Welke CAO is van toepassing op uitzendkrachten
Inleiding
In de uitzendbranche bestaan twee verschillende CAO’s. De grootste en meest bekende CAO is die van de ABU. Deze CAO is door de minister van SZW algemeen verbindend verklaard. De andere CAO is van de NBBU. In dit artikel wordt beschreven welke CAO voor wie geldt en wat de belangrijkste verschillen tussen de twee CAO’s zijn.
Welke CAO is van toepassing op welke uitzendkracht
De ABU CAO is de meest bekende CAO binnen de uitzendbranche. Bijna alle uitzendkrachten vallen onder deze CAO, maar ‘bijna alle uitzendkrachten’ is toch niet iedereen. Het is daarom goed om duidelijk te weten welke CAO er nu precies van toepassing is.
In de uitzendbranche zijn drie verschillende soorten uitzendbureaus te onderscheiden.
Uitzendbureaus die aangesloten zijn bij de ABU CAO
De meeste uitzendbureaus, maar in ieder geval alle grote namen, zijn aangesloten bij de ABU CAO. Voor de uitzendkrachten die werkzaam zijn via deze uitzendbureaus is uiteraard de ABU CAO van toepassing. Om erachter te komen of een uitzendbureau lid is van de ABU CAO, kun je kijken op de ledenlijst van de ABU.
Uitzendbureaus die aangesloten zijn bij de NBBU CAO
Er zijn ook uitzendbureaus die hebben gekozen voor de NBBU CAO. Volgens de NBBU is dit ongeveer een kwart van de uitzendbureaus. Deze CAO verschilt inhoudelijk op een aantal punten met de ABU CAO en kan hierdoor net even iets interessanter zijn voor deze uitzendbureaus. Ook de ledenlijst van de NBBU is openbaar.
Uitzendbureaus die niet bij een CAO aangesloten zijn
Dan zijn er nog, meestal de kleinere, uitzendbureaus die bij geen van beide CAO’s aangesloten zijn. Toch is ook op deze groep uitzendbureaus de ABU CAO van toepassing. De reden hiervan is dat de ABU CAO door de minister van SZW (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) algemeen verbindend is verklaard. Dit houdt in dat alle uitzendbureaus zonder CAO zich ook moeten houden aan de rechten en plichten beschreven in de ABU CAO.
Verschillen tussen de ABU en de NBBU
De ABU en de NBBU verschillen uiteraard van elkaar. De meeste verschillen zijn relatief klein te noemen, maar hier worden twee duidelijke verschillen aangegeven:
Fasensysteem
Beide CAO's kennen een fasensysteem. De ABU kent 3 fasen, te weten A, B en C. De NBBU kent er 4, simpelweg genoemd fase 1, 2, 3 en 4. Hoewel er binnen de fasen nog wel verschillen bestaan qua duur en contractbeperkingen, lijken fase 1 en 2 erg veel op fase A, en fase 3 op fase B en fase 4 op fase C.
Beloningssysteem
De wijze van belonen is ook noemenswaardig. De NBBU bepaalt de lonen aan de hand van de loonverhoudingsvoorschriften van de WAADI (Wet Allocatie Arbeidskrachten Door Intermediairs). De ABU daarentegen hanteert bij de eerste 26 weken bij dezelfde opdrachtgever de loonschalen uit de eigen CAO. Daarna moet de inlenersbeloning worden toegepast, oftewel dezelfde lonen als in de CAO van de opdrachtgever.
Andere verschillen zitten onder meer in het uitkeren van de reserveringen, de loondoorbetaling bij ziekte, de benadering van vakantiewerkers en de mogelijkheden voor 65+-ers.
Conclusie
Als je als uitzendkracht aan het werk gaat of bent, dan is het goed om te weten welke CAO het uitzendbureau hanteert. Alle rechten en plichten die je als uitzendkracht hebt zijn hiervan afhankelijk. Is het uitzendbureau bij geen van beide CAO’s aangesloten, dan is automatisch de ABU CAO van toepassing, aangezien deze CAO algemeen verbindend is verklaard. De beide CAO's lijken erg veel op elkaar, maar verschillen onderling toch wel. Onder andere in de fasen die je doorloopt als uitzendkracht en de wijze van beloning.