Hoe is de gloeilamp uitgevonden
Inleiding
Eén van de uitvindingen die het leven van de mens erg heeft veranderd, is de gloeilamp. Sinds de introductie van het voorwerp ruim een eeuw geleden is de gloeilamp niet meer weg te denken uit ons huis. Een gloeilamp is tegenwoordig zo vanzelfsprekend, dat we nooit nadenken over de geschiedenis van dit lichtgevende voorwerp. Hoe is de gloeilamp bijvoorbeeld uitgevonden? Met welke materialen is allemaal geëxperimenteerd?
De gloeilamp
Een gloeilamp is een klein glazen bolletje met daarin een gloeidraad. Zo gauw als de gloeilamp op een spanningsbron is aangesloten, gaat er stroom lopen door die gloeidraad. De gloeidraad wordt daardoor zo heet dat deze uiteindelijk licht gaat geven. Vaak worden gloeidraden van wolfraam gemaakt. Dit metaal heeft namelijk een erg hoge smelttemperatuur en kan dus lang meegaan in een gloeilamp en zendt veel licht uit. Het is belangrijk dat de ballon, een andere naam voor het glazen bolletje, niet beschadigd raakt. Hierdoor zou namelijk zuurstof bij de gloeidraad kunnen komen waardoor deze door kan branden. De gloeilamp wordt dan onwerkbaar. Vroeger werden gloeilampen daarom ook vacuüm gemaakt. Tegenwoordig wordt er echter het gas argon in de ballon gestopt. Dit versterkt het licht en zorgt ervoor dat de gloeidraad langer mee kan gaan.
Chronologie van de uitvinding
Al aan het begin van de negentiende eeuw waren er mensen bezig met het bouwen van praktische lichtgevers. Destijds bestond de zogenaamde booglamp al. Hierbij werd gewerkt met twee staven gemaakt van koolstof. De punten van deze staven werden tegen elkaar aan gezet en daarna liet men er een elektrische stroom doorheen lopen. De staven gloeien dan eerst rood op en daarna fel wit. Dit felle witte licht was totaal niet handig en praktisch om mee te werken. Er moest dus een ander materiaal gevonden worden dat wél ‘’praktisch’’ licht uit zou stralen. In het jaar 1801 was de Britse scheikundige Humphry Davy bezig met experimenten met een platinadraad als gloeidraad. Deze draad verbrandde echter al snel. De eerste redelijk geslaagde gloeilamp werd gemaakt in 1854 door de Duitser Heinrich Göbel. Hij had een verkoolde bamboevezel geplaatst in een lege fles. Deze fles maakte hij vacuüm. Omdat er geen zuurstof in de fles was, kon de bamboevezel niet verbranden. Dit resulteerde in een lamp die maar liefst 400 uur lang bleef branden.
Göbel kreeg echter ruzie met Thomas Edison. Edison zei dat hij ook al zo’n lamp had uitgevonden en eiste dat hij het patent erop zou krijgen. Göbel en Edison belandden tegenover elkaar in de rechtbank. Uiteindelijk won Göbel in 1893. Niet lang hierna stierf hij. Na de uitvinding van Göbel stopten de ontwikkelingen van de gloeilamp echter niet. Onder andere de wetenschappers Alexander Lodygin en Joseph Swan hebben in respectievelijk 1872 en 1878 ook gloeilampen gemaakt, met behulp van kooldraden. Deze lampen gaven echter maar weinig licht en overtroffen Göbels uitvinding niet. De gloeilamp was nog steeds niet geperfectioneerd. Men wilde een lamp die meer licht gaf. Daarom werden er veel onderzoeken gedaan naar betere gloeidraden. Zo werd er in 1902 een gloeidraad gemaakt van osmium en niet veel later werden er ook gloeidraden van tantaal geproduceerd. Deze materialen hadden hogere smeltpunten en konden daardoor meer licht geven. Uiteindelijk lukt het William David Coolidge in 1910 om gloeilampen te maken met wolfraam als gloeidraad. Dit metaal heeft het allerhoogste smeltpunt en is daardoor de beste gloeidraad.
Thomas Edison
De Amerikaan Thomas Alva Edison wordt vaak genoemd als uitvinder van de gloeilamp. Hij heeft echter maar een deel bijgedragen aan de ontwikkeling van het apparaat. Bovendien heeft hij alleen maar het apparaat van Heinrich Göbel verbeterd. Het grootste deel van de techniek achter de gloeilamp staat dus niet op Edison zijn naam. Op 21 oktober 1879 slaagde hij erin om voor het eerst een gloeilamp te laten branden. Omdat zijn gloeilamp een groot commercieel succes werd, is hij uiteindelijk bekend geworden als de uitvinder van de gloeilamp. Wat Thomas Edison wel heeft uitgevonden, is de schroefdraad van een gloeilamp. De schroefdraai is het stukje aan de onderkant van de lamp waarmee je de lamp in een fitting kunt draaien. Tegenwoordig worden de verschillende types van schroefdraden aangegeven door de letter E en een cijfer. Zo staat E5 voor een schroefdraad met een diameter van 5 millimeter. De E komt van de naam Edison.
Conclusie
Er zijn verschillende mensen die hebben meegewerkt aan de ontwikkeling van de gloeilamp zoals wij deze tegenwoordig kennen. Eén van de eerste personen die experimenteerde met het verhitten van gloeidraden om licht te produceren, was Humphry Davy. Heinrich Göbel heeft uiteindelijk een goed werkende gloeilamp geproduceerd en wordt officieel gezien als uitvinden van de gloeilamp, en niet Thomas Edison. De Amerikaan William Coolidge heeft gloeidraden van wolfraam ontwikkeld. Hiermee zendt een gloeilamp de meeste hoeveelheid licht uit. De gloeilamp is dus uitgevonden door het veelvuldig experimenteren met bijvoorbeeld verschillende gloeidraden.