Economische integratie en protectionisme
Inleiding
Graag vertel ik u wat over protectionisme, welke vormen protectionisme er zijn, en wat economische integratie inhoudt. Dit vooral naar aanleiding van de vrijhandelszone die China en verschillende Aziatische landen eind 2008 hebben gesloten. En andere vormen van Economische integratie, waaronder bijvoorbeeld de EMU en de EU.
Protectionisme
Protectionisme houdt in principe in dat men zijn of haar eigen markt beschermt. Manieren om dit te bereiken, zijn de volgende:
- Importheffingen: Dit betekent dat over ieder geïmporteerd product een heffing betaald moet worden door de exporteur, waardoor de exporteur wel twee keer nadenkt voor hij gaat exporteren naar dat land.
- Exportsubsidie: Eigenlijk is dit precies het tegenovergestelde van een importheffing. Een exportsubsidie wordt bijvoorbeeld toegekend aan bedrijven die duurder produceren dan gemiddeld, waardaar ze hun producten moeilijker kwijt zullen raken. De overheid geeft hiertoe subsidies, waardoor de exporteurs producten goedkoper kunnen uitvoeren, maar toch evenveel omzet blijven draaien.
- Contigent of quotum: Een contingent of quotum staat voor niets anders dan de maximale toe te laten hoeveelheid. Nederland kan bijvoorbeeld zeggen: "Wij willen maximaal 30.000 auto's per jaar ontvangen uit China".
En dit, terwijl China zonder quotum misschien wel 50.000 auto's had willen exporteren naar Nederland! Het contingent of quotum, wordt ingevoerd om de binnenlandse producten te beschermen, die moeten ook een kans krijgen zegt men.
- Non-tarifaire maatregelen: Dit is een speciale soort maatregel.
Hierbij wordt het betreffende product niet duurder gemaakt, maar mag het van de overheid om andere redenen het land niet in. Hierbij kun je bijvoorbeeld denken aan producten die niet bevorderlijk zijn voor de gezondheid, producten die onderdelen bevatten die slecht zijn voor het milieu, producten die ingaan tegen bepaalde taboes.
Economische integratie
Economische integratie wil zeggen dat verschillende landen zich bundelen en gaan samenwerken. Vaak leidt dit voor alle betrokken partijen tot voordelen. Het is er echter op verschillende niveaus, deze zal ik hieronder bespreken. De niveaus gaan van minst, tot meest geïntegreerd.
- Vrijhandelszone: Ieder land dat betrokken is bij de vrijhandelszone, mag met ieder ander land dat bij diezelfde vrijhandelszone is betrokken, handelen zonder vormen van protectionisme.
Dit bevordert de import en export tussen landen natuurlijk enorm, want men hoeft niet meer te letten op extra heffingen, quota etc.
- Douane-unie: Een douane unie heeft in principe dezelfde regels als de vrijhandelszone, maar er komt ook nog een zogenaamd 'gemeenschappelijk buitentarief bij'. Een gemeenschappelijk buitentarief houdt in dat ieder land binnen de douane-unie, dezelfde invoertarieven vraagt voor landen die niet tot de douane-unie behoren.
- Economische unie: De ecomische unie is de douane unie, inclusief een flink aantal nieuwe elementen. Zo is vrij verkeer van arbeid en kapitaal mogelijk.
Ook heeft een economische unie gemeenschappelijke economische politiek, en gemeenschappelijke politieke instellingen.
- Economische en monetaire unie, ofwel EMU: Dit is de economische unie, inclusief weer een paar nieuwe elementen.
Bij een EMU heeft men ook een gemeenschappelijke munt, en het bevooroordelen van eigen bedrijven met subsidies is bij een EMU niet meer toegestaan. Het afsluiten van de eigen markt voor buitenlandse producten is ook niet meer mogelijk.
Concrete voorbeelden van economische integratie
Canada, de VS en Mexico vormen vrijhandelszone in 1992. Mexico is hier als laatste bijgekomen.
China en tien Aziatische landen vormen een vrijhandelszone sinds januari.
In 1991 is de EMU begonnen met 11 Europese landen, en later zijn hier nog 5 landen bijgekomen. Vanaf 2002 was alleen de euro in de bijbehorende landen nog maar een wettig betaalmiddel.