Vissen op rietvoorn of ruisvoorn

Rietvoorn of ruisvoorn

De rietvoorn of ruisvoorn behoort tot de familie Cyprinidea (karperachtigen). In de volksmond ook wel bekend als de rode rijer of roodvoorn. Het is een van de meest voorkomende voornachtigen in een groot deel van Europa. Naast Europa is de ruisvoorn ook te vinden in delen van het midden oosten. Ondanks zijn grote leefgebied staat de ruisvoorn op de IUCN Red List of Threatened Species.Voor velen is hij moeilijk te onderscheiden van de blankvoorn en een paar andere soorten.

Kenmerken van de rietvoorn

De rietvoorn heeft een erg schuin naar boven gerichte bek, de rugvin staat niet op gelijke hoogte, maar duidelijk achter de buikvinnen. Tussen de buikvinnen en de anaalvin heeft de rietvoorn zogenaamde kielschubben waardoor de buikzijde hier kielvormig is en niet vlak, zoals bij blankvoorn en winde bijvoorbeeld. De schubben zijn groter en steviger dan van de blankvoorn en de oudere rietvoorn is duidelijk hoger van vorm. Aan de rugzijde is de rietvoorn bruingroen, dat langzaam overgaat in het wit van de buik. Opvallend zijn de vuurrode buikvinnen, de anaalvin en de staartvin. De borstvinnen zijn meer roze rood en doorzichtig, de rugvin is vrij donker gekleurt.

Biologie van de rietvoorn

De rietvoorn leeft meestal in kleine scholen in voornamelijk helder, niet of langzaam stromend, ondiep water met veel waterplanten. Het zijn de oeverzones van meren, vijvers, poldersloten en dode rivierarmen. De voortplantingstijd valt bij altijd in juni. De mannetjes hebben dan paaiuitslag. Het groenachtig gekleurde kuit word door de rijpe vrouwtjes (na 3 of 4 jaar geslachtsrijp) uitgestoten boven en tussen waterplanten. Na circa 5 dagen komen de larfjes uit en blijven dan nog een paar dagen nagenoeg inactief aan waterplanten hangen. Daarna gaan ze rondzwemmen en zich voeden met algjes en zeer kleine diertjes. Latrer voedt de rietvoorn zich met muggenlarven -poppen, andere insektenlarven, plantendelen, slakjes en kleine visjes.

De rietvoorn is van onze voornachtigen het meest herbivoor: dikwijls vindt men alleen mar plantaardig materiaal in de darm. De rietvoorn is tot de drie jaar in leeftijd niet veel langer dan twintig centimeter. Hij kan over een periode van tien jaar uitgroeien tot ongeveer 30 centimeter met uitschieters naar de 40 centimeter.

Vissen op rietvoorn

De rietvoorn word veel bevist door sportvissers omdat hij met vrijwel alle hengeltypes gevangen kan worden. In ondiepe, heldere en plantenrijke polderwateren voelt de ruisvoorn zich echt thuis. Maar ook in vaarten en kanalen en grote plassen is de ruisvoorn te vinden maar is minder geschikt door verontreiniging. De ruisvoorn houd van rustige hoekjes met glashelder water. Ruisvoorn is een zeer schuwe vis. Kom niet te dicht bij de kant en wees stil. Draag ook geen opvallend gekleurder kleding. De afstand tussen de visser en de rietvoorn dient zo groot mogelijk te zijn.

Achteruitgang

De verontreiniging van wateren en watertoerisme dragen bij aan de achteruitgang van de aantallen rietvoorn in heel Europa. Ook de uitzetting van grote hoeveelheden karper in de loop der jaren heeft de ruisvoorn niet goed gedaan. De karper woelt de bodem van het water totaal om op zoek naar voedsel. Dit zorgt ervoor dat het water troebel word en de plantengroei afneemt.