Bever, knager ooit bijna uitgestorven nu beschermd
Een bever is handig en snel in het water
Een bever is een groot gedrongen gebouwd knaagdier dat uitstekend kan zwemmen en duiken onder meer omdat de tenen van de achterpoten door zwemvliezen verbonden zijn. Het beest heeft een horizontaal afgeplatte staart die bedekt is met hoornschubben. Die staart gebruikt hij in het water om zich voort te bewegen en bij gevaar om door met die staart op het water te slaan om zijn soortgenoten te waarschuwen. Bevers kunnen makkelijk vijf minuten onder water blijven en zijn zeer handig en snel in het water maar op het land bewegen ze zich moeilijker voort. Bevers zijn enorm druk, en ze gebruiken hun talenten om het landschap te heroriënteren, zoals weinig andere dieren dat kunnen.
Bevers blijven hun hele leven bij elkaar
Hij wordt 80 tot 120 centimeter lang met een staart van 25 tot 50 centimeter en weegt 18 tot 20 kilo. De donkerbruine pels van de bever bestaat uit glanzende dekharen en dicht grijs gekroesd wolhaar. De dieren kunnen 10 tot 15 jaar leven en doen dat in paren die hun hele leven bij elkaar blijven. Bevers voeden zich voornamelijk met boomschors en de bladeren van bomen als een berk, populier of wilg maar verder eten ze ook bessen, bladeren, gras, plantenwortels, riet, takjes en zacht hout.
Geen moeite voor een bever om een boom om te knabbelen
Bevers zijn te vinden langs rivieren en aan meren waar zij aan de oevers met de nagels van de voorpoten holen graven of burchten maken. De ingang bevindt zich zowel bij de holen als de burchten onder water zodat vijanden als wolven er niet in kunnen. De burchten worden gebouwd van een vlechtwerk van stammen, takken, stenen en modder. Een bever is in staat om zonder veel moeite een boompje om te knabbelen.
De stammen die voor het bouwen van de burchten nodig zijn worden dan ook zonder veel moeite door zijn sterke knaagtanden geveld. Per jaar kan een bever een paar honderd takken of dunne stammen van 8 tot 20 centimeter doorsnee doorknagen. De bever heeft voorkeur voor populierenstammen en wilgenstammen. Hij knaagt een wilgenstam met een diameter van 8 centimeter in vijf minuten door. Aan een dikkere stam werkt hij enkele nachten na elkaar want de bever is een nachtdier. Om de burcht heen maakt hij dammen.
Ooit bijna uitgestorven nu weer honderdduizenden
Vanaf de zestiende eeuw is er zeer vaak op bevers gejaagd vanwege hun pelzen waardoor er in het begin van de twintigste eeuw nog maar 1200 bevers over waren in heel Eurazië. Maar vanaf 1922 werd de bever als beschermd dier opnieuw geïntroduceerd. In Nederland gebeurde dat in 1988 onder meer in de Biesbosch waardoor er in 1998 een zeventigtal werden geteld terwijl er elders in het land ook een vijftigtal leefden. Na het geringe aantal in het begin van de twintigste eeuw werden er een kleine 100 jaar later in heel Eurazië al ongeveer 430.000 geschat. Op sommige plekken zijn er nu al zoveel dat ze schade aanrichten aan belangrijke houtsoorten. De dammen die ze maken kunnen ook overstromingen veroorzaken. Maar er zijn ook streken waar de bever nog steeds bedreigd wordt.
Bevers in Nederland
Er zijn twee soorten bevers, die voorkomen in de bossen van Noord-Amerika, Europa en Azië. Deze dieren zijn de hele winter actief, zwemmen en voederen zich in hun vijvers, zelfs wanneer er een ijslaag het oppervlak bedekt. In Nederland zijn bevers te vinden in Artis, de Biesbosch, de Ooijpolder in de Gelderse Poort, Flevoland, rond Gorinchem, Limburg, in Natuurpark Lelystad, het Otterpark in Leeuwarden en Ouwehands dierenpark.