Wat is een vleesetende bacterie
Horrorverhalen
Het leven van een bacterie
Bacteriën zijn eencellige organismen die eigenlijk overal op de wereld voorkomen. Er zijn ongelooflijk veel soorten die zich allemaal hebben aangepast aan hun leefomgeving. Er zijn bijvoorbeeld bacteriën die tegen extreme hitte of een erg zoute omgeving kunnen. Bacteriën hebben ook een stofwisseling. Dit betekent dat zij stoffen opnemen, hier energie en bouwstoffen aan ontrekken en de reststof uitscheiden. In principe komt het erop neer dat bacteriën, net als wij, stoffen omzetten in andere stoffen. Wij moeten vrijwel dezelfde stoffen, zoals vetten, eiwitten en koolhydraten, binnen krijgen. Bij bacteriën verschilt dit enorm. Er zijn bijvoorbeeld bacteriën die kunnen leven van de koolstofdioxide in de lucht of bacteriën die leven van dode bladeren.
Voortplantingscyclus
Bacteriën zijn immens klein, maar kunnen wel erg goed overleven. Dit komt doordat zij zich aan kunnen passen aan hun leefomgeving en omdat zij zich snel kunnen voortplanten. Een bacterie plant zich voort door, heel simpel, te delen. Dit proces lijkt sterk op de vermenigvuldiging van cellen in je lichaam. Een bacterie heeft dus geen andere bacterie nodig om zich voort te planten. De snelheid van de voortplanting is afhankelijk van de optimaliteit van de omgeving. Denk hierbij aan de temperatuur, de hoeveelheid voedingsstoffen, de zuurgraad enzovoort. Als alle omstandigheden optimaal zijn, kunnen bacteriën in een razendsnel tempo vermenigvuldigen.
Vleesetende bacteriën
Vleesetende bacteriën hebben een afschrikwekkende reputatie. Mensen die lijden aan een vleesetende bacterie-infectie zijn dan ook vaak geen pretje om naar te kijken. De beruchte vleesetende bacteriën zijn echter heel gewone bacteriën die bij iedereen op het lichaam voorkomen: de Streptococcus pyogenes. Deze bacterie komt bij vrijwel iedereen in de mond en keel voor. Maar hoe komt het dan dat wij niet allemaal levend worden opgegeten door deze bacterie? Het antwoord is heel simpel: over het algemeen is onze afweer simpelweg bestand tegen een invasie door Streptococcus pyogenes. Onze huid vormt de eerste barrière waar de bacterie niet doorheen kan. Vervolgens hebben wij talloze afweermechanismen die eventueel doorgedrongen bacteriën doden voordat zij enig kwaad kunnen aanrichten. Vleesetende bacteriën zien hun kans schoon als er bijvoorbeeld een wondje in de huid zit. Dit is voor de Streptococcus pyogenes de enige manier om door de eerste barrière heen te dringen. Als de bacterie eenmaal onder de huid zit, zal het zich gaan vermenigvuldigen. Als het niet meteen wordt opgeruimd door een goed werkend immuunsysteem, heeft de bacterie ideale levensomstandigheden. Streptococcus pyogenes leeft namelijk het liefst bij 37 graden Celsius. Bovendien zitten er in bloed veel voedingsstoffen voor deze bacterie. Als het lichaam de bacterie door een falend afweersysteem niet doodt, zal de bacterie in hoog tempo gaan vermenigvuldigen. De bacteriën leven op voedingsstoffen die ze uit het bloed halen. In principe is dat nog niet erg schadelijk voor het menselijk lichaam. De bacteriën produceren echter wel stoffen die schadelijk zijn voor je weefsels. Als de hoeveelheid bacteriën groeit, neemt ook de hoeveelheid uitgescheiden gifstoffen toe. Als er niet snel wordt ingegrepen, zal het omliggende weefsel af gaan sterven. De vleesetende bacteriën eten dus geen vlees maar zorgen dat het weefsel afsterft. Afgestorven weefsel kan niet hersteld worden. Om deze reden zorgen infecties met vleesetende bacteriën voor zulke heftige verminkingen.
Tot slot
Hoewel de gedachte aan vleesetende bacteriën in je lichaam nogal angstwekkend kan zijn, heb je eigenlijk niet echt iets om je zorgen over te maken. Je hele lichaam zit vol met bacteriën. Een deel daarvan heb je zelfs nodig om gezond te blijven. Denk aan bacteriën in je darmen die vitamine K produceren. Al deze bacteriën kunnen problemen veroorzaken als ze de kans krijgen om zich sterk te vermenigvuldigen. Je afweersysteem zorgt er echter voor dat dit niet gebeurt. En zelfs als je afweersysteem om welke reden dan ook verzwakt is, is de kans op een vleesetende bacterie alsnog erg klein.