Elektrische wagens morgen een realiteit
We maken ons terecht zorgen om de toekomst. Niet alleen willen we het milieu sparen, maar onze afhankelijkheid van olie als brandstof en grondstof is beangstigend. Inspelend op deze trend zijn autocontucteurs volop bezig alternatieve aandrijvingsmethoden te ontwikkelen. Prototypes rijden al op gas, waterstof en elektriciteit. In het laatste segment is grote voorruitgang gemaakt, maar betekend dit dat we binnenkort allemaal elektrisch rijden?
Voordelen van een elektrische wagen
Het grote voordeel van een elektrische wagen is uiteraard de uitstoot. Beter nog, het gebrek eraan. De moter veroorzaakt veel minder overlast omdat het veel minder lawaai maakt en geen uitstoot geeft. Het vermogen is ook meteen aanspreekbaar. In benzine- of dieselmotoren moet het toerental voldoende opgedreven worden om een optimale acceleratie te bekomen. Verbrandingsmotoren moeten hun restwarmte afvoeren, hetgeen verloren energie is. Elektromotoren leveren meteen vermogen waardoor er sneller geanticipeerd kan worden in het verkeer. Al deze voordelen doen ons dromen van een wagen die we ’s avonds in het stopcontact steken, een dagje mee rondrijden en nooit meer lang de pomp moeten gaan.
Nadelen van een elektrische wagen
Er zijn natuurlijk nog enkele nadelen verbonden aan het gebruik van elektriciteit als aandrijving. De electriciteit wordt volledig omgezet in beweging van de motoren. Slechts een marignale hoeveelheid energie gaat verloren door wrijving. Een verbrandingsmoter zet met moeite 30% van de energie om in beweging, het overige in warmte, dat afgevoerd wordt. Een fractie daarvan kan gebruikt worden om de passagiers te verwarmen. Als we dit in een elektrische wagen willen, moet hiervoor vermogen voorzien worden.
Batterijen
En hiermee belanden we op het grootste minpunt. De capaciteit van de huidige batterijen is nog niet voldoende om een autonomie van een verbrandingsmotor te benaderen. De betere modellen rijden al 600km met volle batterijen, maar moeten minstens 12u opgeladen worden. Om deze 12u te bekomen moet het vermogen voldoende hoog zijn, en onze huishoud 220V is hiervoor niet geschikt. Om praktisch te kunnen werken heeft je elektrische wagen ook een industriele voeding nodig, hetgeen de kostprijs danig de hoogte in jaagt.
Oplaadpunten
Zwaardere installaties kunnen je batterijen sneller opladen, maar zijn niet voor particulier gebruik. We zullen onze tankstations moeten ombouwen tot wegrestaurants, want hoewel het opladen sneller verloopt, ben je er niet op een minuutje vanaf zoals brandstof tanken. Het uitbreiden van zulk netwerk zal in ieder geval een grote investering vragen.
Inpact op het milieu
Uiteraard is het voordeel dat er geen C02 wordt uitgestoten onmiskenbaar. Maar dit geldt slechts wanneer de elektriciteit zelf opgewekt werd op een milieuvriendelijke manier. Het enige alternatief dat vandaag de dag kan instaan voor voldoende stroom op de markt zijn kerncentrales. Onze lage landen hebben helaas geen woestijn om zonneënergie te winnen of bergketens waar we een stuwdam kunnen bouwen. We rekenen daarom vandaag de dag op verbrandingscentrales van olie, gas en kolen. Als we onze wagens aandrijven met elektriciteit dat op deze manier is opgewekt, hebben we geen vooruitgang gemaakt.
Vooruitzichten
Marketingjongens zijn lovend over de toekomst van de elektrische wagens. Niet in het minst omdat hun constructeurs fors investeren in het onderzoek. Hierdoor zijn al enkele belangrijke stappen gezet in de goede richting. Hybridemotoren die deels op brandstof, deels op elektriciteit rijden zijn reeds te koop. De technische achterstand van de volledig elektrische wagens wordt kleiner, maar welke weg we ook inslaan, het gebruiksgemak van brandstoffen gaan we niet evenaren met elektriciteit. Wij kunnen ons ondertussen wel al vergapen aan de futuristische modellen die we reeds kunnen kopen.