Wat is Web 3.0

Web 3.0

Internet is altijd in beweging. Eerst was er Web 1.0. Toen kwam Web 2.0. En toen we dat grotendeels snapten, kwam de volgende generatie internet eraan. Web 3.0 of de derde generatie internet met nieuwe mogelijkheden. Willen of niet, je rolt er vanzelf in. En je moet mee...

Van Web 1 naar Web 3.0

Web 1.0

Hiermee is het allemaal begonnen! Achteraf gezien was 1.0 om te lachen. Je kon surfen op het net en dat was het dan. De informatie die je kreeg, was te nemen of te laten. Maar we vonden het met zijn allen heel wat. Met grote ogen hingen we voor het (kleine, zwart/wit) scherm. Wat spannend allemaal. Zelfs al snapten we helemaal niets van wat er op de achtergrond allemaal gebeurde.

Web 2.0

Web 2.0 werd een belangrijke en eindeloze informatiebron. Een spinneweb van allemaal interessante documenten. Over van alles en nog wat: mensen, gebeurtenissen, bedrijven, landen, sport, eten enzovoort. In feite over alle onderwerpen die je maar kunt verzinnen. En die onderwerpen werden heel belangrijk. De grote uitdaging voor de toekomst was om computers te leren begrijpen waar die informatie over ging, wie zich ervoor interesseerde, wie dikwijls dezelfde website bezocht, welke reclame (advertenties) bij de onderwerpen kon worden geplakt, welke sites veel bezoek kregen, welke informatie moest worden geweigerd enzovoort, of de surfer zelf ook iets te vertellen had, enzovoort. Kortom: er was veel werk aan de winkel en de mogelijkheden waren quasi onbeperkt. Google had dat al heel snel begrepen. Kijk maar hoe ver ze het hebben geschopt: ze beheersen het internet met hun zoekmachine.

Het nieuwe aan 2.0 was ook dat internet socialer werd. De inhoud werd ondergeschikt aan het gelinkt zijn van websites. Hierdoor ontstonden communities als Facebook, MySpace, LinkedIn enzovoort met als groot verschil dat we tegelijkertijd consument én maker werden van de inhoud.

Web 3.0

Op dit moment weet men nog niet echt hoe dat nieuwe grote ding er uit zal zien. Er zijn namelijk gewoon te veel nieuwe dingen: onmogelijk om te zeggen welke van al die trends de komende jaren echt de richting zullen bepalen.

  • Zelfs de naam is nog niet echt bepaald: men noemt 3.0 ook het semantische Web en/of het 'personal centric Web'.
  • Dat neemt niet weg dat het volgende te gebeuren staat:

1. Geen browser meer

  • De noodzaak van een afgesloten softwareprogramma om over het internet te surfen zal minder en minder pertinent worden. Men verwacht dat de webbrowser op langere termijn zelfs helemaal zal verdwijnen.
  • Hoe? Het bureaublad van de computer zal alle taken van de internetbrowser overnemen doordat deze wordt opgelost in het besturingssysteem van de computer. In de 2.0 versie zijn het internet en de computer eigenlijk 2 afzonderlijke systemen. Die scheiding gaat verdwijnen.
  • Een voorteken van deze toekomstige trend zijn de 'widgets'. Dit zijn kleine programmaatjes die als een post-it blaadje op het bureaublad van de computer worden geplakt en die specifieke informatie (weerbericht, beurskoersen...) automatisch van het internet plukken.
  • Ook de groei van 3D-internetwerelden als Second Life is, hoewel een beetje overhyped, een duidelijk teken aan de wand.

2. De gebruiker is de baas

  • Vergelijk deze nieuwe ontwikkeling met de afstandsbediening van uw TV: de consument bepaalt wat er op TV komt! Dat is ook de bedoeling van 3.0: de consument bepaalt wat er gebeurt. Die zal in de toekomst slechts één identiteit hebben waarmee hij over de sites surft en waarin alle informatie staat die de eigenaars van die sites ooit over hem zullen krijgen. Meer info wordt alleen beschikbaar als de gebruiker die expliciet vrijgeeft omdat hij bijvoorbeeld de site vertrouwt of een fan is van het merk X. Het sleutelwoord is dus privacy. Met name draait het rond informatie-eigendom: u hoeft niet langer alle informatie die een site u vraagt te geven om erop te mogen. Eerder omgekeerd: zij moeten het doen met de info die de surfer vrijgeeft.
  • Hoe? Door de machtsverhouding te laten overhellen naar de gebruikers kunnen bedrijven die nog scherper naar hun hand zetten.
  • Bijvoorbeeld: Open ID: een soort identiteitskaart voor surfers. Al 4.500 websites ondersteunen het systeem.

