Welke soorten straffen zijn er in het Nederlandse strafrecht
Inleiding
Misdaad is aan de orde van de dag. Wellicht ben je er zelf weleens mee in aanraking gekomen en als dat niet zo is (wat te hopen is) hoor je vast veel over misdaad op televisie. Dagelijks worden vele mensen veroordeeld tot gevangenisstraf of het betalen van een boete. Dit zijn twee straffen die je in Nederland kunt krijgen. Maar welke straffen bestaan er eigenlijk nog meer in het Nederlandse strafrecht?
Hoofdstraffen
De eerste soort straffen zijn de hoofdstraffen. Dit zijn als het ware ‘’basisstraffen’’ die niet direct met het gepleegde delict te maken hebben. Deze straffen worden het vaakst opgelegd.
Het Wetboek van Strafrecht noemt gevangenisstraf als een hoofdstraf. Deze straf kan worden opgelegd wanneer er een misdaad is gepleegd, zoals een overval of geweldpleging. De hoogste gevangenisstraf die in Nederland gegeven kan worden is levenslang zonder kans op vervroegde vrijlating. Een andere zware straf is 30 jaar lang gevangenisstraf.
Gevangenisstraf is niet te verwarren met hechtenis. Hierbij wordt de veroordeelde ook in de cel gezet, maar het gaat om een kortere periode: maximaal 1 jaar. Een persoon kan in hechtenis worden gezet na het plegen van een overtreding zoals het niet betalen van boetes.
Daarom is het verstandig om je boetes wel altijd te betalen. Het betalen van boetes is ook een hoofdstraf. De bedragen die betaald moeten worden kunnen variëren van minimaal 2 tot maximaal 450.000 euro. Verder zijn ook taak- en alternatieve straffen hoofdstraffen. Een taakstraf is ‘’het leveren van onbetaalde arbeid met een maatschappelijk nut’’. Zoals helpen bij de plantsoendienst van de gemeente. Een taakstraf heeft een duur van maximaal 480 uur. Een voorbeeld van een alternatieve straf is een leerstraf. Hierbij moet de veroordeelde bijvoorbeeld een cursus woedebeheersing volgen of een andere cursus of training.
Bijkomende straffen
De tweede groep straffen zijn de bijkomende straffen. Vaak worden deze opgelegd naast een hoofdstraf, maar ze kunnen ook afzonderlijk worden opgelegd. Wel hebben bijkomende straffen altijd direct te maken met het gepleegde delict. Zo kan je rijbewijs worden ingevorderd wanneer je de snelheidslimiet ernstig overtreden hebt. Of je kunt uit je ambt worden gezet als je die positie ernstig misbruikt zou hebben.
Een andere bijkomende straf is het verbeurd verklaren van bepaalde eigendommen van de veroordeelde. Deze eigendommen worden dan ‘’afgepakt’’ en worden eigendom van de Nederlandse Overheid. Zaken als vuurwapens kunnen verbeurd worden verklaard.
Maatregelen
Ten slotte kunnen er maatregelen getroffen worden tegen de veroordeelde. Deze maatregelen hebben als doel om de maatschappij te beschermen tegen de dader of de dader tegen zichzelf te beschermen. Het bekendste voorbeeld is wellicht het opleggen van TBS (terbeschikkingstelling). Dit houdt in dat de veroordeelde onder dwang wordt verpleegd voor zijn (vaak geestelijke) problemen. Door TBS moet een dader geholpen worden in zijn persoonlijke ontwikkeling zodat de kans op herhaling van het plegen van strafbare feiten uitblijft. De duur van de TBS-behandeling wordt vooraf niet vastgesteld. Iedere twee jaar bekijkt een rechter opnieuw of hij vindt dat de behandeling moet worden gestopt of de komende twee jaar moet worden voortgezet. Vaak duren TBS-behandelingen lang, waardoor een capaciteitsprobleem is ontstaan.
Voor minderjarigen
Het strafrecht is voor minderjarigen anders geregeld dan hierboven werd beschreven. Zo kan een persoon die jonger is dan 12 jaar nooit strafrechtelijk worden vervolgd. Zo’n jong kind kan echter wel een behandeling krijgen voor eventuele psychische problemen waar de gepleegde delicten uit voort zijn gekomen. Wanneer kinderen zich bijvoorbeeld baldadig hebben gedragen, kan ze ook verplicht worden om een opstel te schrijven over wat ze hebben gedaan zodat ze leren van hun fouten. Dit wordt de STOP-reactie genoemd.
Kinderen van 12 tot 18 jaar worden vaak volgens het kinderstrafrecht vervolgd. Het gebeurt zelden dat een minderjarige volgens het volwassenenrecht vervolgd wordt. Kinderen in deze leeftijdscategorie kunnen straffen opgelegd krijgen door Bureau HALT. Vaak zijn deze straffen lichte werkstraffen. Deze worden opgelegd om te voorkomen dat minderjarigen al in een juridische procedure belanden.
Conclusie
Er zijn drie soorten straffen die in Nederland opgelegd kunnen worden:
● Hoofdstraffen: dit zijn gevangenisstraffen, geldboeten en werk- en alternatieve straffen.
● Bijkomende straffen: deze straffen zijn direct afgestemd op het gepleegde delict.
● Maatregelen: deze zijn bedoeld om de maatschappij voor de dader te beschermen.
Voor minderjarigen is het strafrecht anders geregeld. Vaak wordt geprobeerd om te voorkomen dat jonge kinderen al in een civiele en juridische procedure terechtkomen.
Bronnen afbeeldingen: Wikimedia Commons, Kafziel, Anneke Wolf