Wat is het pragmatisme

Inleiding

Je zult vast wel eens gehoord hebben van namen als Charles Sanders Peirce, William James, John Dewey of G.H. Mead. Alle vier zijn het pragmatisten. Dat wil zeggen dat ze het pragmatisme aanhouden. Het pragmatisme is een filosofische stroming die zich focust op het verbinden van praktijk met theorie. Ook in Nederland kennen wij het begrip pragmatisme, en wel in de politiek. Maar wat houdt dat eigenlijk in, het pragmatisme? Wat zijn de kenmerken van deze stroming? Wat heeft het pragmatisme nou weer te maken met de Nederlandse politiek?

Algemeen

Het pragmatisme is een filosofische stroming die zich focust op het verbinden van praktijk en theorie. Volgens de pragmatistische stroming staan praktijk en theorie niet los van elkaar, maar zijn ze duidelijk met elkaar verbonden. Hun bekendste theorie is misschien wel ‘de pragmatische theorie van de waarheid’. Deze theorie beweert dat iets (een theorie, een stelling) waar is wanneer het in de praktijk werkt. Waarheid heeft dus niets te maken met een correspondentietheorie of een coherentietheorie (zoals in de wetenschap gebruikt wordt), maar rust vooral op het praktische nut en het maatschappelijke voordeel. Deze opvatting staat nauw samen met het fallibilisme. Bij het pragmatisme staat vooral de mens centraal. De mens wordt namelijk gezien als een handelend wezen, en het handelen en het denen staan in dienst van het oplossen van vaak praktische problemen. In het dagelijkse leven worden ideeën en handelingen die nut en effectiviteit boven theoretische (of morele) overwegingen stellen ook wel pragmatisch genoemd. 

Geschiedenis van het pragmatisme

Het pragmatisme ontstond als (filosofische) stroming in 1870 in de Verenigde Staten. De standpunten van deze stromingen worden ondersteund door leden van de zogenaamde ‘The Metaphysical Club’: Charles Sanders Peirce, William James en Chauncey Wright. Maar de standpunten werden ook ondersteund door mensen die geen lid waren van deze club, bijvoorbeeld John Dewey en G.H. Mead. De eerste keer dat de term ‘pragmatisme’ voorkwam was in 1898. De eerste persoon die de term gebruikte was William James, al beweerde hij zelf dat Charles Sanders Peirce degene was die de term bedacht had. Alle vijf bovengenoemde personen zijn hun hele leven lang aanhanger geweest van het pragmatisme.

In de afgelopen decennia krijgt het pragmatisme een vernieuwde aandacht. W. Quine en Wilfrid Sellars gebruikten het pragmatisme als kritiek en tegenhanger op het logisch positivisme. Ook filosofen uit de vorige eeuw, waaronder Hilary Putnam (rond het jaar 1926) en Jürgen Habermas (rond het jaar 1929) besteedden aandacht aan het pragmatisme en brachten deze stroming opnieuw aan het licht. Toch wilden deze filosofen niet als pragmatisten bestempeld worden. 

Kenmerken van het pragmatisme

Er zijn enkele kenmerken die typerend zijn voor het pragmatisme. Hieronder zijn de meest belangrijke kenmerken opgesomd. 

  • Activisme. Het pragmatisme legt de nadruk op het veranderen van de wereld, de mens en de kennis. Niets staat vast, maar er is vooruitgang en verandering. Het pragmatisme is ook gericht op actie, op verandering. Ze leven onder het motto ‘waarheid is datgene wat werkt.’
  • Waarheid. Het meest typerende kenmerk voor het pragmatisme is een hele sterke nadruk op de praktijk en een afkeur voor de theorie. Dit kan in milde vormen voorkomen, maar ook in hele sterke vormen. Kennisverwerving en denken is alleen toegestaan wanneer zij bijdragen aan het oplossen van praktische problemen. Kennis wordt niet nagestreefd om louter kennis te verzamelen, maar is enkel praktisch. De vraag naar kennis, en dus naar de waarheid, luidt niet “wat is kennis?” of “wat is waarheid?” maar “waar wordt deze kennis voor gebruikt.
  • Fallibilisme. Het fallibilisme is een filosofisch principe. Het stelt dat de mens een fout kan maken in zijn overtuiging, verwachting of het verstaan van de wereld. Er kunnen dus vandaag beweringen worden gemaakt, die morgen plotseling niet meer relevant zijn. De wereld verandert continu. De kennis staat nooit vast, maar het kan zo zijn dat de dingen die vandaag zeker zijn, morgen ineens niet meer te blijken kloppen.
  • Darwinisme. De aanhangers van het pragmatisme zijn geïnspireerd door de evolutietheorie van Charles Darwin. Zij zijn van mening dat de mens een dier is tussen alle andere dieren. De mens heeft geen speciale plek in het universum. Het menselijke denken is niets speciaals, maar is enkel gericht op het oplossen van problemen. 
  • Empirisme. Een laatste kenmerk waarmee het pragmatisme nauw verband houdt, is het empirisme. Pragmatisten worden sterk beïnvloed door het empirisme. Onder het empirisme verstaan we een stroming waarin beweerd wordt dat kennis uit ervaring voorkomt. Kennis is dus iets dat in de praktijk naar voren moet komen en geleerd moet worden. Ook al lijken het pragmatisme en empirisme erg veel op elkaar, ze mogen niet gezien worden als elkaars gelijken. Er zijn namelijk ook erg veel verschillen te noemen tussen deze twee stromingen.

Pragmatisme binnen de Nederlandse politiek

Ook in de Nederlandse politiek speelt pragmatisme een rol. Pragmatische partijen zijn partijen die een politiek probleem van geval tot geval bekijken en bij iedere afzonderlijke kwestie een praktische oplossing bedenken. Het pragmatisme kent in de politiek twee hele belangrijke kenmerken. Ten eerste zoekt het pragmatisme naar rationale, praktische en haalbare oplossingen voor actuele politieke problemen. Ten tweede laat men zich (in tegenstelling tot ideologische partijen) niet leiden door een bepaalde ideologie of een bepaald idee.

Een voorbeeld van een pragmatische partij in Nederland is de D66 (Democraten 66). Deze partij noemde zich tot het einde van de jaren ’90 van de vorige eeuw pragmatisch. Tegenwoordig beweert de D66 dat ze sociaalliberaal zijn. De partij laat zich zowel door socialistische als door liberale ideeën inspireren, maar streeft ernaar om een praktische oplossing te vinden. De burger moet hierbij zoveel mogelijk inspraak krijgen.

Conclusie

Het pragmatisme is een filosofische stroming die zich focust op het verbinden van theorie en praktijk. De bekendste pragmatische theorie is de theorie van de waarheid. Het pragmatisme is ontstaan in 1870. Bekende pragmatisten zijn Charles Sanders Peirce, William James, Chauncey Wright, John Dewey en G.H. Mead. De uitgangspunten van deze stroming zijn activisme, waarheid, fallibilisme, darwinisme en empirisme. Ook in de Nederlandse politiek speelt pragmatisme een rol. Pragmatische partijen zijn partijen die streven naar een praktische oplossing. Een voorbeeld van zo’n partij is de D66.

Bron afbeelding: Wikimedia Commons, Ziko