Vogels en hoogspanningskabels

Elektrische energie moet door middel van wisselspanning vaak honderden kilometers worden getransporteerd van de energiecentrale naar de gebruiker. In elke stroomdraad zit een weerstand. Op korte afstanden is die weerstand te verwaarlozen, maar voor zo'n lange stroomdraad niet.

Hoogspanning

In de natuurkunde zijn er formules ontwikkelt om de weerstand van een draad aan te geven. Een voorbeeld is U = I x R. Oftewel: spanning (U) in Volt = Stroom (I) in Ampère *keer* weerstand (R) in Ohm. Er is nog een formule: P = I^2 x R. (^2 betekent: in het kwadraat). In deze formule is het vermogen weergegeven in P Watt, I betekent stroom in Ampère en R is de weerstand in Ohm. Om het vermogensverlies P zo klein mogelijk te houden, moet de stroom I zo klein mogelijk te houden. Hoe doe je dat? Door de spanning zo groot mogelijk te maken, wordt de stroom zo klein mogelijk. De spanning U staat namelijk niet in de formule P = I^2 x R. Dat is de rede dat men die stroomkabels, die vaak in een weiland hangen, op hoogspanning (= hoge spanning) zet. In transformatorhuisjes wordt de spanning omlaag gebracht.

Elektrische schok

Om een elektrische schok te krijgen, moet je aan een belangrijke voorwaarde voldoen. Stroom loopt altijd van de ene plaats naar de andere plaats. Om stroom door je lichaam te laten gaan, moet er een spanningsverschil zijn. Je moet dus contact hebben met twee verschillende spanningen voordat er stroom door jouw lichaam heen kan. In jargon: er moet een potentiaalverschil zijn. De stroom loopt dan van de plek met hoge spanning naar de plek met lage spanning.

Vogels

Toch zitten er vaak vogels op stroomkabels die vaak boven een weiland hangen. Krijgen zij geen schok? Ten eerste is de stroom al een stuk lager dan men denkt, omdat er hoogspanning op zulke kabels staat. De stroom is voor menselijke begrippen echter niet klein. Je kunt er nog steeds brandwonden aan overhouden, of dood aan gaan. Ten tweede: er is geen potentiaalverschil. De vogel zit met beide poten op dezelfde draad. Ten derde: de vogel is klein. De vogel heeft dus minder weerstand. Op een hoogspanningskabel zit wisselspanning. De spanning wisselt snel tussen hoog en laag. Als een mens op een stroomkabel zit, wordt het lichaam telkens opgeladen en ontladen. Een stroompje gaat via de plek waar je lichaam contact maakt met de draad naar de rest van je lichaam en weer terug. Dat is zeer gevaarlijk. Een mens heeft veel meer weerstand (R) dan een vogel, het lichaam is namelijk groter. Het stroompje dat door de vogel gaat is daarom veel kleiner en ongevaarlijker.

Bliksemflits

Als het vochtig is buiten kan de stroom via de lucht lopen. De stroom kan dan dus naar de aarde lopen, als een bliksemflits. Er is dan tussen de hoogspanningskabel en de aarde een potentiaalverschil, aangezien de aarde neutraal is. Elektriciteitskabels hangen op een vastgestelde hoogte zodat dit nooit kan gebeuren. Als een mens eraan zou hangen, wordt de afstand tussen de kabel en de grond veel kleiner, dus is het voor mensen niet aan te raden om aan een hoogspanningskabel te hangen!