De paradox van de kenniseconomie
Collectief
Met de toename van het aantal mensen dat direct bezig is met het creëren van kennis, zou je verwachten dat de kennis van de gehele mensheid zou toenemen. Maar wat je juist ziet is dat er wel steeds meer kennis komt, maar dat mensen in vergelijking tot alle kennis steeds minder weten. Dus collectief heeft de mensheid heel veel kennis tot zijn beschikking. Maar de hoeveelheid kennis van een individueel mens is verwaarloosbaar in verhouding tot de totale kennis van de mensheid. Je zou het een paradox kunnen noemen, ware het niet dat het heel eenvoudig te verklaren is.
Kenniseconomie
Sinds de invoering in veel westerse landen van de studiebeurs is het aantal mensen dat deelneemt aan het kennis ontwikkelende deel van de economie exponentieel toegenomen. Zo richtten de Belgen in 1954 het Nationaal Studiefonds op voor meerbegaafden en minvermogenden. Het gevolg is dat we zeg maar sinds de jaren zeventig de kennis waar de mensheid toegang toe heeft, hebben vertienvoudigt. Maar daar houdt het eigenlijk mee op. We hebben misschien wel toegang tot veel meer kennis, maar individueel weten we niet meer dan onze voorouders. Er is tenslotte maar een beperkte hoeveelheid kennis die we in ons brein kunnen opslaan. Daarnaast heeft ons brein de vervelend neiging om alles wat we niet regelmatig gebruiken ontoegankelijk te maken.
Paradox
Onze kenniseconomie kent dus een paradox. We hebben collectief steeds meer kennis, maar het gevolg daarvan is dat we individueel steeds minder weten. Helemaal als je kijkt naar een zekere mate van generale kennis. De meeste individuele kenniswerkers bezitten redelijk veel kennis van hun individuele vakgebied, maar missen vaak basale kennis van andere vakgebieden. We krijgen dus steeds meer specialisten en steeds minder generalisten. Met een versnelde toename van kennis per vakgebied, maar weinig overzicht van alle kennis binnen alle vakgebieden. Iets wat ook nog eens bemoeilijkt wordt omdat al die vakgebieden hun eigen jargon gebruiken.
De gevolgen van de paradox
Nu is er een voordeel aan kennis, wat je niet hebt met andere producten die mensen maken. Je kunt kennis delen. De paradox van de kenniseconomie kan dan ook twee gevolgen hebben. Als de specialisten hun kennis niet delen, dan gaat de kenniseconomie uiteindelijk ten onder aan het gebrek aan kennis dat iedere deelnemer heeft van het totaal. De toename van kennis maakt het namelijk steeds moeilijker om iets meer te weten dan je eigen vakgebied. Wat betekent dat een thoraxchirurg misschien wel heel goed is in het opereren van de longen, maar een huisarts moet vragen wat hij kan doen aan zijn hoofdpijn. Of een programmeur van systeemsoftware moet een php programmeur vragen om een website voor hem te bouwen. Maar het wordt ook steeds moeilijker om de gevolgen van de eigen kennis voor het geheel te zien. Zoals de huidige medische zorg steeds duurder wordt, omdat kennisbezitters en -makers steeds meer geld nodig hebben om de zorg te leveren die zij willen leveren. Of zoals de huidige voedingstechnici steeds meer voedingsstoffen zelf kunnen maken, zonder zicht te hebben op de gezondheidsrisico’s van hun producten.
Samenwerken
Als specialisten echter ervoor kiezen om hun kennis te delen, waarbij ze de keuze hebben uit werkelijk delen of samenwerken, dan kan dat de kenniseconomie heel veel voordeel opleveren. Een voorbeeld van zo’n succesvolle samenwerking is Apple. Het succes van Apple zit in de combinatie van degelijk ontworpen mens machine interfaces bovenop goed ontworpen elektronica, gecombineerd met redelijk tot goed werkende software. Nu zijn er nog veel meer bedrijven die goed ontworpen elektronica aanbieden. Terwijl andere bedrijven goed werkende software maken. Maar het is juist de combinatie met de interface tussen mens en machine die een bedrijf als Apple een succes maakt. Maar samenwerken is natuurlijk iets anders dan delen. Samenwerken betekent als specialist ieder je eigen deel doen, de delen samenbrengen en zo een product creëren dat mensen willen kopen en gebruiken.
