Wat moet je weten over de bio-industrie

Inleiding

Als politicus moet je kennis hebben van tientallen verschillende zaken. De ene dag ben je bijvoorbeeld aan het debatteren over de AOW-leeftijd, terwijl je het de dag daarna weer hebt over de kosten van het Koninklijk Huis. Eens in de zoveel tijd wordt er ook weer gepraat over de bio-industrie, een controversiële vorm van veeteelt die onder andere in Nederland voorkomt. Maar wat is de bio-industrie nou eigenlijk precies? Wat is handig om hier over te weten?

Wat?

Bio-industrie is een wrede vorm van veeteelt. Hierbij worden de dieren kort gezegd niet goed behandeld en/of ernstig mishandeld. Op deze manier proberen de boeren de omzet te bevorderen. Kippen worden bijvoorbeeld vetgemest zodat ze sneller en meer vlees gaan vormen. Ook worden vaak duizenden kippen in één stal gezet; ruimtebesparing geeft geldbesparing. Dit is een erg stressvolle situatie voor de kippen en vele worden er agressief van. Om gevechten en verwondingen te voorkomen, worden van de kippen de scherpe snavels afgeknipt. In megastallen waarin duizenden dieren dicht bij elkaar staan, is het vaak slecht gesteld met de hygiëne. Het is er vies en benauwd en de grond ligt vaak bezaaid met uitwerpselen. Bij koeien worden hierdoor bijvoorbeeld poot- en uierontstekingen veroorzaakt. Het verschil in productiekosten tussen de bio-industrie en de biologische veeteelt is enorm. Een kilo kippenvlees uit de bio-industrie kost €4,12. Daarentegen kost een kilo kippenvlees uit de biologische veeteelt ruim vijf keer zo veel, namelijk €21,98.

De bio-industrie is ontstaan in de jaren 50 en 60 van de 20e eeuw in Groot-Brittannië omdat er steeds meer behoefte kwam aan dierlijke voedingsmiddelen door groeiende bevolking. Het is niet heel gek om te horen dat tegelijkertijd met de bio-industrie ook dierenrechtorganisaties en dierenwelzijnsorganisaties zijn opgericht. Deze organisaties strijden tegen legbatterijen bij kippen en tegen megastallen voor vee. Ook willen ze zorgen voor beter transport van de dieren.

Waar?

Over de hele wereld is bio-industrie aanwezig. In Nederland ook. Zo zijn er meer dan 42 miljoen legkippen en 41 miljoen vleeskippen in ons land. Per jaar worden 83 miljoen kippen gebruikt voor ons eten. Ook eten we meer dan 11 miljoen varkens per jaar. In ons land worden er per jaar meer dan 450 miljoen dieren geslacht. Dat is iets meer dan 1,2 miljoen dieren per dag.Natuurlijk kennen we niet alleen maar bio-industrie in Nederland. De laatste jaren beginnen steeds meer bedrijven met bijvoorbeeld vrije uitloopkippen te werken. Deze kippen lopen meerdere uren per dag in de buitenlucht en hebben daar ook genoeg persoonlijke ruimte. Nog steeds leeft echter een schrikbarende hoeveelheid van 95% van de ‘’landbouwhuisdieren’’ (kippen, geiten, schapen, runderen en varkens) in de bio-industrie. In Nederland zijn tegenwoordig ruim 110 megastallen met koeien en ruim 70 met varkens.

Het grootste deel van het Nederlandse bio-industrievlees blijft overigens niet in het land. 75% wordt naar het buitenland vervoerd.

Oplossing

Het is heel erg moeilijk om een goede oplossing voor bio-industrie te bedenken. Als nu bijvoorbeeld iedere bio-industrie-boer verplicht zou moeten overstappen op diervriendelijke veeteelt, verliezen ze veel geld en tijd. Dit is slecht voor de economie en dat wil ook niemand. Voor een goede overgang zou de overheid veel subsidie moeten geven, en dat geld is er niet in deze tijden van crisis. De politiek zet zich de afgelopen jaren meer in voor de verbetering van de leefomstandigheden voor dieren in de bio-industrie. Het beste voorbeeld hiervan is de Partij voor de Dieren, die tegenwoordig met enkele zetels in de Tweede Kamer zit. Deze partij pleit onder andere voor de algehele afschaffing van megastallen. Andere partijen zijn wat terughoudender met hun standpunten.

Conclusie

De bio-industrie is een wrede vorm van veeteelt. Dieren worden hierbij niet goed mishandeld. Er wordt bijvoorbeeld weinig aandacht besteed aan een goede hygiëne of het creëren van genoeg ruimte voor ieder dier, wat geld bespaart. In Nederland leeft 95% van de veeteelthuisdieren in de bio-industrie. De afgelopen jaren gaan vanuit de bevolking en vanuit de politiek steeds meer geluiden op voor het verbeteren van de leefomstandigheden voor veeteeltdieren. 

Bronnen afbeelding: Wikimedia Commons, איתמר ק., ITamar K.