Nestkastjes en het voederen van vogels in de winter

Het koude seizoen

In het winterseizoen hebben de vogels ons nodig om hen te voorzien van: voedsel, water en om hen een schuilplaats aan te bieden. Hen eten en onderdak verschaffen is meteen een uitstekende manier om hen te observeren. Neem je een paar regels in acht, dan zorg je voor leven in je tuin en zullen de vogels er graag komen wonen.

In de winter de vogels voederen is erg belangrijk

Aangezien vogels het snel gewoon zijn om voeding te vinden in de tuin, is regelmaat aan de orde. Ze worden heel snel van je afhankelijk, dus voorzie hen met de regelmaat van de klok van vers voedsel en drinkwater. We zorgen er ook voor dat de voederbakjes en drinkbakjes altijd proper zijn, het is ook belangrijk dat er nestkastjes aanwezig zijn. Huisjes voor vogels in je tuin inrichten is een mooi initiatief, het zal menig vogeltje blijmaken.

Een afwisseling in het menu

De beste tijd om de vogels te voederen: 's ochtends vroeg en aan het eind van de dag. Zet op het menu graanmengelingen die rijk zijn aan vitaminen, koolhydraten, mineralen, lipiden en vetten. Uit voedingsoogpunt mag je hen ook zonnebloemgranen of pindanotengranen geven, dit omdat deze granen meervoudige vetzuren en proteïnen bevatten. Ze zijn ook dol op ongezouten pindanoten, die als energiebron zeer doeltreffend en gezond zijn.

Plaats de voederbakjes op verschillende niveaus, dus zowel op de grond als in de hoogte. Dit is omdat elke soort van vogel een voedingsgedrag heeft. Bijvoorbeeld: Roodborstjes en merels eten graag op de grond, terwijl anderen zoals de mees bijvoorbeeld liever in de hoogte eet, omdat ze zich daar veiliger voelen.

Wat je zeker moet vermijden:

  • Lijnzaad: deze zijn giftig
  • Melk: slecht voor de vertering
  • Droog brood en ongekookte rijst: zwellen op als ze vochtig worden wat de vertering moeilijk maakt
  • Beschuiten, gezouten pindanoten, gezouten boter: bevatten teveel zout

Wat hebben we nodig

De voederbakjes:

In de handel kan men verschillende voederbakjes kopen, aangepast aan de vogelsoort in je tuin. Draag er zorg voor dat als je ze plaatst, dat ze op een open plek, uit de wind en buiten het bereik van roofdieren geplaatst worden. Je mag ze zeker niet in de struiken of bosjes plaatsen, want de kat zou wel eens op de loer kunnen liggen.

Water:

Vogels hebben altijd vers water nodig, ook in de winter. Best vanal kan je speciale drinkbakjes aanschaffen in de handel. Je bedekt die speciale drinkbakjes met wat kippengaas, dit om te voorkomen dat de vogels zich gaan wassen in de drinkbakjes en vervolgens zouden bevriezen. Ook kan je hier en daar ondiepe drinkschoteltjes voorzien. Als je het water steeds op hetzelfde uur ververst, dan kweken de vogels de gewoonte om te komen drinken voor het water bevroren is.

De praktische kant:

Om de twee weken de eetbakjes met warm water, zeep en een borsteltje reinigen. Zo voorkom je virussen, wat meestal het geval is waar veel vogels op dezelfde plek komen. Dagelijks nazicht van vuilnishoopjes, zaadresten, stilstaand water. Dit zijn oorzaken die vogels kunnen besmetten, dus dit moet vermeden worden.

Hun huisje voor in de winter

Beste periode:

Het winterseizoen is de beste tijd om nestkastjes te plaatsen in de tuin. Het is al heel vroeg dat vogels hun territorium uitkiezen om te nesten, dus ze hebben tijd nodig om te zoeken en hun plaats uit te kiezen. Zorg er ook voor dat het nestkastje waterdicht en winddicht is, een paar gaatjes aan de achterkant van het nestkastje zorgen ervoor dat er goed geventileerd wordt en het niet vochtig is.

De beste plaats:

De beste plaats om een nestkastje op te stellen is een open plaats, op een hoogte van 2.50 meter tot 5 meter. De meest aangewezen richting is zuidwest, dit omdat je zeker en vast de volle zon moet vermijden, daarnaast moet je er ook aan denken, dat er geen te grote blootstelling is aan het slechte weer uit het noord- oosten.

Een schoon nestkastje:

Heeft het nestkastje al eens dienst gedaan, dan moet het grondig schoongemaakt worden. Het schoonmaken zelf kan je doen met bleekwater die aangelengd is met water. Ook belangrijk om weten is: plaats geen nestkastjes met een rek waar roofdieren zoals de valk, de ekster en de gaai op zouden kunnen steunen.

Tot slot: Elke soort heeft zijn nestkastje

De vogels zijn verdeeld in 2 soorten, namelijk:

  1.  De semiholbewonende soort
  2.  De holbewonende soort

Semiholbewonende soort:

De binnenafmetingen zijn 12 cm x 12 cm x 20 cm, de helft van de voorkant van het nestkastje is open. Deze nestkastjes zijn heel geschikt voor volgende soorten:

  • Roodborstjes
  • zwarte roodstaarten
  • witte roodstaarten
  • gekraagde roodstaarten
  • mussen

Holbewonende soort:

Hier telt eigenlijk de afmeting van de vogel zelf, de diameter van het invlieggat en de binnenafmetingen hangen af van de afmetingen van de vogel zelf. Voorbeelden van holbewonende soorten zijn:

  • spreeuwen
  • kuifmeesjes
  • zwarte en blauwe meesjes
  • matkoppen en glanskoppen
  • boomklevers

Links

Uw tuin een vogelparadijs

Het grootbrengen van vogels