Wat is de transporttheorie van Ullman
Inleiding
Vervoer en transport houden onze economie op gang. Er zijn echter een paar voorwaarden waaraan moet worden voldaan voordat transport plaats kan vinden. Zo moet er vraag zijn naar een bepaald product en natuurlijk ook aanbod. Deze twee voorwaarden vullen elkaar perfect aan. De wetenschapper Ullman heeft nog meer voorwaarden opgesteld. Deze voorwaarden bij elkaar staan tegenwoordig bekend als de ‘’transporttheorie van Ullman’’. Maar wat zijn deze voorwaarden nou eigenlijk precies?
De theorie
De transporttheorie van Ullman omvat drie voorwaarden. Deze drie voorwaarden zijn noodzakelijk voor het plaatsvinden van goed transport.
Complementariteit
De eerste, enigszins lastige, voorwaarde is complementariteit. Dit heeft te maken met het verhaal van vraag en aanbod wat in de inleiding ook al even besproken werd. Wanneer er bijvoorbeeld op één plek een overschot is aan olie (aanbod) en op een andere plek een tekort (vraag) kan er transport plaatsvinden omdat de twee plekken elkaar perfect aanvullen. Het komt echter niet altijd voor dat er ook daadwerkelijk vervoer plaats gaat vinden tussen de plekken. De mensen die producten nodig hebben, hebben ook geld nodig om het product te kunnen bepalen. In veel landen waar bijvoorbeeld voedseltekorten voorkomen, is er niet genoeg geld om het transport plaats te laten vinden. Ook is het niet altijd te garanderen dat door een overheid ingekochte producten, bij de juiste mensen terechtkomen. Dan wordt er alsnog niet aan de vraag voldaan.
Transporteerbaarheid
Ten tweede moeten de producten te transporteren zijn. Dit heeft vooral te maken met de kwaliteit van de infrastructuur in een land. Stel dat de overheid van een land heel veel voedsel heeft ingekocht en naar het land heeft laten vliegen, dan moet het voedsel ook nog binnen het land zelf getransporteerd worden naar de mensen die het nodig hebben. In veel arme landen is de infrastructuur echter heel slecht. Wegen zijn slecht begaanbaar of ontbreken soms helemaal. Een slechte infrastructuur zorgt dus voor een slechte transporteerbaarheid en dan kan het transport van A naar B niet goed of helemaal niet plaatsvinden.
Tussenliggende mogelijkheden
Ten slotte moeten er tussenliggende mogelijkheden bestaan voor goed transport. Dat betekent dat er voor een leverancier meerdere mogelijkheden moeten zijn om zijn producten af te kunnen leveren. Dat wil dus zeggen: er moeten meerdere klanten zijn. De klant die de hoogste prijs biedt, zal de producten krijgen. Als die klant dan ook nog eens dichterbij woont, en daarbij dus de vervoerskosten het laagst zijn, zal hij zeer waarschijnlijk het product krijgen. Het maakt dan niet uit of de klant die minder biedt, het product harder nodig heeft. Geld is het belangrijkste. Er kunnen overigens ook tussenliggende hindernissen zijn, die het vervoer kunnen belemmeren. Denk dan bijvoorbeeld aan Oost- en West-Berlijn tijdens het IJzeren Gordijn. De plekken liggen heel erg dicht bij elkaar, maar dan kan er nog steeds geen transport plaatsvinden tussen de beide plaatsen.
Conclusie
De transporttheorie van Ullman omvat drie voorwaarden die nodig zijn voor goed transport van goederen. De eerste is complementariteit: er moet zowel vraag zijn naar en aanbod zijn van een product. De tweede voorwaarde is transporteerbaarheid: er moet een goede infrastructuur zijn zodat het product van A naar B vervoerd kan worden. Ten slotte moeten er tussenliggende mogelijkheden zijn: verschillende klanten die het product willen afnemen.