Geschiedenis van landkaarten en de specifieke ontwikkeling in de 17e eeuw
Inleiding
Al heel erg lang maken mensen kaarten. De Grieken deden het al, en de Romeinen ook. Toch heeft het een hele tijd geduurd voordat de kaarten echt goed en accuraat werden, en het landmeten er professioneel aan toe ging. Dat kwam eigenlijk pas echt op gang in de 17e eeuw, die ook wel de gouden eeuw wordt genoemd. Maar wat gebeurde er dan precies in die gouden eeuw, waarom kwam het landmeten pas toen echt tot bloei?
Griekse en Romeinse kaarten
De Grieken hadden al een best wel goed idee van hoe de aarde eruit zag en hun kaarten waren behoorlijk accuraat. Ze vermoedden al dat de aarde rond was, en vooral Europa stond vrij precies op hun kaarten. Maar daarna, bij de Romeinen, verdween die kennis bijna helemaal. De Romeinen waren doelbewust, en die hadden helemaal geen kennis dat de aarde rond was of kaarten op schaal nodig om van de ene plek naar de andere te komen. Zij hadden grote reiskaarten met oriëntatiepunten erop van ongeveer 1 meter hoog en 7 meter breed. Op die kaart stond het hele Romeinse rijk samengeperst, dus van Noord-Afrika, tot de Rijn bij Nijmegen en Engeland.
Kaarten in de renaissance
Toen de Renaissance begon, in de 15e eeuw, kwamen er wel weer betere kaarten, zoals de kaart van Fra Mauro. Hij was een Italiaanse monnik en maakte een kaart van hoe de mensen toen dachten dat de aarde eruitzag. Op deze kaart werd de aarde nog steeds afgebeeld als een soort pannenkoek; een platte schijf, en dus niet als een ronde bol zoals de Grieken wel deden. Ook was er op deze kaart nog geen vast Noordpunt.
Na de renaissance
Na de renaissance, in de 17e eeuw, kwam er veel meer kennis. Vooral wij Nederlanders waren heel goed in landmeten en kaarten maken. De bekendste kaartenmakers van die tijd waren waarschijnlijk de Nederlandse familie Blaeu. Zij hadden een uitgeverij in de Kalverstraat in Amsterdam, en verkochten daar naast gewone kaarten ook zeekaarten en globes. De kaarten waren zo goed omdat de Blaeu’s zeer goed op de hoogte waren van alle ontdekkingen van zeevaarders. Op hun kaarten kun je zien dat Amerika toen al was ontdekt, en dat de mensen in Europa ook al een redelijk idee hadden hoe Afrika eruit zag. Er zijn verschillende redenen waarom juist toen het landmeten zo’n enorme sprong nam, maar waar we het over gaan hebben zijn de economische, politieke, en religieuze redenen.
Economisch
De belangrijkste van deze drie is waarschijnlijk de economische. In de 17e eeuw maakte Nederland een enorme economische ontwikkeling door. Door de ontdekking van onbekende delen van de wereld werd Nederland met de VOC (Verenigde Oost-Indische Compagnie) een internationale importeur. We importeerden vooral veel specerijen zoals kruidnagel, nootmuskaat, peper, en kaneel. Zuid Amerika was ontdekt en met de WIC (West Indische Compagnie) haalden we daar naast koffie, katoen en cacao ook goud vandaan.
Politiek
Maar ook de politiek speelde een belangrijke rol in het landmeten. Nederland wou invloed hebben in de wereld! En er was nog een andere politieke reden: de regering in Den Haag had geld nodig, en ze begonnen daarom het volk belasting te laten betalen door middel van grondschatting en omslagen. Dat ging om de waarde van een stuk land, en de oppervlakte van een stuk land. We weten dat ze dit deden, omdat er nog veel door landmeters getekende kaarten bewaard zijn gebleven waarop de oppervlakte, de eigenaar en de waarde van het stuk land is opgeschreven. Voor het landmeten gebruikten de 17e eeuwse landmeters een meetroede. Vooral in het begin was het landmeten nog wel een beetje een rommeltje; de landmeters werden heel vaak omgekocht door boeren die geen zin hadden om belasting te betalen, maar later werd dat beter omdat er een eed kwam voor de landmeters.
Religieus
Dan heb je nog de religieuze reden. Vooral rooms-katholieke mensen gingen vaak op wereldreis om mensen in Afrika en Amerika te bekeren tot het Christendom. Dit betekende weer meer kennis over de rest van de wereld en dus verbeterde de landmeetkunde.
Conclusie
Zoals je hebt gelezen zijn er verschillende redenen voor dat pas in de 17e eeuw de kaarten zoveel beter werden, en met name de economische, politieke, religieuze redens hebben een grote rol gespeeld. Het ging om geld en winst maken, belasting heffen en kostbaarheden importeren, maar ook om invloed hebben in de wereld. Ook mensen in andere delen van de wereld overtuigen van onze godsdienst heeft een grote rol gespeeld in het tot bloei komen van de landmeetkunde in Nederland, omdat er daardoor meer kennis kwam van de rest van de wereld.