidscategorieën opnieuw vastgesteld door de RDW. De normen voor de zuinigheidscategorieën A t/m G worden daarmee jaarlijks herzien. Hierbij wordt gekeken naar de ontwikkeling van de gemiddelde CO2-uitstoot van nieuwe personenauto’s. In de afgelopen jaren is de gemiddelde CO2-uitstoot afgenomen. Als gevolg hiervan zijn de normen voor de categorieën A t/m G scherper worden. Door deze aanscherping kan het voorkomen dat een bepaald model van een auto in het ene jaar nog net een A-label kreeg maar het volgende jaar een B-label krijgt.

Conclusie

Het energielabel is niet alles zeggend. Kijk bij de aanschaf van een auto vooral naar het daadwerkelijke brandstof verbruik om te bepalen hoe zuinig een auto al dan niet is. Aan de hand van dit verbruik kunnen ook de daadwerkelijke kilometerkosten berekend worden. Vooral zelf goed opletten dus.

Verder lezen