De winning van etherische olien

Hoe kunnen de minuscule geurende druppeltjes uit de planten worden gehaald? De kunst van het eeuwenoude destilleren was al in Mesopotamie bekend. De verfijning van de waterdampdestillatie zoals deze tegenwoordig bekend is, werd pas veel later door de Arabieren toegepast (door Avicienna in 1980 na Christus). Nog steeds wordt de `alambiek` (Arabisch: destilleerapparaat) in de hele wereld gebruikt. Voor de winning van etherische oliën worden verschillende methoden gebruikt, afhankelijk van de oplosbaarheid en de te verwerken plantendelen.

Waterdampdestillatie:

Gewoonlijk wordt het plantenmateriaal in de alambiek laagsgewijs op een rooster gelegd en wordt er stoom toegevoerd. De opstijgende damp breekt de oliehoudende kliercellen open en neemt de plantengeur met zich mee. In een gekoelde buis condenseert de geurende waterdamp en vloeit in een vat, de Florentijnse vaas. De meestal lichtere olie drijft boven en kan nu van het bloemenwater afgeschept worden.

Koude persing:

Persing is een behoedzaam procédé om essences te produceren via persing van de schillen van citrusvruchten. Door de mechanische persing komt niet alleen essence, maar ook was uit de schil vrij. De vrijkomende essence wordt met water afgespoeld en aansluitend door centrifugeren van het water gescheiden.

Extractie:

Sommige etherische oliën kunnen niet door waterdampdestillatie worden gewonnen, omdat ze te hittegevoelig zijn of omdat destillatie niet de gewenste opbrengst geeft. Er moet een speciaal oplosprocédé worden toegepast. De plantenmaterialen worden met een oplosmiddel als hexaan gemengd en geëxtraheerd. Aansluitend laat men het oplosmiddel verdampen. Er Ontstaat een kleurig, wasachtig concrete. Het concrete wordt nu met alcohol geëxtraheerd en onder vacuüm afgedestilleerd. Deze aromastoffen zijn dikvloeibaar, moeten minimaal gedoseerd of voor een toepassingen met voor consumptie geschikte brandenwijn verdund worden.

De door oplosmiddelextractie uit bloemen gewonnen oliën worden met `absolue`(Latijn) aangeduid, en de uit haars, rubber, balsem of wortels gewonnen oliën met `resinoid` (Engels). De door deze extractie gewonnen oliën worden niet gebruikt in Franse aromatherapie, omdat de zo gewonnen substanties restantes van het oplosmiddel kunnen bevatten.

Door alcoholextractie uit vanillepeulen of honingraten geëxtraheerde aromastoffen worden met `extract` aangeduid.

Co-destillatie:

Dit is een kostbare hulpmethode voor de destillatie bij planten, waarbij uit de afzonderlijke plant (te) weinig etherische olie kan worden gewonnen. Deze planten worden samen met ander plantenmateriaal, bijv. copaibabalsem of cederhout, als dragerstof gedestilleerd. Op deze manier wordt brandnetel- of algeessence gewonnen.

Extractie door Kooldioxyde (CO2):

Dit is een methode die men pas de laatste jaren ontwikkelde en sindsdien toepast. Kooldioxyde of butaan, die onder druk vloeibaar worden, lossen de etherische oliën uit de planten op. De zo ontstane essences wijken in hun bestanddelen deels af van die welke door waterdampdestillatie zijn ontstaan: meer hoofdnoten, minder terpeen. Of deze oliën voor therapeutische doeleinden kunnen worden gebruikt, kan nu nog niet worden gezegd. Daartoe zijn eerste meer nauwkeurige onderzoeken en ervaringen nodig die de aromatherapeuten nu reeds verzamelen.


Bron: www.aromatherapieuitecuador.nl