Delen
Je kennis delen betekent iets anders dan samenwerken vanuit je kennis. Kennis delen leidt namelijk tot innovatie. Terwijl samenwerken leidt tot productie.
Door kennis te delen inspireer je elkaar en geef je elkaar de kans om creatief te zijn met de kennis die je hebt. Bij samenwerken kun je ook creatief zijn, maar dat blijft vaak beperkt tot het vlak van het toepassen van je eigen kennis.
Kennis delen betekent je eigen kennis zien door de ogen van anderen, waardoor je je kennis op een andere manier kunt gaan bekijken. Samenwerken betekent waardering krijgen van anderen voor jouw toepassing van jouw kennis. Samenwerken leidt dan ook vaak tot effectiever en efficiënter werken, maar niet tot een nieuwe manier van werken.
Kennis bespreken
Kennis delen vraagt om een compleet andere houding ten opzichte van kennis. Kennis is niet een instrument om iets te creëren, kennis is het onderwerp van gesprek. Het gaat bij kennis delen dus niet om wat je weet en wat je ermee kunt. Kennis delen gaat over het bespreekbaar maken van de kernbegrippen en -aannames binnen een kennisgebied. Kennis delen gaat over het ter discussie stellen van de aanwezige kennis binnen een kennisgebied in relatie tot andere kennisgebieden.Hoe is de kwantum fysica bijvoorbeeld van invloed op scheikundige reacties en de biologie van het lichaam van zoogdieren?
Kennis delen heeft bijvoorbeeld geleid tot de ontwikkeling van het idee dat je medicijnen kunt ontwikkelen op basis van iemands genetica. Kennis delen heeft geleid tot de ontwikkeling en het gebruik van koolstofvezels in allerlei mechanische producten van auto’s tot fietsen. Terwijl samenwerken ons de supersnelle verwerking van kippen tot kipnuggets heeft opgeleverd.
Wat nu
We zitten dus met een paradox binnen de kenniseconomie. De totale kennis neemt sneller toe dan een individueel mens er kennis van kan nemen. We weten collectief meer, maar individueel minder. Als er morgen iets verschrikkelijks zou gebeuren met een groot deel van de kennisbezitters, dan zou de wereld overmorgen stilstaan. Simpelweg omdat de ene medewerker niet weet wat de andere medewerker doet en hoe zijn werk gedaan moet worden. We hebben ons met veel bombarie in een hoek geschilderd, vergetende dat we met een langzaam drogende verf werken. Waardoor we nu in een hoek vastzitten tot de verf droog is, terwijl de deur aan de andere kant van de kamer zit.
De simpelste oplossing is afstappen van samenwerken en kennis gaan zien voor wat het is, namelijk geen instrument dat eigendom is van de bezitter. Maar een product dat van iedereen is en waar iedereen vrij toegang toe moet hebben. Net zoals we vinden dat zonlicht voor iedereen toegankelijk moet zijn en niemand lucht tot zijn eigendom kan maken.
In zekere zin betekent de kenniseconomie paradox dat we af moeten van auteursrecht wetten die langer lopen dan de houdbaarheid van een pak boter in een koelkast. Maar bovenal moeten we af van het idee dat kennis iets is waar je rijk van mag worden, omdat jij die kennis hebt ontwikkeld. De meeste kennis ontwikkelaars kunnen hun kennis tenslotte ook alleen maar ontwikkelen dankzij de kennis die zij van anderen hebben gekregen.
Conclusie
De huidige kenniseconomie heeft een paradox in de vorm van heel veel collectieve kennis, maar heel weinig individuele kennis. Toch gedragen we ons alsof dat geen probleem is. Alsof het geen gevaar is dat de specialisatie van werknemers leidt tot een wereld waarin ieder ongeluk met een grotere invloed dan regionaal het einde van onze huidige levensstandaard kan betekenen. Terwijl de oplossing voor de specialisatie doodeenvoudig is.
We moeten toe naar de situatie waarin we kennis delen in plaats van kennis te beschouwen als eigendom van de gebruiker en ontwikkelaar. Het moet weer belangrijk worden dat iedereen toegang heeft tot alle kennis en kan meepraten over de beschikbare kennis, ook als het niet jouw vakgebied is. Want alleen op die manier wordt het mogelijk om innovatie van producten te realiseren die geen bedreiging vormen voor onszelf.