Attributie van bevoegdheden
Attributie van bevoegdheden
In dit artikel zal ik omschrijven wat het begrip attributie inhoudt aan de hand van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Artikel 10:22 Awb
Art. 10:22 Awb geeft naast een omschrijving van het begrip attributie, ook een instructiebevoegdheid.
“(1) Indien een bevoegdheid tot het nemen van besluiten bij wettelijk voorschrift is toegedeeld aan een persoon of college, werkzaam onder de verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan, kan dit bestuursorgaan per geval of in het algemeen instructies geven ter zake van de uitoefening van de toegedeelde bevoegdheid.
(2) Degene aan wie de bevoegdheid is toegedeeld verschaft het bestuursorgaan op diens verzoek inlichtingen over de uitoefening van de bevoegdheid”.
Het eerste lid geeft een impliciete omschrijving van het attributiebegrip. Het gaat om het toegedeeld krijgen van een bevoegdheid tot het nemen van besluiten bij wettelijk voorschrift. Het gaat hier om een bevoegdheid die eerder nog niet bestond, oftewel er wordt een geheel nieuwe bevoegdheid geschapen die aan een bestuursorgaan wordt verleend. Dit wordt ook wel originaire bevoegdheidstoekenning genoemd. Degene die deze bevoegdheid heeft gecreëerd en aan een bestuursorgaan heeft toebedeeld kan per geval of in het algemeen instructies omtrent de uitoefening van deze bevoegdheid geven.
Als er sprake is van attributie van regelgevende bevoegdheden, dient hiervoor een grondslag te bestaan in de Grondwet (Gw) of een organieke wet. (Een organieke wet is een wet die tot stand is gekomen doordat het bestaan uitdrukkelijk door de Grondwet is voorgeschreven, zoals bijvoorbeeld de Gemeentewet.) Attributie is slechts op een lager niveau mogelijk als het om andere bevoegdheden gaat, wel moet dit altijd direct of indirect op de Grondwet of een wet in formele zin (een wet afkomstig van de formele wetgever, oftewel de regering en Staten-Generaal te zamen)gebaseerd zijn.
Een tweetal voorbeelden
Een voorbeeld waarin er sprake is van attributie is art. 81 Gw:
“De vaststelling van wetten geschiedt door de regering en de Staten-Generaal gezamenlijk”.
In dit artikel wordt een nieuwe bevoegdheid, namelijk de vaststelling van wetten, geschapen en wordt deze toebedeeld aan de formele wetgever, oftewel de regering – art. 42 lid 1 Gw - en de Staten-Generaal – art. 51 lid 1 Gw -gezamenlijk.
Een ander voorbeeld is art. 127 Gw:
“Provinciale staten en de gemeenteraad stellen, behoudens bij de wet of door hen krachtens de wet te bepalen uitzonderingen, de provinciale onderscheidenlijk de gemeentelijke verordeningen vast”.
Dit artikel schept een nieuwe bevoegdheid, namelijk het vaststellen van provinciale/gemeentelijke verordeningen, en bedeelt deze toe aan de provinciale staten – art. 8 Provinciewet - en de gemeenteraad – art. 8 Gemeentewet.
Vergelijking met delegatie, art. 10:13 Awb, en mandaat, art. 10:1 Awb
Zoals hierboven beschreven is attributie het scheppen van een originaire, oftewel nieuwe bevoegdheid. Delegatie is de overdracht van een bevoegdheid. Daartoe wordt geen nieuwe bevoegdheid geschapen, er is sprake van een bestaande bevoegdheid die aan een ander orgaan wordt overgedragen. Naast attributie en delegatie bestaat er ook nog mandaat van bevoegdheden. Dit is de opdracht om in naam van een bestuursorgaan een bevoegdheid uit te oefenen. Daarbij is er geen sprake van een nieuwe bevoegdheid, maar van een bestaande bevoegdheid.
Voor een uitgebreide bespreking van deze begrippen verwijs ik naar Delegatie bevoegdheden en Mandaat van bevoegdheden .