Voor alles is kracht nodig

Inleiding

Niks kan bewegen zonder een bepaalde kracht, Duwen en trekken zijn krachten. Krachten zijn dus nodig om dingen te laten bewegen of nodig om bewegende dingen te laten stoppen. Alles wat we doen gaat met krachten, iets optillen, iets verschuiven, lopen, gaan zitten of gaan staan je hebt er allemaal kracht voor nodig.

Zonder kracht kan niks bewegen

Voor je iets laat bewegen, is er eerst kracht nodig om het te laten bewegen. Zo moet je bijvoorbeeld bij een pijl en boog een touw naar achter trekken en loslaten zodat de pijl wegschiet, het naar achter trekken vereist kracht maar ook het loslaten! Of bij tennissen, moet je met het racket tegen de bal slaan om de bal weer de ander kant op te laten bewegen. Een bus heeft ook bepaalde kracht nodig om te rijden: drijfkracht. Nu zou je kunnen zeggen dat een flesje buiten zetten, het zal doen omvallen zonder dat jij iets doet. Maar het flesje wordt toch nog door een kracht omgegooid, een flesje word namelijk door de kracht van de wind omgeduwd: dat is dan windkracht.

Varianten

Wanneer je gaat lopen, drukken je voeten tegen de grond om je af te zetten. Dit gebeurt ook bij auto’s, treinen, fietsen en bussen etc. Wanneer je een speelgoedautootje over de vloer duwt en je stopt met duwen zal het nog even doorrijden maar zal het uiteindelijk vaart minderen en stil staan. Maar wanneer je het autootje van een heuvel af duwt, zal het steeds meer vaart maken en uiteindelijk beneden weer vaart minderen en stil staan. Dat het stopt, is omdat er een weerstand is. Wanneer je zwemt, is er water dat weerstand biedt. Dit geldt ook wanneer je loopt of fietst: lucht die weerstand biedt. Ook moet er niet te veel wrijving zijn! Dit kan namelijk ook een soort weerstand bieden. Op ijs kun je makkelijk glijden en als je met je auto over ijs rijdt, zul je al snel flink gaan slippen. Dus wanneer je twee ruwe oppervlakken langs elkaar haalt, zal dit een stuk zwaarder zijn! Je zult er wel harder door gaan dan wanneer je twee stukken ijs over elkaar haalt. Wanneer je over deze wrijving spreekt, heb je het ook weer over een kracht genaamd wrijvingskracht.

Verschillende krachten bij het fietsen

Wanneer je gaat fietsen, kan je grotendeels zelf gewoon je snelheid bepalen. Dit komt doordat jij zelf kan weten hoe hard je trapt. Wanneer jij gaat trappen, drukt het wiel tegen de grond waardoor je vaart maakt. Maar er zijn meer krachten die om je heen spelen bij het fietsen! Zoals we al wisten dat de wind weerstand biedt. Dit is dus een kracht die tegen je werkt. Wanneer je zo snel mogelijk wilt gaan fietsen, wordt het ook steeds zwaarder omdat de grond steeds grotere weerstand biedt. Wanneer je band zacht is, is het zwaarder trappen omdat het niet hard kan afzetten tegen de grond. Dus een goede harde band geeft weer een bepaalde kracht waardoor je sneller gaat. Wanneer je wind tegen hebt, levert dit dus weerstand maar die kan je verminderen door jezelf kleiner te maken. Hierdoor vang je minder wind en verminder je de weerstand.

Zwaartekracht

Wanneer je een euro los laat, zal hij naar beneden vallen. Wanneer je een bal in de lucht gooit, zal deze weer op de grond vallen. Isaac Newton ontdekte dit nadat hij een appel van een boom zag vallen. Hij zij dat dit kwam doordat een kracht deze voorwerpen naar beneden drukte/trok.. We weten natuurlijk allemaal wel dat dit zwaartekracht was.