Partities klonen met Clonezilla-DRBL - Deel 3

Inleiding

CloneZilla Logo

In Partities klonen met Clonezilla-DRBL - Deel 1 heb je kunnen lezen wat CloneZilla ongeveer inhoud en dat we bezig zijn de DRBL server te installeren. In Partities klonen met Clonezilla-DRBL - Deel 2 hebben we de eerste voorbereidingen getroffen, namelijk het controleren en zonodig installeren van de DHCP server.

In dit derde deel gaan we eens kijken hoe we die DHCP server goed kunnen configureren zodat onze server "tijdelijk" IP-addressen kan uitdelen aan onze client PC's waar we de partities van gaan klonen.

Let wel op dat per Linux distributie de inhoud en locatie van de bestandjes, van elkaar kunnen verschillen. Ik gebruik hier Debian 5.01, maar het kan zo mogeijk zijn dat bij een volgende versie weer net even anders is. Distro's die door mij worden aangeraden zijn:

Bij sommige stukjes heb ik erbij gezet dat het in RedHat en andere RPM gebasseerde distributies afwijkt. Soms staat hier de oplossing bij.

De DHCP Server Configureren

Het configuratie bestand van DHCP staat in Debian in /etc/dhcp3/dhcpd.conf, in RPM distro’s in /etc/dhcpd.conf pas het aan naar eigen wens. Hier is een korte beschrijving van een simpel dhcpd.conf bestand. Belangrijk is dat er een subnet sectie aanwezig moet zijn voor elke met DHCP-server gebruikte netwerkkaart.

Hieronder zie je een volledig bruikbaar dhcpd.conf bestand, let er wel even op dat de punten die voor elke toelichting staan eigenlijk comments zijn. In Linux hoort daar een hekje voor te staan!

ddns-update-style interim;

ignore client-updates;

subnet 192.168.1.0 netmask 255.255.255.0 {

  • Het bereik van IP adressen die de server gebruikt
  • om client pc’s op te starten via het network

range 192.168.1.201 192.168.1.220;

  • Stel de maximale tijd in
  • dat een client een IP adres mag gebruiken

default-lease-time 86400; max-lease-time 86400;

  • Stel de Default Gateway in waar de
  • client pc’s naar luistern

option routers 192.168.1.254;

  • Zorg dat er vanaf dit subnet
  • geen DHCP wordt gebruikt voor andere netwerk
  • kaarten

option ip-forwarding off;

  • Stel het Broadcast adres en subnetmask in
  • die worden gebruikt door de DHCP-clients

option broadcast-address 192.168.1.255; option subnet-mask 255.255.255.0; option domain-name-servers 192.168.1.1;

  • Het is mogelijk statische IP adressen uit te geven op basis van
  • het MAC-adres van de netwerkkaart van de host in dit geval “debian”:

host debian { hardware ethernet 08:00:2b:4c:59:23; fixed-address 192.168.1.99; option host-name “debian”; filename “pxelinux.0”; } }

  • Zet onderaan een ongebruikt subnet neer. Anders komen er problemen.

subnet 192.168.2.0 netmask 255.255.255.0 { }

Voor meer DHCP opties type: root@giovanni tmp]# man dhcp-options

NIC instellen voor de DHCP server

In deze handleiding wordt gebruik gemaakt van twee netwerk kaarten, “eth0” is de interface die gebruikt wordt voor WAN en staat los van de DHCP server die we net geconfigureerd hebben. Om te kijken welke netwerk interfaces ingeschakeld zijn gebruik je het volgende commando: [root@giovanni tmp]# ifconfig

  1. Het volgende wordt uitgevoerd
eth0 Link encap:Ethernet HWaddr 00:40:2B:4D:55:04

inet addr:10.0.0.189 Bcast:10.0.0.255

Mask:255.255.255.0

inet6 addr: fe80::240:4edf:fe4d:5504/64 Scope:Link

UP BROADCAST RUNNING MULTICAST MTU:1500 Metric:1

RX packets:10509 errors:0 dropped:0 overruns:0 frame:0

TX packets:1702 errors:0 dropped:0 overruns:0 carrier:0

collisions:0 txqueuelen:1000

RX bytes:2099639 (2.0 MB) TX bytes:296067 (289.1 KB)

Interrupt:20 Base address:0xe000

lo Link encap:Local Loopback

inet addr:127.0.0.1 Mask:255.0.0.0

inet6 addr: ::1/128 Scope:Host

UP LOOPBACK RUNNING MTU:16436 Metric:1

RX packets:0 errors:0 dropped:0 overruns:0 frame:0

TX packets:0 errors:0 dropped:0 overruns:0 carrier:0

collisions:0 txqueuelen:0

RX bytes:0 (0.0 b) TX bytes:0 (0.0 b)

We zien hier duidelijk dat er een netwerkkaart aanwezig is op “eth0”. De interface “lo” wordt gebruik voor de local host. Dat kan ook afgelezen worden aan het 127.0.0.1 IP adres. Deze twee interfaces worden niet direct gebruikt voor de DRBL-server tenzij je dit instelt.

Nu moeten we ervoor zorgen dat de andere netwerkkaart ingesteld en geladen wordt. Eerst gaan we ervoor zorgen dat interface “eth1” gebruikt wordt voor de DHCP-server. Dit doen we door het bestand /etc/default/dhcp3-server aan te passen door te zorgen dat de volgende regel erin staat: INTERFACES=”eth1”

Heel leuk...?

In Partities klonen met Clonezilla-DRBL - Deel 1 is al duidelijk aangegeven dat deze handleiding bedoeld is voor gevorderde Linux gebruikers. Zoals je misschien wel merkt kan de informatie hierboven ook nuttig zijn als je even niet meer weet hoe je een DHCP server configureerd in Linux.

In de volgende delen behandelen we het verder instellen van de netwerk kaarten, installeren en configureren DRBL en starten vanaf onze server een PC op om een partitie te klonen. In die volgende delen gaat het natuurlijk weer over CloneZilla maar het leren configureren van een Linux server wordt ook gelijk behandeld.

Lees verder op Partities klonen met Clonezilla-DRBL - Deel 4