Fabels over de zon

Iedereen weet dat je jezelf goed moet beschermen tegen de zon. Of je nou een lichte of een donkere huid hebt, het maakt niet uit. Er bestaan heel wat fabels over zonnen en die heb ik op een rijtje gezet.

Fabels

1. Ik word minder bruin als ik een zonnebrandcrème met een hoge beschermingsfactor gebruik.

Je wordt niet minder bruin, je wordt minder snel bruin. Hoeveel pigment je huid in staat is om aan te maken (hoe bruin je wordt) is erfelijk bepaald. Het gaat alleen iets langzamer als je een hoge beschermingsfactor gebruikt, maar het is wel veel beter voor je huid. Het voorkomt vroegtijdige rimpels en de kans op huidkanker wordt verkleind.

2. Het is goed om te zonnen want dan maak ik veel vitamine D aan.

Veel mensen denken dat je een paar uur moet liggen bakken voordat je genoeg vitamine D aanmaakt. De aanmaak van vitamine D gebeurt heel snel. Als je iedere dag 15 minuten in de zon loopt, heb je al genoeg vitamine D aangemaakt. Dit is dus geen excuus om extra lang in de zon te blijven.

3. Als ik bruin ben moet ik niet gaan scrubben want dan gaat de kleur weg.

Met scrubben verwijder je alleen de dode huidcellen. Door je dode huidcellen eraf te scrubben wordt je huid egaler en mooier bruin.

4. Een zelfbruiner beschermt mijn huid tegen de zon.

Een zelfbruiner zorgt er alleen voor dat je huid iets donkerder kleurt, dit heeft niets te maken met de aanmaak van pigment. Er zijn wel zelfbruinende producten met een UV-filter, dit kun je zien op de verpakking.

5. Als ik eenmaal bruin ben, hoef ik geen zonnebrandcrème meer te gebruiken.

Je bruine teint beschermt je niet tegen de straling van de zon. Je moet dus altijd zonnebrandcrème gebruiken.

6. Zon is goed om de huid wat minder vet te maken.

Het lijkt misschien alsof je huid minder vet is na het zonnen, maar je talgklieren gaan juist extra hard werken om de door de zon verminderde talg aan te vullen. Hierdoor krijg je juist een vettere huid.

7. Als ik onder een parasol zit, hoef ik mij niet in te smeren.

Een parasol biedt wel bescherming, maar houdt niet alle UV-straling tegen. Muren, zand en water kunnen UV-straling weerkaatsen waardoor je onder de parasol alsnog kunt verbranden. Smeer je dus ook onder de parasol altijd goed in.

Welke zonnebrandfactor is het beste voor mijn huid?

Er zijn verschillende soorten huidtypen, kies het huidtype wat op jouw van toepassing is.

Huidtype:

zeer lichte huid, verbrandt snel, bruint nooit: factor 30+

lichte huid, verbrandt vrij snel, bruint langzaam: factor 15-20

vrij lichte huid, verbrandt niet snel, wordt makkelijk bruin: factor 10-15

getinte huid, verbrandt vrijwel nooit, bruint snel: factor 5-10 Kinderen tot 16 jaar kunnen het beste factor 30 gebruiken ongeacht het huidtype. De kinderhuid is kwetsbaar en daarom moet je het goed beschermen.

Laatste tips:

Breng de zonnebrandcrème minimaal 30 minuten voordat je de zon ingaat op.
Na het zwemmen moet je jezelf altijd nog een keer insmeren, ook al staat er op de verpakking ‘waterproof’, er gaat altijd crème van je huid af.