3. Overal internet

  • Internet overal aanwezig: niet alleen op uw pc, mobiele telefoon maar ook in uw kleren en in uw huis. Voorbeeld: een slaapkamerraam dat online de weersvoorspellingen checkt zodat het zich automatisch kan sluiten als er zware regenval in de lucht hangt.
  • Hoe? Domotica: internettoepassingen die in alle elektronica in uw huis zitten ingebakken.
  • Eerste voorbeelden: de 'slimme woning' waarin specifieke diensten voor keuken, woonkamer, slaapkamer en badkamer op toekomstige internettoestellen kunnen worden geleverd. Voorlopig is het eerste product een beveiligingscamera maar meer toepassingen volgen snel.
  • Het web breekt hiermee als het ware uit het computerscherm en wordt ook op allerlei andere plaatsen beschikbaar: mobiele apparaten maar ook apparaten die nog uitgevonden moeten worden. Een simpel voorbeeld hiervoor is een fotolijstje dat je foto’s via internet ophaalt.

4. Slim internet::

  • Voorbeeld: vraag aan de computer om uw agenda af te checken met de beschikbaarheid van alle dokters of tandartsen in een omtrek van tien kilometer. De computer doorzoekt automatisch de internetsites van al die personen en suggereert u netjes een aantal mogelijkheden.
  • Hoe?: websites krijgen op programmeerniveau meer en meer een eengemaakte 'taal' zodat ze dus zowel door machines als door mensen kunnen worden gelezen, ook 'artificiële intelligentie' genoemd.

In theorie

  • In de communicatie tussen computers op het internet speelt met name de syntax een belangrijke rol. Als je een webpagina opvraagt, doe je een verzoek aan een webserver. Die zoekt de pagina voor je op en geeft hem terug in HTML formaat. De browser op je computer kan die HTML syntax omzetten naar een fraai vormgegeven pagina. De betekenis van wat er in die pagina staat blijft de computer onbekend.
  • Hetzelfde gebeurt als je gaat surfen op internet. Een zoekmachine doorzoekt miljarden pagina’s van het internet op zoek naar de zoekwoorden die je hebt ingegeven. Vervolgens toont de zoekmachine een lijst met pagina’s waarin die zoekwoorden voorkomen. De zoekmachine weet wel dat de zoekwoorden voorkomen in de pagina’s in de lijst, de inhoud van die pagina’s is voor de zoekmachine echter onbekend.
  • Het semantic web geeft betekenis aan entiteiten in webpagina’s en relaties tussen entiteiten. Het semantic web is dus, in tegenstelling tot het huidige web, een web van entiteiten.
  • De huidige applicaties begrijpen best veel van de inhoud van een webpagina. Een voorbeeld: als ik een Hyves account heb dan weet Hyves precies welke mijn naam is en wie mijn vrienden zijn. Hyves is dus ook al intelligent wat dat betreft. Maar deze intelligentie is beperkt tot Hyves zelf. Indien deze informatie semantisch opgeslagen zou zijn dan zou deze informatie voor elke applicatie op het web toegankelijk zijn. Met andere woorden: het semantische web maakt de betekenis van entiteiten en relaties tussen entiteiten beschikbaar op het totale internet.

In de praktijk

  • Je boekt een vlucht naar Parijs.
  • Automatisch krijg je nu ook al de vraag of je een auto wilt huren. Die vraag is echter tot stand gekomen door samenwerking tussen webapplicaties van bijvoorbeeld Transavia en Hertz.
  • Automatisch krijg je ook een aanbod van alle manifestaties tijdens jouw verblijfsperiode en
  • een overzicht van alle restaurants in Parijs.

Het is dus duidelijk dat het semantisch web leidt tot een grotere beschikbaarheid van informatie.

Gevaar

  1. Entiteiten zullen een wolk aan eigenschappen en relaties om zich heen verzamelen. Hierin schuilt het gevaar van over-informatie. We hebben alleen behoefte aan informatie die ons persoonlijk interesseert. De behoefte aan op de persoon toegesneden informatie zal daarom steeds belangrijker worden.
  2. Op dit moment wordt door organisaties als Google, Amazon en Yahoo ook al het klikgedrag van bezoekers vastgelegd. In een semantisch web zal deze informatie veel rijker worden. Er is immers veel meer bekend over degene die door de site klikt.
  3. Op steeds meer plaatsen komen webapplicaties iets over ons te weten. De profielen die buiten je weten om over jezelf worden opgebouwd, zullen dan ook zeer groot zijn.