Waarom is zeewater zout

Veel mensen vragen zich af waarom zeewater zout is en waarom het dus niet drinkbaar is. Het zou mooi zijn als het drinkbaar was want dan zou het drinkwaterprobleem op aarde compleet zijn opgelost. 97,4% van al het water op aarde is zout zeewater en 2,6% is dus zoetwater. Door de watercirculatie kan er eigenlijk geen water verdwijnen van aarde en blijft al het water op aarde.

Zout zeewater

Waarom is zeewater nou zo zout en waarom zit in de ene oceaan nou meer zout dan de andere? Het zeewater is zout omdat er chemische elementen vrijkomen die zout kunnen produceren. Deze chemische elementen komen vrij door erosie (het langzaam afbrokkelen van gesteenten). Doordat de neerslag een klein beetje zuur is en deze neerslag op de gesteenten valt, brokkelen de gesteenten beetje bij beetje af en komen de chemische elementen hiervan uiteindelijk in de oceaan terecht. Ook komen er door vulkanisme (het uitbarsten van vulkanen) chemische elementen vrij die weer zout kunnen vormen. Bij vulkanen onder de zeespiegel wordt er dus direct zout geproduceerd op de bodem van de oceaan. Bij vulkanen boven de grond worden door de uitbarsting de chemische elementen de atmosfeer in gelanceerd en komt vervolgens weer als neerslag op de aarde terecht waarbij de neerslag weer de zee in stroomt. Door de neerslag die uit de verdamping van rivieren en meren volgt, wordt het zeewater niet steeds zouter omdat er dus steeds zoetwater wordt toegevoegd. De gemiddelde hoeveelheid zout in zeewater bedraagt ongeveer 34,5 gram per kilogram zeewater. Dit is 3,45%. 34,5 gram is ongeveer 3 eetlepels zout per liter water. In de subtropische gebieden zijn de oceanen het meest zout.

Niet alle oceanen en zeeën zijn even zout. De Kaspische zee en de Dode zee hebben een hoog zoutgehalte omdat het gesloten delen water zijn. Rond de Noordpool is het zeewater veel minder zout door de aanvoer van zoet water uit Siberische rivieren. Het zoutgehalte van de Oostzee is slecht 2,5% (in plaats van de gemiddelde 3,45%). De Oostzee, ook wel de Baltische zee genoemd, is de zee tussen Finland, Noorwegen, Denemarken, Baltische Staten (vooral Estland, Letland en Litouwen) en Zweden.

Andere stoffen in zeewater

Zeewater bevat niet alleen zout maar bevat ook organische stoffen, plankton en opgelosten gassen. Opgeloste gassen zijn koolstofdioxide, stikstof en zuurstof. Koolstofdioxide is erg belangrijk voor het leven onder water. Door deze koolstofdioxide in combinatie met zonlicht, maken planten koolhydraten aan die vervolgens suiker produceren. Bij deze photosynthese komt er zuurstof vrij die nodig is voor het in leven houden van vissen. De kieuwen van de vissen kunnen de zuurstof uit het zeewater halen en daardoor gewoon ademen.

Een bron van zuurstof is ook plankton. Plankton zijn organismen die voornamelijk meedrijven met stromende wateren. Plankton is ook nog eens voedsel voor bepaalde vissen, voornamelijk potvissen en walvissen.

Drinken van zeewater

Het lange tijd drinken van zeewater kan schadelijk zijn voor het menselijk lichaam. Uitdroging kan plaatsvinden door het zoutgehalte. Ook kan door het drinken van zeewater een zoutvergiftiging plaatsvinden waarbij er waanvoorstellingen voorkomen. Hierdoor nemen de overlevingskansen snel af

Conclusie

97,4% van al het water op aarde is zout en de Kaspische zee en de Dode zee hebben het hoogste zoutgehalte. Bepaalde vissen leven alleen in zeewater omdat hun kieuwen de zuurstof uit het zeewater halen. De zuurstof komt in het zeewater terecht door fotosynthese met de aanwezig koolstofdioxide.

Links

Watervervuiling

Water op aarde