De Nederlander wordt geacht

Inleiding

De Nederlander wordt geacht de wet te kennen, is een veel gehoorde uitspraak van vooral politici en hoge ambtenaren. Nu blijkt dat veel Nederlanders de wet alleen maar kennen, zeker als je ziet hoeveel verkeersboetes er uitgeschreven worden voor snelheidsovertredingen. Maar het blijkt nog veel erger te zijn. Veel Nederlanders waarvan je verwacht dat ze de wet ook kunnen toepassen blijken hem alleen maar te kennen.

De wet kennen

Nu kent Nederland, net zoals heel veel andere Westerse landen tegenwoordig meer wetten dan er Nederlanders zijn. Of overdrijf ik nu. Waarschijnlijk zijn er nog niet meer wetten dan Nederlanders, maar er zijn ondertussen wel meer wetsartikelen dan Nederlanders. Er wordt dus van de Nederlander verwacht dat hij zo’n beetje alle inwoners van Amsterdam en Rotterdam kent. Maar dan niet oppervlakkig in de zin van een naam bij een gezicht weten, maar grondig. Je moet eigenlijk alles van die inwoners weten, van hun geboortedatum en -plaats tot welke kleur ze leuk vinden. Dat is natuurlijk wat vreemd om van mensen te verwachten, zeker als je bedenkt dat ons geheugen geschikt is voor maximaal een paar duizend mensen. Waarvan we dan een kleine honderd beter kennen en een ruim tiental goed kennen.

Er wordt dus iets van Nederlanders verwacht dat helemaal niet mogelijk is. Helemaal omdat die wetten iedere zoveel jaar van inhoud veranderen. Het is alsof al die inwoners van Amsterdam en Rotterdam iedere vijf jaar van geboortedatum en - plaats veranderen en een andere favoriete kleur kiezen. Hoe kun je die wetten dan nog kennen?

Het doel van wetgeving

Het vreemde is echter dat wetgeving niet een soort roman is, waar je voor je plezier in gaat zitten lezen. Wat de Nederlandse wet wel is, het is een toepassingsdocument. De Nederlandse
wet is bedoeld om een kader te scheppen waarbinnen Nederlanders kunnen samenleven zonder het recht van de sterkste of slimste te moeten laten gelden. Het doel van de Nederlandse wetgeving is dus het creëren van een zekere mate van gelijkheid tussen inwoners van Nederland. Zodat het aantal ruzies beperkt blijft, mensen elkaar niet de koppen inslaan omdat ze het niet met elkaar eens zijn of omdat ze zich opgelicht voelen.

Vandaar ook dat de Nederlandse wet het dragen van wapens verbiedt en dit recht exclusief toekent aan speciale Nederlanders zoals politieagenten en militairen. Zelfs politici mogen geen wapens dragen. Als je als gewoon burger een wapen wilt kunnen hanteren, bijvoorbeeld voor een sport dan moet je daar zelfs goedkeuren voor aanvragen via de politie. Wat zeg ik als je een stof wilt kopen bij een apotheek die als gif te gebruiken is, dan moet je je naam en reden voor gebruik achterlaten. De Nederlandse wetgever probeert ons dus op allerlei manieren te beschermen tegen onszelf. Dat is dus een tweede doel dat de wet kent:

Het beschermen van de Nederlander tegen geweld,

naast het geven van regels die het samenleven makkelijker moeten maken.

Probleem met toepassen

Wat is dan echter ons probleem met het toepassen van al die regels? Hoe komt het dan dat het juist juristen zijn die menen boven de wet te staan? Hoeveel mensen kennen niet verhalen van advocaten, rechters en ambtenaren van het openbaar minister die allerlei wettelijke regels
overtreden? Hoe kan het dat politie agenten die beschikken over de middelen om duidelijk te maken dat ze de wet moeten overtreden om te voorkomen dat ergens de wet wordt overtreden, zich juist niet aan de wet houden als ze hem niet hoeven te handhaven? Hoevaak zie je niet politieautos te hard rijden of agenten op de fiets in een gebied waar je alleen maar mag lopen? Een gebied waar even later lopende agenten een fietsende burger aanhouden en een boete uitdelen.

Is dat overtreden van de regels door zij die de wet beter zouden moeten kunnen toepassen dan gewone burgers misschien de reden dat burgers steeds meer in opstand komen. Want wat is er zo speciaal aan juristen, politici en wetshandhavers dat zij meer mogen dan gewone burgers? Zij zijn toch ten eerste mensen en burgers van de Nederlandse staat. Ze zijn toch geen burgers van een andere Nederlandse staat dan andere Nederlanders. Daarbij ik heb er toch niets aan als iemand de wet alleen maar kent, maar hem niet kan toepassen. Dan hoef je toch ook geen wetgeving te maken. Want dan blijkt zo langzamerhand wel dat het niet gaat om wetgeving, maar houding van burgers. De meeste burgers hebben geen wet nodig om samen te leven.

Geacht de wet te kennen

Misschien is het wel die verwachting uitgesproken wordt in de zin:
De Nederlander wordt geacht de wet te kennen.

Dit is niet meer dan een verwachting, die eigenlijk al duidelijk maakt dat verwacht wordt dat de Nederlander de wet niet kent. Maar wat nog veel erger aan deze verwachting is, is dat de wetgever alleen maar verwacht dat de Nederlander de wet kan opsommen, reproduceren. De Nederlander hoeft de wet helemaal niet te kunnen toepassen, hij moet alleen maar weten wat er in staat. Net alsof het voldoende is om te weten hoe je een auto repareert om een auto te kunnen repareren.

Misschien moet de wetgever een andere verwachting gaan uitspreken ten aanzien van de Nederlander:

De Nederlander wordt geacht de wet te kunnen toepassen.

Net zoals je van een automonteur verwacht dat hij zijn kennis van een auto kan toepassen om die auto te repareren. Zo zou een Nederlander de wet moeten kunnen toepassen en niet alleen maar kennen.

Afbeeldingen

imageafter

Nederlandse vlag
Verkeersborden
Bezoekregelement
Politie
Waaiende Vlag