Onderhoud van je autoband

Hoewel iedereen die een auto heeft weet dat hij zijn autobanden moet laten nakijken, hoef je dit niet noodzakelijk door een professional laten doen. Het controleren van de groeven, de bandenspanning en de slijtage is iets wat elke leek kan doen. In dit artikel een beetje uitleg over het basisonderhoud van je banden.

 Autobanden bestaan al lang niet meer uit rubber. Sinds Charles Goodyear in 1843 de vulcanisatie ontdekte, konden danzij deze techniek banden gemaakt worden. Het rubber dat wordt verhit en gemengt met additieven, wordt hierdoor sterker. In 1889 patenteerde John Boyd Dunlop de eerste pneumatische band die al gauw een wereldwijd succes werd. Deze oude techniek is ondertussen uitgebreid onderzocht en verbeterd. Nylon, glasvezel en polester wordt aan het rubber toegevoegd om steeds betere prestaties van de band te bekomen.

Belangrijk is dat je banden op de correcte bandenspanning staan. Een band die te slap staat zal voor meer wrijving met het wegdek zorgen waardoor je verbruik verhoogt. Je band wordt ook meer belast, en verslijt sneller. Je mag echter ook niet overdrijven in de omgekeerde richting en je banden te hard opblazen. Hoewel je verbruik verminderd door minder contact tussen de band en het wegdek, zal je rijconfort verminderen. Je zal meer schokken voelen en de band zal niet over zijn volledige breedte verslijten, hetgeen ook zijn levensduur verkort. In je autohandleiding staat de voorgeschreven marge waartussen je bandendruk moet liggen. Bij sommige constructeurs staat dit ook vermeld op onderaan de zijkant van de bestuurdersdeur.

Aangezien je bandenspanning schommelt met de temperatuur, doe je er best aan maandelijks je bandenspanning te controleren. Je band verliest van nature uit kleine beetjes lucht, en een regelmatige controle is echt aangwezen. De reclame vertelt ons dat als je banden opvult met zuivere stikstof, dat ze langer meegaan dan wanneer ze met atmosferische lucht worden opgeblazen. Dit effect is echter ondergeschikt aan de natuurlijke slijtage, maar alle beetjes kunnen helpen.

 Je banden hebben karakterestieke groeven. Deze zijn verschillende van fabrikant tot fabrikant, maar hebben allemaal tot doel je band meer grip te geven, zeker als het regent. Welk type van groeve geschikt is voor jouw wagen is eigenlijk een verkeerde vraag want bandenprofielen zijn aangepast aan het gerbuik ervan. Laat je informeren door je bandencentrale specialist, maar voor de overgrote meerderheid van autobestuurders is het standaardprofiel van de bandenfabrikant voldoende.

Voor Europa geldt de minimum groefdiepte van 1,6 mm waarna een markering in je band zichtbaar wordt. Langer met versleten banden rijden is dus illegaal, maar ook gevaarlijk voor jezelf en anderen. Laat het dus niet zover komen en vervang je banden bij 2 mm. Voor winterbanden is het aangeraden te vervangen na 4 mm.

 Wanneer het koud wordt, gaan je zomerbanden minder presteren. Dan is het aangewezen om winterbanden aan te schaffen. Je laat je zomerbanden opzij zetten in je autobandcentrale waardoor je in aankoop geen extra kost hebt. In sommige delen van Europa (bv. Oostenrijk en Duitsland) zijn winterbanden verplicht in de winter. Denk hieraan als je op wintersportvakantie vertrekt!

Maar ook in onze contreien doe je er goed aan winterbanden te steken. Van zodra de temperatuur onder de 7°C zakt, leveren winterbanden betere prestaties. Ze hebben een beter contact met de weg, en de remafstand kan tot 20% verkorten. Dit grote verschil is heus de moeite waard als je plots een noodstop moet maken.