De geit de koe der armen
De geit
De geit " de koe der armen" is één van de oudste huisdieren, ouder dan de geschiedenis zelfs. In de oudste geschriften wordt reeds over geiten gesproken, op de oudste beeldhouwwerken staan ze afgebeeld, in de opgegraven resten van de oudste menselijke woonplaatsen heeft men er overblijfselen van gevonden.
De geit en haar nut in de meest uiteenlopende gebruiksvormen
Ze was reeds vroeg aanwezig in de meest uiteenlopende gebruiksvormen ( melk, wol ), rassen, kleuren en vormen ( gehoornd en ongehoornd ). Met uitzondering van de hond is de geit van in het begin af de metgezel van de mens geweest. Haar nut was heel veelzijdig, de huid, de wol, het vlees, de melk, alles werd gebruikt. De geit was als het ware een echte voorraadschuur, die de mens op zijn omzwervingen begeleide.
Door haar nieuwsgierigheid en vertrouwelijkheid liet de wilde geit zich heel makkelijk tam maken. De jong gevangen, dartele lammetjes zullen ongetwijfeld een bron van vermaak zijn geweest voor de mens. En, zeker voor de kinderen.
Voorouders
Als voorouder van onze tamme geitenrassen beschouwt men de sabelhoornige geiten:
- de bezoargeit
- de schroefhoorngeit
- de markhoor
Men neemt aan dat ze huisdier geworden zijn onafhankelijk van elkaar en dit in drie verschillende gebieden. En dat is, waardoor drie verschillende rasgroepen zijn ontstaan.
Hoe houd je een geit als huisdier
Als huisdier had de geit in niet te koude en niet te vochtige streken het voordeel dat zij zelf haar kostje wel opscharrelde, omdat zij letterlijk alles eet wat van plantaardige oorsprong is en eventueel ook nog dingen die niet van plantaardige oorsprong zijn. Wie kudde geiten heeft zien grazen in woestijngebieden waar we geen sprietje groen kunnen ontdekken, en dan nog tot de ontdekking komen dat ze moddervet zijn, heeft de neiging te denken dat ze woestijnzand eten. Wat natuurlijk niet het geval is.
Maar ze hebben wel de gave alles te vinden wat eetbaar is. Deze eigenschap maakte de geit tot de koe der armen en dat is zij in vele gebieden nog steeds. Weliswaar speelt ze in de economie van ons Europa geen rol van betekenis meer, maar het feit dat men het aantal huisgeiten dat de wereld herbergt op 333 miljoen schat, zegt toch wel het een en ander.
Voeding
De voeding van de geit moet zo natuurlijk mogelijk zijn en dus in de zomer uit gras en in de winter voornamelijk uit hooi bestaan. Maar de geit is, hoe sober ook, nu eenmaal verzot op afwisseling in het menu. Geiten zijn vaak dol op pikante hapjes, twijgjes, boombladeren en allerlei onkruidplanten. U doet er dus goed aan haar er dagelijks een kleine hoeveelheid van voor te zetten.
Een niet onbelangrijk deel van het dagelijkse rantsoen kan bestaan uit keukenafval. Voert u hooi van lage, zure gronden, dat meestal een veel te laag gehalte aan miniralen heeft, vul dit tekort dan aan door de geit een liksteen te geven, die naast calcium, fosfor en keukenzout ook de onontbeerlijke sporenelementen ( koper, mangaan, magnesium en jodium ) bevat.
Verzorging
In de periode dat uw geit buiten loopt, zorgt zij grotendeels zelf voor de reiniging van haar huid, door schuren en wrijven langs schuurpalen. De regen heeft ook wel een reinigende werking. In staltijd moet zij dagelijks, of toch een paar maal per week geborsteld worden. De melk wordt hierdoor qua smaak en geur beïnvloed. Uiteraard komt een nette stal met droog hooi ten gunste aan de zindelijkheid van het dier. Het oor moet vrij gehouden worden van stof en vuil en het oog beschut tegen stof en fel zonlicht.
Huisvesting
Een goede stal moet voldoende ruim, licht en niet te gevoelig voor buitentemperaturen zijn. Het gemakkelijkste richt u een geitenstal in een bestaand schuurtje of iets dergelijks in. Is het gebouwtje van steen dan zal de temperatuurwisseling minder groot zijn dan bij een houten stal. Een goede ventilatie is natuurlijk onontbeerlijk. Wilt u een afzonderlijke houten stal bouwen, dan kunt u deze het beste dubbelwandig maken en de ruimte tussen binnen- en buitenwand opvullen met zaagsel, turfrooisel of een ander isolerend materiaal. Want anders zal het in de winter koud en in de zomer ondraagelijk heet zijn.
Maak bovendien de stal niet ruimer dan nodig is, een kleine stal is warmer dan een grote stal. De vloer moet gemakkelijk en grondig te ontsmetten zijn en bij voorkeur uit beton worden vervaardigd. Op deze betonnen vloer plaatst u een los rooster van latwerk waarop het stro komt te liggen. U bezorgt het dier daarmee een warme rustplaats en de gier ( urine en uitwerpselen ) loopt makkelijker weg en de geit blijt dus properder. De betonnen vloer moet uiteraard lichtjes aflopen naar een gootje die op zijn beurt in verbinding staat met een gierput. Uiteraar moet de gierput van boven luchtdicht kunnen afgesloten worden. Kwestie om geen geurhinder te hebben.
Ziekten
U doet er beslist verstandig aan nooit zelf te dokteren. Raadpleeg een dierenarts.
Conclusie
De geit was één van de eerste huisdieren en werd vooral gehouden voor haar melk en wol. Door hun nieuwsgierigheid zijn wilde geiten makkelijk tam te maken. Hun voeding moet zo natuurlijk mogelijk zijn, al kan een geit goed zorgen voor haarzelf en vindt ze altijd wel iets eetbaars. Alhoewel ze de dag van vandaag niet meer belangrijk zijn voor de mens, zijn ze nog in grote getallen aanwezig. Hun verzorging is een must en een goed onderkomen staat voorop. En bij ziekte naar de dierenarts.